Zelfstandigenwet

Reactie

Naam Klik HR-diensten (EJGM Beerkens)
Plaats Venray
Datum 27 mei 2025

Vraag1

Wilt u reageren op de Zelfstandigenwet? Dan kunt u hier uw reactie geven. U kunt dat doen door een bericht achter te laten of door een document te uploaden.
Allereerst mijn complimenten voor de opzet van de nieuwe Zelfstandigenwet. Er is sprake van veel meer duidelijkheid dan in de huidige situatie. Het vooraf toetsen van het zelfstandigenkarakter is een grote verbetering ten opzichte van de jarenlange praktijk van achteraf handhaven, wat veel onzekerheid en rechtsonzekerheid opleverde.

Ook het meewegen van risico-afdekking via AOV en pensioen vind ik logisch en verdedigbaar. Een volwaardige zelfstandige hoort verantwoordelijkheid te nemen voor eigen inkomensbescherming, en het is goed dat dit juridisch en fiscaal een plek krijgt in het geheel.

Dat gezegd hebbende, wil ik een belangrijk aandachtspunt onder de aandacht brengen dat raakt aan de uitvoerbaarheid en rechtvaardigheid van de wet voor zelfstandigen in de laatste jaren van hun loopbaan.

Ik ben zelfstandig ondernemer, ruim 64 jaar oud, en over 2,5 jaar bereik ik de AOW-leeftijd. Voor mijn situatie blijkt het nauwelijks mogelijk om een AOV af te sluiten. Alle verzekeraars die ik heb benaderd wijzen mij af op basis van mijn leeftijd, of bieden slechts beperkte dekking tegen zeer hoge premies die economisch niet verantwoord zijn.

Daar komt bij dat bij een eventuele verplichte AOV-deelname volgend jaar, je volgens de voorwaarden minimaal 1 jaar premie moet hebben ingelegd voordat je aanspraak kunt maken op uitkering. In mijn geval zou ik dan – in het meest gunstige scenario – 17 maanden premie betalen voor maximaal 5 maanden dekking. Dat staat op geen enkele manier in verhouding tot het risico of het beoogde doel van inkomensbescherming.

Voorstel:
Overweeg om in de wet een overgangsregeling of uitzondering op te nemen voor zelfstandigen van 60 (of 61, 62, 63...) jaar en ouder, voor wie het objectief aantoonbaar onmogelijk is om een betaalbare en toereikende AOV af te sluiten. Hiermee blijft de wet realistisch en werkbaar, ook voor oudere zelfstandigen die geen misbruik maken van hun status, maar simpelweg te laat komen voor verzekerbaarheid binnen het nieuwe systeem.

Vraag2

Wat is volgens u een goede toetsbare invulling van de vijf criteria uit de zelfstandigentoets?
De toetsing trek ik niet in twijfel, m.u.v. hierboven genoemde voorstel.

Vraag3

Wat is volgens u een goede toetsbare invulling van de vier criteria uit de werkrelatietoets?
De toetsing kan ik volgen en heeft voor mij geen aanpassing nodig.

Vraag4

Acht u het noodzakelijk en/of wenselijk om een extra wetsartikel op te nemen voor het geval een zelfstandig werkende niet (volledig) voldoet aan de criteria in het nieuw voorgestelde lid 2 van BW 7:610?

Zo ja, hoe zou de vormgeving van een dergelijk derde lid er volgens u dan uit moeten zien?

Zo nee, moet in een dergelijke situatie dan holistisch gekeken worden naar de criteria uit het tweede lid of biedt het huidig wettelijk kader voldoende houvast voor een dergelijke situatie?
Voorstel:
Overweeg om in de wet een overgangsregeling of uitzondering op te nemen voor zelfstandigen van 60 (of 61, 62, 63...) jaar en ouder, voor wie het objectief aantoonbaar onmogelijk is om een betaalbare en toereikende AOV af te sluiten. Hiermee blijft de wet realistisch en werkbaar, ook voor oudere zelfstandigen die geen misbruik maken van hun status, maar simpelweg te laat komen voor verzekerbaarheid binnen het nieuwe systeem.