Wetsvoorstel begrip melkvee, vrijstelling jongvee en afromingsvrije lease

Reactie

Vraag1

Afromingsvrije lease om schommelingen in de gemiddelde melkproductie per koe en daarmee de fosfaatcategorie op te kunnen vangen is een zeer gewenst instrument. Echter is een hoeveelheid van 100 kg voor de bedrijven met meer dan 125/143 koeien onvoldoende. De fosfaatexcretieverschillen per melkproductiecategorie zijn 0,7 of 0,8 kg. De 100 kg ruimte is genoeg om een fosfaatcategoriestijging van 0,8 op te vangen voor 125 koeien en bij een categoriestijging van 0,7 is het voldoende voor 143 koeien.
Voor bedrijven met meer koeien dan 125/143 biedt dit dus geen oplossing daar een onverwachte stijging van de melkproductie een gemiddelde is over de hele veestapel. Voor de hele melkveestapel moet dan 0,8 of 0,7 per koe bijgeleased worden.

Beter zou zijn om een percentage van de aanwezige fosfaatrechten afromingsvrij te kunnen leasen. Dat doet recht aan de verschillen in bedrijfsgrootte. Door bijv. 2% van de aanwezige fosfaatrechten afromingsvrij te kunnen (ver)leasen is het voor alle melkveebedrijven mogelijk om een onverwachte productiestijging op te vangen. Dat maakt de regeling voor alle bedrijven een oplossing is en niet alleen voor de bedrijven met minder dan 125 of 143 koeien.