Wet op de politieke partijen

Reactie

Vraag1

Het nieuwe artikel 86 (verbod politieke partijen) is een belangrijke stap om de weerbaarheid van de democratie te versterken. Mede gezien de vele negatieve reacties dient de regeling wel maximaal moreel gezag te verkrijgen. Vooral met het oog op de situatie dat een partij langs democratische weg iets wil bereiken. Dat zou dan niet mogen als het om grondrechten gaat. In de toelichting wordt hierbij verwezen naar hoofdstuk 1 van de Grondwet. Dit omvat ook de zogenaamde sociale grondrechten en de bekostiging van het bijzonder onderwijs (artikel 23). Volgens mij gaat het te ver om ook deze onderwerpen “heilig” en onveranderlijk te maken. Het verbod behoort dan ook te worden beperkt tot de klassieke grondrechten. Dat betekent dat in artikel 86 het item “grondrechten” moet worden gespecificeerd als “grondrechten zoals voorzien in de artikelen 1 t/m 18 van de Grondwet. Het idee zou kunnen ontstaan om dit over te laten aan de Hoge Raad. Dat lijkt me niet juist. Een zo fundamentele en gevoelige regeling (denk aan populistisch rechts) behoort zo scherp mogelijk te worden geformuleerd.