Zelfstandigenwet
Reactie
Naam | Roamler (W de Haan) |
---|---|
Plaats | Amsterdam |
Datum | 19 juni 2025 |
Vraag1
Wilt u reageren op de Zelfstandigenwet? Dan kunt u hier uw reactie geven. U kunt dat doen door een bericht achter te laten of door een document te uploaden.Wij bij Roamler werkten al jaren samen met een grote en diverse groep zelfstandigen die bewust kiezen voor flexibel werk. Wij steunen het doel van het wetsvoorstel om schijnzelfstandigheid tegen te gaan en kwetsbare werkenden te beschermen. Tegelijk blijven wij aandacht vragen voor de grote groep mensen die juist bewust en vrijwillig kiezen voor het zelfstandig ondernemerschap—van jong tot oud, van parttime bijverdieners tot ervaren professionals en doorgestarte gepensioneerden. Ruimte en rechtszekerheid voor hen zijn essentieel. Wetgeving moet misstanden tegengaan, maar mag de brede, positieve ontwikkeling van modern en zelfstandig werken niet onbedoeld belemmeren.
Vraag2
Wat is volgens u een goede toetsbare invulling van de vijf criteria uit de zelfstandigentoets?1. Werken voor eigen rekening en risico
De moderne zelfstandige werkt zonder garantie op inkomsten bij ziekte of gebrek aan werk, ook bij incidentele of kleine opdrachten. Zelf het risico op tijdelijk geen inkomsten dragen – en soms zelf zorgen voor materiaal/vervoer – hoort erbij, evenals het risico op niet-betalende opdrachtgevers. Het kan voorkomen dat men (tijdelijk) slechts één of enkele opdrachtgevers bedient, zolang dit een bewuste keuze is en er geen sprake is van werkgeversgezag. Een verplicht investeringsrisico of personeel hebben mag geen harde eis zijn.
2. Deugdelijke administratie
Ook zelfstandigen met enkele opdrachten per jaar kunnen een eenvoudige, sluitende administratie bijhouden met basisgegevens zoals facturen, opdrachten, digitale boekhouding en – indien verplicht – btw-nummer. Een KvK-inschrijving is wenselijk, maar mag bij kleine werkzaamheden geen vereiste zijn. Het kunnen tonen van omzet, gemaakte kosten en opdrachtgevers is voldoende.
3. Ondernemersgedrag in het economisch verkeer
Zelfstandigen hoeven geen uitgebreide marketing te doen, maar moeten wel enige zichtbaarheid of toegankelijkheid tonen, bijvoorbeeld via reacties op platformen of een professioneel profiel. Platformen zijn een moderne en effectieve manier om opdrachten te verwerven. Jaarlijks meerdere opdrachtgevers steunen het ondernemerschap, maar parttime zelfstandigen ondernemen vaak via een netwerk, platform of bereikbaarheid. Vrijheid in opdrachtacceptatie blijft centraal.
4. Voorziening tegen arbeidsongeschiktheid
Deelname aan een broodfonds, een eigen financiële buffer of bewust geen verzekering vanwege lage risico’s/inzet accepteren is voldoende, vooral als aanvulling op ander inkomen (zoals pensioen of partnerloon). Het verplicht stellen van een particuliere AOV is disproportioneel voor bijverdieners of mensen met beperkte opdrachten. Ruimte voor maatwerk en motivatie waarom men risico’s zelf draagt, is essentieel.
5. Voorziening bij pensionering
Dit is een bredere vraag die breder speelt dan zelfstandigen. In loondienst is pensioenopbouw ook niet altijd geregeld. Eenvoudige alternatieven in de vrije markt bieden vaak gelijkwaardige of betere resultaten. Jonge zelfstandigen of bijverdieners mogen volstaan met bewust sparen of deelname aan een eenvoudig product. Een verplicht hoog bedrag is niet passend als zelfstandig werk een bijverdienmodel is.
Vraag3
Wat is volgens u een goede toetsbare invulling van de vier criteria uit de werkrelatietoets?1. Vrijheid organisatie werktijd:
De zelfstandige bepaalt doorgaans zelf wanneer wordt gewerkt; roosters of werktijden zijn in overleg en niet eenzijdig opgelegd door de opdrachtgever.
2. Vrijheid organisatie werk:
De zelfstandige bepaalt zelf ‘hoe’ de werkzaamheden worden uitgevoerd—resultaatverplichting in plaats van gedetailleerde instructies vanuit de opdrachtgever. Uiteraard kunnen door de opdrachtgever kwaliteitseisen en standaarden worden opgelegd. Ook is het realistisch dat werkinstructies om tot het goed resultaat te komen noodzakelijk zijn.
3. Afwezigheid van hiërarchische controle:
Geen dagelijkse/middel-lange termijn aansturing, functioneringsgesprekken of sancties, maar toetsing op het resultaat zoals overeengekomen in de opdracht.
4. Wil van de partijen:
Partijen leggen expliciet en eenduidig vast dat ze een zelfstandige samenwerking beogen (niet enkel formeel op papier, maar ondersteund door de feitelijke uitvoering).
Vraag4
Acht u het noodzakelijk en/of wenselijk om een extra wetsartikel op te nemen voor het geval een zelfstandig werkende niet (volledig) voldoet aan de criteria in het nieuw voorgestelde lid 2 van BW 7:610?Zo ja, hoe zou de vormgeving van een dergelijk derde lid er volgens u dan uit moeten zien?
Zo nee, moet in een dergelijke situatie dan holistisch gekeken worden naar de criteria uit het tweede lid of biedt het huidig wettelijk kader voldoende houvast voor een dergelijke situatie?
Wij achten het niet noodzakelijk of wenselijk om een extra wetsartikel op te nemen. In situaties waarin niet volledig aan alle criteria wordt voldaan, verdient een integrale, holistische beoordeling de voorkeur—om onwenselijke uitsluitingen of grijze gebieden te voorkomen. Het huidige kader, waarbij gekeken wordt naar het geheel van de omstandigheden en de feitelijke uitvoering, is hiervoor voldoende bruikbaar. Wel is het belangrijk dat de overheid, de commissie en de handhavende instanties deze proportionaliteit en praktijkgerichtheid serieus nemen, zodat er ruimte blijft voor verschillende vormen van modern, zelfstandig werk. Ook lijkt het belangrijk om bij het tegengaan van schijnzelfstandigheid het risico op grotere uitsluiting te voorkomen. Er is een grote groep mensen die bewust kiezen voor de flexibele manier van werken, vaak door persoonlijke situaties, wensen en behoeften. Dit draagt bij aan de arbeidsparticipatie en het individuele profiel. Dit onderdeel lijkt vaak niet mee te worden genomen in de afwegingen