Wet tot wijziging van de Wet stelsel openbare bibliotheekvoorzieningen en enkele andere wetten in verband met o.a. een zorgplicht voor gemeenten

Reactie

Vraag1

De grondgedachte achter deze wetsverscherping is versterking van de robuustheid van het stelsel van bibliotheken. Dit in het licht van de rolverbreding, waarbij een belangrijke focus ligt op ondersteuning bij basisvaardigheden. De taal- en digitale kloof is te groot voor miljoenen mensen om goed aangehaakt te blijven. Deze 'menselijke ontmoetingen' vinden plaats op allerlei manier en op diverse plekken, niet alleen in de Bibliotheek zelf. Bibliotheken werken als netwerkorganisaties.

In de uitwerking van de wettekst is mijn aanbeveling om deze verbrede taakstelling steviger te laten terug komen. Wat de Bibliotheek nodig heeft om daadwerkelijk robuust te kunnen werken is een wetskader waarin toegankelijkheid van de dienstverlening meer centraal staat. In een landelijk werkgebied met veel kleinere dorpskernen (maar ook in de stad) is de afstand tot de dienstverlening cruciaal voor het bereik onder kwetsbare doelgroepen. Dit wordt niet alleen zichtbaar door het aantal vestigingen, maar ook doordat bibliotheken steeds meer dienstverlening 'invliegen' tot in de huiskamers of buurthuizen van een gemeenschap. Het toevoegen van een afstandscriterium in de uitwerking van de Wsob helpt ons als bibliotheken om lokaal met partners de invulling echt dichtbij mensen in te vullen. Dit doen we nu al meer en meer, maar met alleen één gemeentelijke vestiging als wettelijk ankerpunt, zoals in de concept wettekst staat beschreven, wordt deze beweging niet versterkt.