Wet zeggenschap lichaamsmateriaal
Reactie
Naam
|
A van der Ven
|
Plaats
|
Utrecht
|
Datum
|
1 mei 2017
|
Vraag1
Ziet u mogelijkheden om het wetsvoorstel te verbeteren met behoud van de balans tussen enerzijds de zeggenschap van de donor en anderzijds de ruimte om handelingen met lichaamsmateriaal, zoals wetenschappelijk onderzoek, te verrichten?
Ik zie mogelijkheden voor verbeteringen en het grootste deel daarvan is het wetsvoorstel kaal plukken tot de kern van wat nodig is: De donor geeft zeggenschap over zijn lichaamsmateriaal voor een specifiek medisch of wetenschappelijk doeleinde en daarna wordt het lichaamsmateriaal vernietigd. Het gebruik van lichaamsmateriaal door een andere instantie dan degene waardoor het is afgenomen is onwenselijk op maatschappelijke en ethische gronden. Het wetsvoorstel is hierin inconsistent zoals blijkt uit Artikel 4, Gevallen waarin gebruik van lichaamsmateriaal is verboden, waarin staat: "De doeleinden, bedoeld in het eerste lid, kunnen uitsluitend betrekking hebben op gevallen waarin het gebruik van lichaamsmateriaal gezien de maatschappelijke, ethische of juridische aspecten ongewenst is.".
Ik vraag me erg af of de vrouw Schippers de ethische en maatschappelijke onwenselijkheden kan formuleren en degelijk kan verdedigen. In mijn ogen is het namelijk onacceptabel om ons op deze 'slippery slope' te begeven.