Zoekresultaat

94 resultaten
U heeft gezocht op: Burgerlijk recht

Sorteren op:
  • Wet overgang van onderneming in faillissement

    Met dit wetsvoorstel en de bijbehorende ministeriële regeling wordt de positie van werknemers in faillissement verbeterd, met name in geval van een overgang van een onderneming (doorstart) in faillissement.

  • Verzamelwet beslag- en executierecht

    Dit wetsvoorstel bevat, in aanvulling op de Wet herziening beslag- en executierecht (de Wet van 3 juni 2020 tot wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en de Faillissementswet in verband met de herziening van het beslag- en executierecht) nog enkele wijzigingen van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (hierna: Rv). De wijzigingen zijn nodig als gevolg van, onder meer, praktijkervaringen met het herziene beslag- en executierecht. 

  • Wijziging Besluit burgerlijke stand 1994 ivm regels over gezamenlijk gezag door erkenning

    Op grond van initiatiefwetsvoorstel gezamenlijk gezag door erkenning heeft de erkenning van een kind van rechtswege de gezamenlijke uitoefening van het gezag door de moeder en de erkenner tot gevolg. Hierop gelden enkele uitzonderingen. Een daarvan is dat geen gezamenlijk gezag ontstaat als uit de akte van erkenning blijkt dat de moeder en de erkenner hebben verklaard dat de moeder alleen het gezag uitoefent. De inhoud van de erkenningsakte is opgenomen in het Beluit burgerlijke stand 1994.  Met de wijziging van dit besluit wordt mogelijk gemaakt dat de verklaring over het eenhoofdig gezag van de moeder in de erkenningsakte wordt opgenomen. 

  • Wet opleggen betalingsregeling door de rechter

    Art. 6:29 BW bepaalt dat de schuldenaar zonder toestemming van de schuldeiser niet bevoegd is het verschuldigde in gedeelten te voldoen. Dit betekent dat de rechter alleen met medewerking van de schuldeiser een betalingsregeling kan opleggen. Het kunnen opleggen van een passende betalingsregeling kan bijdragen aan het voorkomen dat schuldenaren (verder) in de financiële problemen raken. Art. 6:29 BW wordt daarom aangevuld met de mogelijkheid dat ook tegen de wil van een schuldeiser door de rechter een betalingsregeling kan worden opgelegd wanneer het op grond van de redelijkheid en billijkheid niet van de schuldenaar kan worden gevergd dat hij zijn vordering in één keer betaalt. Hierbij mag dan geen sprake zijn van onevenredige benadeling van de schuldeiser en dienen beide partijen zich over de regeling te kunnen uitlaten.

  • Wet verlaging griffierechten

    De ambitie in het coalitieakoord Rutte-IV is om de toegang tot het recht voor burgers en MKB te vergroten door de tarieven voor de griffierechten in het bestuursrecht en voor civiele zaken te verlagen. In dit wetsvoorstel wordt deze ambitie uitgewerkt door middel van het verlagen van de griffierechten.

  • Wet drempelverlaging omgang grootouders

    Uit onderzoek blijkt dat de drempel voor grootouders om ontvankelijk te zijn in een verzoek tot het vaststellen van een omgangsregeling hoog is. In dit wetsvoorstel wordt deze drempel voor grootouders om tot omgang te kunnen verzoeken verlaagd.

  • Wet digitale algemene vergadering privaatrechtelijke rechtspersonen

    Dit wetsvoorstel regelt dat privaatrechtelijke rechtspersonen (onder meer NV's/BV's, verenigingen, VvE's, coöperaties, onderlinge waarborgmaatschappijen) digitaal kunnen vergaderen. Nu is dat alleen nog fysiek of hybride mogelijk (buiten de mogelijkheid die de Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid tot in beginsel 1 februari 2023 biedt). Er worden enkele voorwaarden gesteld, zodat de digitale vergadering goed kan verlopen. Verder wordt het eenvoudiger om langs digitale weg op te roepen.

  • Besluit bevoegde instanties grensoverschrijdende representatieve vorderingen voor consumenten

    De Implementatiewet richtlijn representatieve vorderingen voor consumenten voegt een nieuw artikel 305e toe aan Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek (BW) dat het huidige artikel 3:305c lid 3 BW vervangt. Artikel 3:305e BW regelt dat een stichting of vereniging een aanvraag kan doen bij de Minister voor Rechtsbescherming om te worden aangewezen als bevoegde instantie. Eenmaal aangewezen als bevoegde instantie, kan de organisatie in een andere lidstaat collectieve acties instellen voor een groep consumenten (‘grensoverschrijdende collectieve acties’). Lid 4 van artikel 3:305e BW regelt dat bij algemene maatregel van bestuur nadere regels worden gesteld voor het aanwijzen als bevoegde instantie en regels worden gesteld voor het intrekken en de duur van de aanwijzing. Het besluit dat ter consultatie voorligt, werkt deze (nadere) regels uit. Daarnaast regelt dit besluit de inhoud en de publicatie van de lijst met bevoegde instanties.

  • Wet verbetering zekerheid flexibele arbeidskrachten

    Bij structureel werk hoort een vast contract.  En flexibele werknemers hebben ook recht op meer zekerheid over het inkomen en het rooster. Daarom wordt er een wetsvoorstel voor internetconsultatie gepubliceerd. Dit is het eerste wetsvoorstel van het in april gepresenteerde pakket met samenhangende maatregelen voor meer zekerheid voor werkenden en meer wendbaarheid voor ondernemers. Dit arbeidsmarktpakket met voorstellen die op 3 april jl. gepresenteerd zijn, heeft de steun van de vakbonden en werkgeversorganisaties.

  • Wet verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en rechtsvermoeden

    Dit wetsvoorstel draagt bij aan het herstellen van de balans tussen het werken met zelfstandigen en als zelfstandige(n) aan de ene kant, en het werken met en als werknemer(s) aan de andere kant. Dit gebeurt door te verduidelijken wanneer als werknemer gewerkt moet worden en wanneer als zelfstandige gewerkt kan worden. Daarnaast worden werkenden met beperkte onderhandelingsmacht ondersteund bij het opeisen van hun arbeidsovereenkomst.