Zelfstandigenwet
Reactie
Naam | Anoniem |
---|---|
Plaats | Terwolde |
Datum | 2 juni 2025 |
Vraag1
Wilt u reageren op de Zelfstandigenwet? Dan kunt u hier uw reactie geven. U kunt dat doen door een bericht achter te laten of door een document te uploaden.Het is een goede ontwikkeling dat steeds meer professionals in de zorg als zelfstandig ondernemer erkend worden. Zelf werk ik al geruime tijd als zelfstandig zorgverlener. Vanuit mijn ervaring in de sector weet ik hoe belangrijk het is om te kunnen kiezen voor autonomie en werkvormen die beter aansluiten bij je belastbaarheid en persoonlijke situatie. Mijn keuze voor het zelfstandig ondernemerschap is onder andere ingegeven door de beperkingen van cao-afspraken en de Arbeidstijdenwet, die in de praktijk niet altijd ruimte laten voor maatwerk.
Door de toenemende vergrijzing onder zorgmedewerkers ontstaat een onevenwichtige druk op jongere collega’s. Zij worden geacht structureel nachtdiensten op te vangen die door oudere medewerkers worden vermeden. Zelf bied ik juist nachtdiensten aan in mijn contracten, omdat ik weet hoe nijpend het tekort is.
Toch merk ik dat verantwoorde zorg vaak ondergeschikt lijkt aan het simpelweg vullen van roosters. De inzet van gekwalificeerde zelfstandigen wordt nog te vaak gezien als een noodoplossing, in plaats van een structureel waardevol onderdeel van de personeelsmix. Dit is mede het gevolg van de invoering van de Wet DBA, die in plaats van duidelijkheid vooral onzekerheid heeft gebracht — voor zowel opdrachtgevers als zelfstandigen. In de zorg heeft dit een negatief effect op de beschikbaarheid en inzet van deskundig personeel.
De maatschappelijke realiteit vraagt om beleid dat zelfstandige zorgprofessionals niet tegenwerkt, maar ondersteunt. In mijn ogen zouden zorgwerkgevers zelfs verplicht moeten worden om bij tekorten of uitval in loondienst tijdig gebruik te maken van zelfstandige professionals. Alleen zo kunnen we de continuïteit én de kwaliteit van zorg op verantwoorde wijze waarborgen.
Vraag2
Wat is volgens u een goede toetsbare invulling van de vijf criteria uit de zelfstandigentoets?Commentaar bij zelfstandigentoets – punt 1: Werken voor eigen rekening en risico
Een belangrijk criterium in de zelfstandigentoets is het aantal opdrachtgevers dat een zelfstandige per jaar heeft. Hoewel dit logisch lijkt vanuit het oogpunt van afhankelijkheid, leidt het in de praktijk tot onnodige beperkingen voor ondernemers die zich wél volledig gedragen als zelfstandige, maar bewust kiezen voor langdurige samenwerking met een of enkele opdrachtgevers.
Mijn advies is dan ook om minder te sturen op het aantal opdrachtgevers, en meer te kijken naar de economische inhoud van het ondernemerschap. Een zelfstandige die zijn eigen tarieven bepaalt — en structureel een marktconform of hoger uurtarief hanteert — toont hiermee aan voor eigen rekening en risico te werken. Een tarief boven bijvoorbeeld €70 per uur weerspiegelt zowel onderhandelingskracht als financiële onafhankelijkheid, en biedt bovendien ruimte om te voorzien in sociale zekerheden zoals pensioenopbouw en arbeidsongeschiktheidsvoorzieningen.
Een zelfstandige die op dat niveau factureert, draagt bij aan zijn of haar bestaanszekerheid, onderneemt aantoonbaar zelfstandig, en houdt ruimte voor kwaliteit en verantwoordelijkheid in de uitvoering van het werk. Het verplicht hanteren van een minimaal aantal opdrachtgevers is dan niet alleen achterhaald, maar ook schadelijk voor sectoren waarin stabiliteit, betrouwbaarheid en langdurige inzet juist gewenst zijn — zoals de zorg.
In dit verband wil ik ook graag verwijzen naar Verloning.nl. Dit is geen reclame — ik heb geen enkel belang, lidmaatschap of andere verbintenis met deze organisatie. Toch biedt hun DBA-check “Kwalificatie van de arbeidsrelatie op basis van de feiten en omstandigheden” een praktische en evenwichtige benadering. Het risico bestaat nu dat zorgvuldig ingebed zelfstandig werk — dat inhoudelijk en organisatorisch goed is afgestemd — onterecht wordt uitgesloten vanwege te strikte of onduidelijke interpretaties van wetgeving. Een toetsing op basis van de werkelijke situatie, zoals deze tool biedt, helpt om recht te doen aan de professionele inzet van zelfstandige zorgverleners.
Vraag3
Wat is volgens u een goede toetsbare invulling van de vier criteria uit de werkrelatietoets?ook deze is verwoven in DBA-check . Verantwoording moet meer bij opdrachtgever worden neergelegd. Deze moet als eerste zorgen voor zijn personeel in vaste dienst. te denken aan invullen van roosters etc. daar waar diensten open blijven staan moet een zzp-er zonder ploblemen deze dientsten kunnen invullen om continuiteit van zorg te blijven waarborgen.
kritiek;
?? 1. Er is sprake van vrijheid van organisatie van werk
Kritiek: In de zorg ligt de aard van het werk grotendeels vast: zorgprotocollen, patiëntveiligheid en samenwerking binnen teams zijn leidend. Het is daarom logisch dat bepaalde handelingen en werkwijzen worden afgestemd op de organisatie. Dit sluit echter niet uit dat ik als zelfstandige zelf bepaal hoe ik mijn diensten aanbied, onder welke voorwaarden, en met welke verantwoordelijkheid. Vrijheid van organisatie van werk moet worden gelezen in de context van professionele standaarden — en niet verward worden met vrijblijvendheid of volledige autonomie over alle werkinhoud.
?? 2. Er is sprake van vrijheid van organisatie van de werktijd
Kritiek: Ook hier botst theorie met praktijk. In de zorg draait alles om continuïteit en roosterplanning. Een zelfstandige die zich specialiseert in nachtdiensten of spoedzorg, kiest juist bewust voor bepaalde tijdvakken. Die keuze is onderdeel van mijn ondernemerschap. Het feit dat ik aansluit op bestaande roosters betekent niet dat ik geen zeggenschap heb over mijn inzet. Ik bepaal wanneer ik beschikbaar ben en op welke voorwaarden — en dat ís professionele vrijheid.
vraag; zoals ik mijzelf beschikbaar stel voor alleen nachtdiensten wordt dit ook gezien als een vorm van beschikken van eigen werktijden?
?? 3. Er is geen sprake van hiërarchische controle
Kritiek: Binnen instellingen is er altijd een vorm van hiërarchie — maar dat betekent niet dat een zelfstandige onder gezag werkt zoals een werknemer. Als zelfstandige accepteer ik op basis van een overeenkomst bepaalde richtlijnen, maar ik ben en blijf zelf verantwoordelijk voor de uitvoering van mijn werk. Er is overleg, maar geen functioneringsgesprekken of beoordelingscyclus. Het onderscheid tussen ‘gezamenlijk afstemmen’ en ‘hiërarchisch controleren’ wordt in de praktijk te vaag geïnterpreteerd.
Vraag4
Acht u het noodzakelijk en/of wenselijk om een extra wetsartikel op te nemen voor het geval een zelfstandig werkende niet (volledig) voldoet aan de criteria in het nieuw voorgestelde lid 2 van BW 7:610?Zo ja, hoe zou de vormgeving van een dergelijk derde lid er volgens u dan uit moeten zien?
Zo nee, moet in een dergelijke situatie dan holistisch gekeken worden naar de criteria uit het tweede lid of biedt het huidig wettelijk kader voldoende houvast voor een dergelijke situatie?
Ja, het is wenselijk dat er een aanvullend wetsartikel komt voor situaties waarin zelfstandig werkenden niet volledig aan alle criteria in lid 2 voldoen. Dit artikel moet ruimte bieden voor een materiële beoordeling op basis van context, sector en praktijk. Zonder zo’n bepaling bestaat het risico dat zelfstandigen met een bewuste en professionele ondernemershouding tóch als werknemer worden beschouwd, wat leidt tot onzekerheid en belemmering van goed functionerende werkrelaties.
Om te voorkomen dat zelfstandig werkenden ten onrechte als werknemer worden gekwalificeerd op basis van onvolledige toetsing van lid 2 BW 7:610, stel ik voor om een aanvullend wetsartikel op te nemen dat bepaalt:
"Indien de zelfstandig werkende een uurtarief hanteert dat structureel boven de €70 ligt, dan wel een maandelijkse omzet realiseert van meer dan €5.000 bruto op basis van een overeenkomst met zakelijke voorwaarden, wordt verondersteld dat er sprake is van zelfstandigheid, tenzij het tegendeel uitdrukkelijk blijkt."
Dit voorkomt dat zelfstandigen met een professioneel verdienmodel en eigen risico ten onrechte onder de loondienstregels vallen. Het biedt duidelijkheid aan de markt, ruimte aan vakbekwame zelfstandigen, en voorkomt terughoudendheid bij opdrachtgevers.
Het is objectief toetsbaar (tarief en inkomen).
Het voorkomt dat je op "vormvereisten" als roostervrijheid wordt afgerekend terwijl je wel degelijk zelfstandig werkt.
Het beschermt opdrachtgevers tegen onbedoelde risico’s.
Het maakt onderscheid tussen kwetsbare zelfstandigen en sterke ondernemers, zonder dat iedereen over één kam wordt geschoren.
Toekomstbestendig omdat het geindexeerd mee kan gaan