Wet op de politieke partijen

Reactie

Naam Anoniem
Plaats Voorburg
Datum 27 december 2022

Vraag1

Wat vindt u van het wetsvoorstel Wet op de politieke partijen?
Ik vind het een redelijk wet, met uitzondering van hoofdstuk 11.
Hoofdstuk 11 over het verbieden van politieke partijen is zeer griezelig.
Mijn bezwaar is dat deze concept wet de lat voor het verbieden van politieke partijen erg laag legt. Zo hoeft slechts één persoon, de procureur-generaal bij de Hoge Raad, te vinden dat de wet is overtreden om het proces tot verbieden in gang te zetten. Dat is, zeker bij deze zeer gevoelige materie, veel te veel macht bij één persoon. Daarbij moet worden overwogen dat de aanklacht alleen al zeer beschadigend is voor een politiek partij, dat er nog een behandeling volgt door de Hoge Raad doet daar niet aan af. De aanklacht moet een veel breder draagvlak hebben.
De wet noemt in art 86 lid 1 dat er sprake moet zijn van “een daadwerkelijke en ernstige bedreiging”. Dat klinkt redelijk, maar is volgens mij niet zwaar genoeg geformuleerd. Politieke tegenstanders kunnen b.v. een “verkeerd standpunt” al snel zien als een “ernstige bedreiging” en aandringen op een verbod.
In de context van art 86 is het grondrecht van vrije meningsuiting van groot belang, uiteraard zonder stafbare feiten te begaan zoals belediging, smaad en laster. Wanneer een politieke partij b.v. zou vinden dat de rechtelijke macht te links is, dan lijkt mij dat een geoorloofd standpunt. Maar dat zou zo maar kunnen leiden tot het, in dit voorbeeld zeer ongewenste, verbieden van de partij wegens art 86 lid 2 d en/of e (scheiding van machten en onafhankelijke en onpartijdige rechtspraak).
Naar mijn mening is artikel 86 overbodig. Als het echter toch blijft bestaan, dan stel ik de volgende wijzigen voor:
Art 86, lid 1. Vervang “op verzoek van de procureur-generaal bij de Hoge Raad” door: “Uitsluitend op verzoek van een twee-derde meerderheid van de Eerste en Tweede Kamer, waarbij de betreffende partij wel een standpunt kenbaar mag maken maar niet mag stemmen.”
Art 86, lid 1. Vervang “ernstige bedreiging” door “extreem ernstige bedreiging”.
Art 86, voeg toe lid 4: “Bij behandeling van een verzoek tot het verboden verklaren en ontbinden van een politieke partij zal de Hoge Raad zeer grote waarde toekenning aan het grondrecht van vrijheid van meningsuiting (grondwet art. 7).”