WVA 2012

Voorwerp van de consultatie is het wetvoorstel voor de Wet Voorraadvorming Aardolieproducten 2012.

Consultatie gegevens

Publicatiedatum 23-08-2011
Einddatum consultatie 20-09-2011
Status Gesloten
Type consultatie Wet
Organisatie Ministerie van Economische Zaken en Klimaat
Onderwerpen Industrie

Publicatie reacties

Reacties worden gepubliceerd nadat de consultatie is gesloten. Alleen die reacties worden gepubliceerd waarvan is aangeven, door de inzender, dat deze openbaar mogen zijn.

Doel van de regeling

Dit wetsvoorstel strekt tot implementatie in nationale wetgeving van richtlijn 2009/119/EG, houdende verplichting voor de lidstaten om minimumvoorraden ruwe aardolie en/of aardolieproducten in opslag te houden (PbEU 2009, L265), hierna aangeduid als richtlijn 2009/119/EG. Met de Wet voorraadvorming aardolieproducten 2001 (Wva 2001), die door de nieuwe wet wordt vervangen, geeft Nederland momenteel invulling aan haar internationale verplichtingen om aardolie(product)voorraden aan te houden. Bij de implementatie van richtlijn 2009/119/EG is rekening gehouden met de resultaten van de evaluatie van de Wva 2001.

Doelgroepen die door de regeling worden geraakt

Het wetvoorstel richt zich op het oliebedrijfsleven en Stichting COVA. Belanghebbende partijen zijn m.n. producenten van ruwe aardolie, niet-producenten (waaronder handelaren), opslagbedrijven, Stichting COVA.

Verwachte effecten van de regeling

De belangrijkste wijzigingen van het wetvoorstel zijn dat de verdeling van de voorraadverplichting tussen COVA (70%) en de producenten (30%) wettelijk wordt vastgelegd en dat de voorraadplicht voor niet-producenten vervalt. Daarnaast is de samenstelling van de voorraadplicht door de expliciete, fysieke productverplichting veranderd.

Het wetvoorstel leidt tot een grotere voorraadplicht voor producenten. Omdat producenten in principe voldoende werkvoorraden in het bedrijf aanwezig hebben, zullen zij voor de afdekking van de voorraadverplichting geen extra kosten hoeven maken. Wél zullen zij inkomsten derven door het mislopen van inkomsten uit COVA-tickets. Dit zal bij afhankelijk van de marktomstandigheden circa €10 miljoen zijn (begin 2011).

Niet-producenten worden uitgesloten van de voorraadplicht. Het is gebleken dat niet-producenten hun voorraadplicht onder de Wva 2001 vaak niet volledig kunnen afdekken met de in hun bedrijf aanwezige werkvoorraden. Daardoor moeten zij wel extra kosten maken om hun deel van de voorraadplicht af te dekken. Het wetvoorstel regelt dat de voorraadplicht die voorheen door niet-producenten werd afgedekt, voortaan bij de producenten neerslaat. Hierdoor wordt de voorraadplicht van de producenten groter, wat betekent dat de producenten minder voorraden beschikbaar hebben voor ticketverkoop.

Het wetvoorstel leidt tot een relatieve verlaging van de kosten die COVA maakt doordat de ticketkosten vervallen. Het gedeelte van de COVA-verplichtingen dat thans door middel van gereserveerde bedrijfsvoorraden (tickets) wordt afgedekt, wordt als rechtstreekse verplichting aan het bedrijfsleven opgelegd. De relatieve kostendaling door het wegvallen van de ticketkosten zal overigens teniet gaan door extra kosten die voortkomen uit de fysieke productverplichtingen.

Doel van de consultatie

De consultatie biedt belanghebbenden de gelegenheid op het wetvoorstel te reageren.
Uw reactie ontvangen wij graag per mail (via deze site) voorzien van een onderbouwing van uw opmerkingen. De ontvangen reacties worden betrokken bij de afronding van het wetsvoorstel en kunnen tot (beperkte) aanpassingen leiden.
Ontvangen reacties zullen niet specifiek beantwoord worden. Een terugkoppeling over de consultatie wordt opgenomen in de memorie van toelichting op het uiteindelijke wetvoorstel.
Deze consultatie staat open voor alle belanghebbenden, het staat u vrij anderen hierop te attenderen.

Op welke onderdelen van de regeling wordt een reactie gevraagd

U kunt uw reactie geven op het gehele wetsvoorstel.

Meer informatie