Zelfstandigenwet

Reactie

Naam Anoniem
Plaats Sassenheim
Datum 15 juni 2025

Vraag1

Wilt u reageren op de Zelfstandigenwet? Dan kunt u hier uw reactie geven. U kunt dat doen door een bericht achter te laten of door een document te uploaden.
De Zelfstandigenwet is nog steeds erg onduidelijk en lastig om objectief te beoordelen. Bovendien is de aanpak van het probleem ronduit onverantwoord.

Op dit moment heb ik mijn opdracht afgerond en ben ik op zoek naar een nieuwe opdracht binnen de financiële sector. Ik werk aan opdrachten waarbij ik betrokken ben bij de ontwikkeling van risk management modellen voor de financiële instellingen. De tarieven liggen boven de €100 per uur en tot nu toe zijn zowel mijn klanten als ikzelf tevreden over de samenwerking.

Toch wil op dit moment geen enkele klant mij een nieuwe opdracht aanbieden vanwege de onduidelijkheid rondom de Wet DBA. Als deze situatie niet verandert, ben ik binnen enkele maanden mogelijk genoodzaakt om naar het buitenland te emigreren.

Daarnaast denk ik niet dat de nieuwe Zelfstandigenwet dit probleem oplost. De volgende voorwaarden zijn met name onduidelijk:

“Zich gedragen in het economisch verkeer als zelfstandig ondernemer” ? Dit is zeer vaag. Wat betekent "zich gedragen in het economisch verkeer"? Dit kan op meerdere manieren worden geïnterpreteerd.

“Er is sprake van vrijheid van organisatie van werk/de werktijd” ? Dat klopt in theorie, maar iedere zzp’er moet zich ook aanpassen aan de wensen van de klant. Als de opdrachtgever een groot bedrijf is, betekent dit vaak dat de zzp’er op kantoor aanwezig moet zijn. Zelfs een schilder kan niet zomaar midden in de nacht komen schilderen, toch? Er is geen volledige vrijheid. Dit kan ook op meerdere manieren worden geïnterpreteerd.

“Er is geen sprake van hiërarchische controle” ? Ook dit is een dubieuze voorwaarde. De opdrachtgever controleert uiteraard mijn werk — hij moet immers nagaan of het geld goed wordt besteed. Natuurlijk is er minder controle dan bij een werknemer, maar enige aansturing is logisch en onvermijdelijk.

In het algemeen vind ik de Zelfstandigenwet subjectief en vatbaar voor uiteenlopende interpretaties. Ik stel daarom voor om de wet meer te baseren op uurtarieven en sectoren. Het zijn vooral laagbetaalde werkenden die slachtoffer worden van schijnzelfstandigheid (zoals bouwvakkers en taxichauffeurs). Deze mensen zouden vaak liever een fulltime dienstverband hebben. Hoogopgeleide specialisten zoals architecten, IT’ers en financiële riskspecialisten hebben deze bescherming niet nodig.

Vraag2

Wat is volgens u een goede toetsbare invulling van de vijf criteria uit de zelfstandigentoets?
Schaf de toets af en baseer de zelfstandigencheck op het uurtarief en de sector.

Vraag3

Wat is volgens u een goede toetsbare invulling van de vier criteria uit de werkrelatietoets?
Schaf de toets af en baseer de zelfstandigencheck op het uurtarief en de sector.

Vraag4

Acht u het noodzakelijk en/of wenselijk om een extra wetsartikel op te nemen voor het geval een zelfstandig werkende niet (volledig) voldoet aan de criteria in het nieuw voorgestelde lid 2 van BW 7:610?

Zo ja, hoe zou de vormgeving van een dergelijk derde lid er volgens u dan uit moeten zien?

Zo nee, moet in een dergelijke situatie dan holistisch gekeken worden naar de criteria uit het tweede lid of biedt het huidig wettelijk kader voldoende houvast voor een dergelijke situatie?
Nee, ik acht het niet noodzakelijk om een extra wetsartikel op te nemen (een derde lid) voor situaties waarin een zelfstandig werkende niet volledig voldoet aan de criteria uit het voorgestelde tweede lid.

In plaats daarvan zou ik pleiten voor een holistische beoordeling op basis van de criteria zoals geformuleerd in het tweede lid, aangevuld met vaste jurisprudentie en uitvoeringspraktijk. Een wettelijke "restcategorie" in de vorm van een derde lid zou het risico vergroten op extra onduidelijkheid en rechtsongelijkheid, vooral voor zelfstandigen die al te maken hebben met onduidelijke handhaving van de Wet DBA.

Het huidige wettelijk kader — mits helder toegepast — biedt in mijn ogen voldoende mogelijkheden voor interpretatie. Wat vooral nodig is, is duidelijkere guidance vanuit beleid en uitvoering (bijv. via een tariefgrens en/of sectorbenadering), niet méér wetgeving.

Een derde lid zou bovendien kunnen leiden tot meer onzekerheid in de praktijk: werkrelaties die nét niet aan alle zelfstandigheidscriteria voldoen, kunnen dan alsnog onder een arbeidsovereenkomst worden geschaard, ook als beide partijen duidelijk een zelfstandige relatie willen. Dit ondermijnt de contractvrijheid en de realiteit van modern werk in sectoren met hoogopgeleide kenniswerkers.

Kortom:
1. Geen behoefte aan een derde lid.
2. Wel behoefte aan duidelijke uitvoeringstoets, richtlijnen en sectorale/tariefspecifieke invulling.