Wetsvoorstel bevorderen zorgcontractering
Reactie
Naam
|
Erasmus School of Health Policy & Management (ESHPM) (Prof. dr. M. Varkevisser)
|
Plaats
|
Rotterdam
|
Datum
|
4 juli 2023
|
Vraag1
Wilt u reageren op de conceptregeling met toelichting? Dan kunt u hier uw reactie geven. U kunt dat doen door een bericht achter te laten of door een document te uploaden.
Dit wetsvoorstel, dat voortvloeit uit het IZA , heeft als doel zorgcontractering te bevorderen door het zogeheten hinderpaalcriterium te “wettelijk te verankeren en verduidelijken.” Om positief te beginnen: in de Memorie van Toelichting bij het wetsvoorstel wordt de jurisprudentie over de vergoeding voor niet-gecontracteerde zorgaanbieders overzichtelijk samengevat en verduidelijkt. Op een cruciaal punt schiet het wetsvoorstel echter tekort omdat de wetgever opnieuw om de hete brij heen draait: nog steeds wordt geen duidelijkheid geboden over de hoogte van de vergoeding waar verzekerden recht op hebben. Die ‘hete aardappel’ blijft liggen waar deze nu ook al ligt: bij de zorgverzekeraar en de rechter. En dat terwijl, zo wijst de praktijk al ruim 10 jaar uit, dit voortdurend tot verschillende interpretaties en complicaties leidt. Het is dan ook niet voor niets dat de belangrijkste adviseur van de Hoge Raad, de procureur-generaal, begin 2022 de wetgever heeft opgeroepen om de “aanzienlijke toepassingsproblemen” waartoe het hinderpaalcriterium in de praktijk aanleiding geeft op te lossen. De nu door het kabinet gekozen formulering dat de hoogte van de vergoeding voor verzekerden “geen feitelijke verhindering” mag zijn om gebruik te maken van niet-gecontracteerde zorgaanbieders, maar dit wel “merkbaar moet verhinderen” lijkt echter een garantie voor nog veel meer juridische haarkloverij. Zoals onlangs door Wynand van de Ven, Erik Schut en mijzelf bepleit in ESB wordt het tijd dat de wetgever (lees: de Minister van VWS) duidelijke regels maakt die wél de broodnodige zekerheid bieden over de vergoeding van niet-gecontracteerde zorg (zie http://bitly.ws/FjeR). Ons voorstel kort samengevat: leg een maximumbedrag per jaar vast dat verzekerden, indien nodig, aan niet-gecontracteerde zorg moeten betalen. Bij het bepalen of dit maximumbedrag is bereikt, tellen uitgaven die vallen onder het eigen risico en wettelijk bepaalde eigen bijdragen niet mee, en tellen betalingen voor de door niet-gecontracteerde zorgaanbieders in rekening gebrachte tarieven alleen mee tot aan het in Nederland geldende marktconforme tarief. Zorgverzekeraars behouden de beleidsvrijheid om, met inachtneming van het maximumbedrag, zelf per zorgvorm de vergoeding voor niet-gecontracteerde zorg te bepalen en de verzekerde zo veel mogelijk te prikkelen om gebruik te maken van gecontacteerde zorg. Hoe hoger het maximumbedrag, des te groter kan deze financiële prikkel zijn.
Bijlage