Wet op de politieke partijen

Reactie

Naam VPPG (Ing A.J.G. Zinken)
Plaats Onafhankelijke beroepsvereniging voor raadsleden.
Datum 20 maart 2023

Vraag1

Wat vindt u van het wetsvoorstel Wet op de politieke partijen?
Deze Wet is in strijd met de Grondwet. Een volksvertegenwoordiger is een mensvertegenwoordiger en geen partijvertegenwoordiger (artikel 67 lid 3 Gw). Thorbecke wilde af van de Middeleeuwse standsorganisaties. Ook prof Buijs gaf aan dat men van de leden van politieke partijen niet kan eisen dat zij onpartijdig zijn. Partijen strijden om te winnen. En dat leidt tot machtsbeluste structuren. Het verenigingsrecht is geregeld in het BW. Iedere vereniging heeft een belang en om dat te bereiken volgen zij een bepaalde politieke strategie. Maar daarvoor krijgen ze niet altijd subsidie. De politieke landelijke partijen geven zichzelf riante forse subsidies met als doel de macht van de vereniging te versterken en onder hun leden belangrijke functies te verdelen. Ook artikel 4 Grondwet is al decennia met het partijensysteem geschonden. Deze Wet verergerd de situatie. De landelijke partijen willen met deze Wet de provinciale en lokale partijen decimeren met de invoering van provinciale politieke partijen en gemeentelijke politieke partijen waaronder begrepen de afdelingen van de landelijke politieke partijen. Dit is in strijd met de staatsrechtelijke autonomie van provincies en gemeenten. De Wfpp was al niet handhaafbaar en deze nieuwe helemaal niet meer. Een volksvertegenwoordiger mag nooit financieel afhankelijk zijn van giften of andere materiele ondersteuning. Prof. Buijs heeft perfect omschreven waaraan een mensvertegenwoordiger dient te voldoen. En de onlangs overleden prof. Twan Tak heeft op goede gronden beschreven dat een volksvertegenwoordiger nooit via een partij mag worden gekozen. In de huidige digitale wereld is het heel goed te regelen om individuen te kiezen zonder de last van een partij.

Bijlage