Zelfstandigenwet

Reactie

Naam Anoniem
Plaats Bilthoven
Datum 2 juni 2025

Vraag1

Wilt u reageren op de Zelfstandigenwet? Dan kunt u hier uw reactie geven. U kunt dat doen door een bericht achter te laten of door een document te uploaden.
Met deze reactie wil ik mijn ernstige bezwaren uitspreken tegen het voorgestelde wetsvoorstel Zelfstandigenwet. Hoewel ik begrijp dat er behoefte is aan duidelijkheid rondom arbeidsrelaties, is dit wetsvoorstel geen vooruitgang maar een serieuze inperking van het ondernemerschap in Nederland.

1. Ondermijning van zelfstandig ondernemerschap
De voorgestelde zelfstandigentoets met vijf voorwaarden is te rigide en bureaucratisch. De toets miskent deze diversiteit en reduceert zelfstandig ondernemerschap tot een checklist. Dit is een fundamentele aantasting van de vrijheid van ondernemers om zelf te bepalen hoe zij hun werk inrichten.

2. Werkrelatietoets werkt verlammend
De werkrelatietoets creëert angst en onzekerheid bij opdrachtgevers, net zoals eerder gebeurde onder de Wet DBA. Het risico op een vermeend ‘verkapt dienstverband’ zal ertoe leiden dat opdrachtgevers zzp’ers gaan mijden. Dat ondermijnt niet alleen de zelfstandige markt, maar ook de broodwinning van tienduizenden professionals.

3. Verplichte verzekering: disproportioneel en betuttelend
Het invoeren van een verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering is een vergaande inbreuk op de autonomie van zelfstandig ondernemers. Zelfstandigen kiezen bewust voor vrijheid, met bijbehorende verantwoordelijkheden. Deze verplichte verzekering legt een eenheidsworst op en belast vooral kleine zelfstandigen financieel, vaak zonder passende dekking. Keuzevrijheid in verzekeren hoort bij ondernemerschap.

4. De rol van een onafhankelijke commissie biedt schijnzekerheid
Hoewel het positief lijkt dat een commissie bindende uitspraken kan doen, blijft het risico op willekeur en juridisering bestaan. Bovendien verandert dit niets aan de onderliggende problemen van deze wet: te veel controle, te weinig vertrouwen.

Conclusie
De Zelfstandigenwet zoals voorgesteld, miskent de realiteit van het moderne ondernemerschap. In plaats van ruimte te geven aan innovatie, flexibiliteit en zelfstandigheid, probeert de overheid zzp’ers in een werknemersmodel te duwen. Dit is schadelijk voor de economie, voor opdrachtgevers én voor zelfstandigen zelf.

Vraag2

Wat is volgens u een goede toetsbare invulling van de vijf criteria uit de zelfstandigentoets?
Een goede zelfstandigentoets moet flexibel zijn en de praktijk van diverse ondernemersvormen respecteren. Mijn suggesties per criterium:

1. Opdrachtverwerving: Niet toetsen op aantal opdrachtgevers, maar op inspanning om werk te werven (website, offertes, acquisitieactiviteiten).
2. Ondernemingsrisico: Aantonen van risico via geen loondoorbetaling bij ziekte, investeringen of aansprakelijkheid.
3. Tarieven: Vrijheid om tarieven te bepalen of hierover te onderhandelen moet volstaan.
4. Uitvoeringsvrijheid: Zelf kunnen bepalen hoe en wanneer het werk wordt uitgevoerd; normale afstemming mag geen probleem zijn.
5. Marktpositie: KvK-inschrijving, btw-nummer, professionele uitstraling (website, logo, netwerk) als bewijs van ondernemerschap.

Kortom toets op ondernemerschap, niet op starre modellen. Geef ruimte voor maatwerk.

Vraag3

Wat is volgens u een goede toetsbare invulling van de vier criteria uit de werkrelatietoets?
Een goede werkrelatietoets moet helder maken of sprake is van zelfstandigheid, zónder opdrachtgevers af te schrikken of het ondernemerschap te beperken. Mijn suggesties:

1. Gezag: Geen directe aansturing of hiërarchie. Zelfstandig bepalen hoe het werk wordt uitgevoerd, ook als er afstemming is over het eindresultaat.
2. Inbedding in de organisatie: De zelfstandige vervult geen vaste rol in de interne organisatie (geen teamoverleggen, geen gebruik intern e-mailadres, geen leidinggevende).
3. Werktijden en locatie: Zelf kiezen waar en wanneer het werk gebeurt, tenzij veiligheid of context (zoals opnames, locatiebezoeken) anders vereisen.
4. Duur en exclusiviteit: Ook langdurige samenwerking kan zelfstandig zijn, zolang er geen verplichting is tot exclusiviteit of beschikbaarheid zoals bij loondienst.

Kortom focus op de feitelijke onafhankelijkheid in de samenwerking, niet op uiterlijke schijn of duur. Geef opdrachtgevers en zzp’ers duidelijke, werkbare kaders zonder vrijheid te verliezen.

Vraag4

Acht u het noodzakelijk en/of wenselijk om een extra wetsartikel op te nemen voor het geval een zelfstandig werkende niet (volledig) voldoet aan de criteria in het nieuw voorgestelde lid 2 van BW 7:610?

Zo ja, hoe zou de vormgeving van een dergelijk derde lid er volgens u dan uit moeten zien?

Zo nee, moet in een dergelijke situatie dan holistisch gekeken worden naar de criteria uit het tweede lid of biedt het huidig wettelijk kader voldoende houvast voor een dergelijke situatie?
Nee.
Het opnemen van een extra wetsartikel is niet wenselijk en ook niet noodzakelijk. Het huidige wettelijk kader, inclusief de jurisprudentie over gezagsverhoudingen en de bedoeling van partijen, biedt voldoende ruimte om arbeidsrelaties te beoordelen.

In mijn werkveld, en dat geldt voor veel zelfstandigen, is er géén sprake van vermenging van contractsoorten zoals bedoeld in lid 2. Het gaat puur om zelfstandige dienstverlening op basis van een overeenkomst van opdracht, zónder kenmerken van een arbeidsovereenkomst. In die gevallen is lid 2 simpelweg niet relevant.

Als een zelfstandig werkende niet aan alle criteria van het voorgestelde lid 2 voldoet, betekent dat niet automatisch dat er sprake is van werknemerschap.

Een derde lid zou de situatie alleen maar verder juridiseren, terwijl de oplossing zit in ruimte voor maatwerk en het zorgvuldig wegen van de praktijk per geval. Een rigide extra lid zou leiden tot uitsluiting van echte ondernemers die nét niet in een vooraf vastgesteld hokje passen.