Zelfstandigenwet
Reactie
Naam | Anoniem |
---|---|
Plaats | Utrecht |
Datum | 2 juni 2025 |
Vraag1
Wilt u reageren op de Zelfstandigenwet? Dan kunt u hier uw reactie geven. U kunt dat doen door een bericht achter te laten of door een document te uploaden.Geachte heer/mevrouw,
Als zelfstandig apotheker zie ik dagelijks hoe groot de problemen zijn in de farmacie: structurele personeelstekorten, hoge werkdruk, stijgend ziekteverzuim, medicijntekorten en toenemende agressie aan de balie. Steeds vaker vallen vaste krachten langdurig uit. Zonder inzet van zelfstandige apothekers en apothekersassistenten komt de zorg in gevaar.
Flexibele inzet is essentieel. Net als bij huisartsen zijn er ook binnen apotheken pieken en zieken. Zzp’ers zijn onmisbaar om roosters rond te krijgen, patiënten te blijven helpen en de kwaliteit van zorg op peil te houden.
De Zelfstandigenwet in huidige vorm houdt onzekerheid in stand. Een wet die zekerheid en duidelijkheid moet bieden, zou juist ruimte moeten geven aan échte zelfstandigen die tijdelijk bijspringen waar het nodig is. Voor de apotheekzorg is dat geen luxe, maar noodzaak.
Mijn voorstellen:
• Erken de apotheek als cruciale sector waar flexibiliteit nodig is.
• Laat ruimte voor zzp’ers die tijdelijk gaten vullen, zonder dat zij verplicht worden tot schijnzelfstandigheid of loondienst.
• Stimuleer samenwerking in de sector om werkdruk en tekorten structureel aan te pakken, mét behoud van zzp’ers waar nodig.
Een gezonde apotheekzorg kan niet zonder flexibele inzet. Deze wet moet dat ondersteunen, niet tegenwerken.
Met vriendelijke groet,
Gollan Raouf
Zelfstandig apotheker
Vraag2
Wat is volgens u een goede toetsbare invulling van de vijf criteria uit de zelfstandigentoets?De vijf criteria uit de zelfstandigentoets (art. 2) zijn:
1. Eigen rekening en risico
? De werkende investeert in zijn eigen middelen (zoals een eigen laptop, vervoermiddel of werkruimte) en draagt zelf de gevolgen van fouten, geen loondoorbetaling bij ziekte, geen ontslagbescherming.
Voor zzp’ers in de zorg betekent dit: geen loondoorbetaling bij afzegging, zelf aansprakelijk voor beroepsfouten, eigen aansprakelijkheidsverzekering.
2. Deugdelijke administratie
? Inschrijving KvK, eigen boekhouding, eigen btw-aangiften, duidelijke facturering.
In de apotheekpraktijk: een duidelijke urenregistratie, standaard facturen per opdracht, eigen btw-nummer en KvK-nummer.
3. Gedrag als zelfstandig ondernemer in economisch verkeer
? Eigen website, acquisitie, meerdere opdrachtgevers (al dan niet gespreid over tijd), zelf je tarieven bepalen.
Bijvoorbeeld: je werkt op interim-basis in verschillende apotheken of via bemiddelingsbureaus, je onderhandelt zelf over je dagtarief.
4. Adequate voorziening bij arbeidsongeschiktheid
? AOV, broodfonds of spaarsysteem. Dit toont aan dat je bewust zelfstandig werkt en risico’s afdekt.
5. Voorziening bij pensionering
? Pensioenopbouw via lijfrente of ander individueel systeem. Niet vereist dat het gelijk is aan werknemerspensioen, wél dat het aantoonbaar is.
Toetsbaarheid: laat de werkende dit aantonen via documenten (verzekeringspolissen, facturen, contracten, KvK-uittreksel, pensioenvoorziening, enz.). Zo blijft het objectief en controleerbaar.
Vraag3
Wat is volgens u een goede toetsbare invulling van de vier criteria uit de werkrelatietoets?De vier werkrelatiecriteria uit artikel 7:610 lid 2 BW zijn:
1. Geen hiërarchische controle
? Er is geen sprake van directe leiding of bevel. De werkende beslist zelf hoe hij zijn werk uitvoert.
In apotheken: de zzp-apotheker is verantwoordelijk voor de professionele invulling, geen functioneringsgesprekken of verplicht teamoverleg.
2. Vrijheid van organisatie van het werk
? De werkende bepaalt zelf zijn werkwijze en werkvolgorde, binnen redelijke kaders.
Toepassing in de praktijk: de zzp’er werkt zelfstandig op basis van beroepsrichtlijnen, maar zonder micromanagement.
3. Vrijheid van werktijd
? Geen vaste werktijden, of in overleg te bepalen.
In de praktijk: een apotheker kan zelf aangeven op welke dagen hij beschikbaar is, zelfs als er binnen die dagen vaste openingstijden zijn.
4. Partijen hebben niet de bedoeling een arbeidsovereenkomst te sluiten
? Dit moet blijken uit het contract én de feitelijke uitvoering. Geen loonstrook, geen pensioenafdracht, geen loondoorbetaling bij ziekte.
Let op: een helder, kort modelcontract voor zorg-zzp’ers kan hier veel problemen voorkomen.
Toetsbaarheid: leg dit vast in contract én controleer via feitelijke uitvoering. Geen ‘schijnzelfstandigheid’ op papier.
Vraag4
Acht u het noodzakelijk en/of wenselijk om een extra wetsartikel op te nemen voor het geval een zelfstandig werkende niet (volledig) voldoet aan de criteria in het nieuw voorgestelde lid 2 van BW 7:610?Zo ja, hoe zou de vormgeving van een dergelijk derde lid er volgens u dan uit moeten zien?
Zo nee, moet in een dergelijke situatie dan holistisch gekeken worden naar de criteria uit het tweede lid of biedt het huidig wettelijk kader voldoende houvast voor een dergelijke situatie?
Ja, het is wenselijk om een aanvullend artikel op te nemen voor grijze gevallen waarbij de werkende deels voldoet aan de criteria.
De realiteit is complex: veel zelfstandigen, zeker in de zorg, voldoen aan 3 of 4 van de 5 criteria, maar vallen door één punt (zoals pensioenvoorziening) buiten de boot. Dit leidt tot rechtsonzekerheid.
Voorstel voor lid 3:
“Indien de werkende niet voldoet aan alle criteria van het tweede lid, maar op basis van een holistische beoordeling aannemelijk maakt dat sprake is van materieel zelfstandig ondernemerschap, kan de werkrelatie alsnog worden aangemerkt als niet zijnde een arbeidsovereenkomst. Daarbij worden onder andere in aanmerking genomen: de aard en duur van de werkzaamheden, het aantal opdrachtgevers, de mate van zelfstandigheid in uitvoering, en de aanwezigheid van ondernemingskenmerken.”
Waarom is dit belangrijk?
Zonder deze ruimte leidt de wet tot uitsluiting van goede, bonafide zelfstandigen. Vooral in de zorgsector, waar veel professionals zelfstandig zijn uit noodzaak en overtuiging, ontstaat dan onzekerheid en terughoudendheid om flexibel werk te blijven doen.
Alternatief: indien geen nieuw artikel, dan moet in de memorie van toelichting expliciet worden opgenomen dat bij onvolledige invulling van de criteria een holistische beoordeling mogelijk is – bijvoorbeeld via de commissie zoals bedoeld in artikel 3 van de wet.