Wet zeggenschap lichaamsmateriaal
Reactie
|
Naam
|
A H Banen
|
|
Plaats
|
Purmerend
|
|
Datum
|
1 mei 2017
|
Vraag1
Ziet u mogelijkheden om het wetsvoorstel te verbeteren met behoud van de balans tussen enerzijds de zeggenschap van de donor en anderzijds de ruimte om handelingen met lichaamsmateriaal, zoals wetenschappelijk onderzoek, te verrichten?
Een donor dient aan te kunnen geven of zijn of haar lichaamsmateriaal voor wetenschappelijke, geneeskundige of juridische toepassingen gebruikt mag worden.
Voor reeds in een verzameling aanwezig lichaamsmateriaal geldt:
1) Het gebruik van lichaamsmateriaal ter opsporing van daders van ernstige zeden- of levensdelicten is een stap te ver die indruist tegen het medisch beroepsgeheim waar eenieder van uit dient te kunnen gaan. Dit gebruik dient niet te worden toegestaan tenzij hiervoor nadrukkelijk toestemming van de donor bestaat.
2) Het gebruik van lichaamsmateriaal ter opsporing van anders niet te traceren slachtoffers is echter een mogelijkheid die sterk overwogen moet worden. Hierbij dient echter overwogen te worden dat in uitzonderlijke gevallen het slachtoffer bewust voor anonimiteit heeft gekozen. Deze keus zou dan te vinden moeten zijn in de keus die de (gevonden) donor heeft gemaakt bij het afstaan van het lichaamsmateriaal.
