Zelfstandigenwet

Reactie

Naam Anoniem
Plaats Nijmegen
Datum 27 mei 2025

Vraag1

Wilt u reageren op de Zelfstandigenwet? Dan kunt u hier uw reactie geven. U kunt dat doen door een bericht achter te laten of door een document te uploaden.
Als zelfstandige ben ik erg blij met dit wetsvoorstel. Ik kan me met name vinden in het idee dat van tevoren duidelijk is of een potentiële opdracht ook echt wordt gezien als een opdracht en niet een arbeidsrelatie. Het feit dat ondernemerschap van de zelfstandige hierin wordt meegenomen vind ik een belangrijke erkenning richting zelfstandigen die hun zaakjes goed proberen te regelen. De verplichte aov/pensioen voorziening, en een sectorbreed rechtsvermoeden van werknemerschap, zijn naar mijn mening middelen die eindelijk voorkomen dat mensen die onvrijwillig zelfstandig zijn, of ondernemers die onhoudbare winstmarges tolereren, op de lange termijn in de problemen komen. Met dit wetsvoorstel worden de grote problemen voor zelfstandigen in Nederland na 20 jaar eindelijk een keer voortvarend aangepakt!

Vraag2

Wat is volgens u een goede toetsbare invulling van de vijf criteria uit de zelfstandigentoets?
Gezien een speciale commissie deze toetsen moet gaan afnemen voelt een digitaal systeem dat aansluit op de bestaande systemen van de KVK en de belastingdienst als een ideale oplossing. Elke zzper heeft nu al een KVK nr en (waarschijnlijk) een BTW nr, die beide nodig zijn om een overeenkomst met een klant te kunnen bewerkstelligen. Ik stel mij voor dat hier een derde nummer bij komt van de toetsingscommissie (noem het een zelfstandigen nr.) dat alleen verkregen kan worden wanneer aan de commissie is aangeleverd:

- een rekening/polis nr van een pensioenvoorziening door een door de belastingdienst erkende pensioenverzekeraar
- een polisnr van een AOV/inschrijving bij de nieuwe AOV van het UWV
- een jaarrekening, zoals bij BV's, ter bewijs van een deugdelijke administratie, met uitzondering van het eerste jaar natuurlijk, want dan is er nog geen jaarrekening. Hieruit zouden ook zaken blijken uit criterium 3: investeringen en vaste activa.
- opname van een (standaard) clausule in elke overeenkomst/algemene voorwaarden met klanten om te waarborgen dat criterium 1 wordt nageleefd.

Vraag3

Wat is volgens u een goede toetsbare invulling van de vier criteria uit de werkrelatietoets?
De meest haalbare variant hiervoor gaat al snel lijken op de tijd van de VAR. Voor elke opdracht zou je de overeenkomst kunnen uploaden ter goedkeuring van de commissie, maarja dan kun je een aardig blik ambtenaren opentrekken voor al die controles. Dus waarschijnlijker is dat de commissie (per sector) voorbeeldovereenkomsten gaat maken, welke direct gekopieerd kunnen worden. In de wet DBA en VBAR wordt meer de nadruk gelegd op dat niet alleen de (uitgangspunten van de) overeenkomst, maar met name de werkelijke situatie van belang is. Maar wat die wetten des te meer bewijzen is hoe onuitvoerbaar de toetsing daarop is.

Vraag4

Acht u het noodzakelijk en/of wenselijk om een extra wetsartikel op te nemen voor het geval een zelfstandig werkende niet (volledig) voldoet aan de criteria in het nieuw voorgestelde lid 2 van BW 7:610?

Zo ja, hoe zou de vormgeving van een dergelijk derde lid er volgens u dan uit moeten zien?

Zo nee, moet in een dergelijke situatie dan holistisch gekeken worden naar de criteria uit het tweede lid of biedt het huidig wettelijk kader voldoende houvast voor een dergelijke situatie?
De afgelopen 20 jaar hebben een wirwar van wetgeving, normen, interpretaties van de fiscus en jurisprudentie opgeleverd die mij gebieden om te zeggen dat het huidig wettelijk kader niet volstaat. Frisse jurisprudentie op basis van een holistische kijk op het nieuwe lid 2 van BW 7:610 kan afdoende zijn. Nog beter is een duidelijk wettelijk kader in de vorm van een lid 3. Het zou daarnaast praktisch kunnen zijn als er een coulance of gedoog regeling zou zijn voor korte/eenmalige opdrachten die niet voldoen: Wanneer een zzper voor één opdracht gezien zou worden als werknemer op basis van de werkrelatietoets, uitgezonderd criterium 4 (ergo: beide partijen willen een overeenkomst op basis van opdracht, maar er is teveel gezag/controle inspraak op inhoud/werktijd), is het onwenselijk om voor die ene opdracht een arbeidsovereenkomst aan te gaan. Ik kan mij hierbij een regeling voorstellen waarbij dit is toegestaan voor een maximum van x% van de jaaromzet en/of y% van de totale gewerkte uren in een jaar, met wel proportionele korting op de zelfstandigenaftrek en dergelijke en een verbod op herhaling met dezelfde opdrachtgever in daaropvolgende jaren. Dit zou voorkomen dat ondernemers louter dit soort opdrachten zouden aannemen (behoud van de norm van een arbeidsovereenkomst voor dit werk), maar tegelijkertijd de flexibiliteit van de arbeidsmarkt behouden (beide partijen zijn reeds bereid deze opdracht voor beperkte tijd aan te gaan, dan zal de urgentie hoog zijn, en de noodzaak voor de wetgever om de economische belangen niet teveel te beperken dus ook) en het zou voorkomen dat opdrachten in een ver gevorderd stadium van acquisitie ineens afgewezen moeten worden (onwenselijk voor zzpers die relatief veel eigen tijd moeten steken in dit deel van het ondernemen)