Zelfstandigenwet

Reactie

Naam Anoniem
Plaats Nieuwegein
Datum 27 mei 2025

Vraag1

Wilt u reageren op de Zelfstandigenwet? Dan kunt u hier uw reactie geven. U kunt dat doen door een bericht achter te laten of door een document te uploaden.
Zowel de zelfstandigentoets als de ondernemingstoets zijn duidelijk en ook realistisch.
Een aantal voorwaarden zijn wellicht niet zwart/wit zoals 1. je werkt voor eigen rekening/risico
en 3. Je gedraagt je in het economisch verkeer als zelfstandig ondernemer.
Bij de ene ondernemer komt dat in meer of mindere mate voor. Zorg voor duidelijkheid waar het kantelpunt ligt.

Vraag2

Wat is volgens u een goede toetsbare invulling van de vijf criteria uit de zelfstandigentoets?
1. Risico bij wanbetaling en of ziekte moet als afdoende invulling zijn
2. KVK en btw, boekhouding adequaat voor aangifte en conform belasting regelement. Geen achtstand van belasting premies.
3. Deze is lastig omdat per ondernemer is sterk kan verschillen. De exposure dient in lijn te zijn met het resultaat.
4. Dekking aov dient gelijkwaardig te zijn aan wanneer in dienstverband toetsing minimale voorwaarden zoals per uwv
5. Dekking minimaal vergelijkbaar met. Dienstverband. Bij starters dient een realistisch plan aanwezig te zijn. Bij tegenvallende jaren dient herstel of een herstel plan aanwezig te zijn

Vraag3

Wat is volgens u een goede toetsbare invulling van de vier criteria uit de werkrelatietoets?
1. Moeilijk maar wellicht: De opdrachtgever heeft zelf niet de expertise en of de ervaring van de zzp’er.
2. Er is geen procedure of sectie in het contract dat aangeeft waar en op welke strikte tijden het werk dient plaats te vinden.
3. Dit hangt samen met 1 maar ook met de ondernemertoets. Als de ondernemer een buffer heeft of deze is economisch sterk en direct afhankelijk van de opdracht.
4. Onafhankelijk laten vastleggen en onderbouwen waarom.

Vraag4

Acht u het noodzakelijk en/of wenselijk om een extra wetsartikel op te nemen voor het geval een zelfstandig werkende niet (volledig) voldoet aan de criteria in het nieuw voorgestelde lid 2 van BW 7:610?

Zo ja, hoe zou de vormgeving van een dergelijk derde lid er volgens u dan uit moeten zien?

Zo nee, moet in een dergelijke situatie dan holistisch gekeken worden naar de criteria uit het tweede lid of biedt het huidig wettelijk kader voldoende houvast voor een dergelijke situatie?
Dit weet ik niet