Wijziging Ambtsinstructie

Reactie

Vraag1

Gebruik van stroomstootwapens
De inzet van dit geweldsmiddel zou niet beperkt moeten blijven tot specialistische eenheden, maar voor iedereen die, voor zijn dagelijks werk, al gebruik mag maken van pepperspray.
Immers is het middel eenvoudig in gebruik en kan de ambtenaar snel genoeg vaardig in het gebruik worden.
Daarnaast vult het middel een gat in het geweldsspectrum:
Namelijk de beperking van pepperspray als het gaat om het lijf aan lijf gevecht. Immers kan en mag pepperspray dan niet worden ingezet.
Bij een lijf aan lijf gevecht kan de "stun" modus van het stroomstootwapen van doorslaggevende betekenis zijn in het voorkomen van verder geweld en ernstige blessures.
De recente miskleunen met de toepassing van nekklemmen hadden hiermee voorkomen kunnen worden. Het past dan ook niet om de man op straat dit geweldsmiddel nog langer te onthouden.
Voor wat betreft de ambtsinstructie hoeft geen uitzondering te worden gemaakt voor de "fire" of "stun"modus. Artikel 12d dekt beide situaties voldoende af.
Het gewijzigde artikel 22 van de ambtsinstructie (aanleggen van handboeien) zal het aantal klachten bij de Nationale Ombudsman niet doen afnemen. Immers neemt de Minister opnieuw geen verantwoordelijkheid en laat hij de verantwoordelijkheid voor het gebruik van het geweldsmiddel in zijn geheel bij de betrokken ambtenaar.
Het artikel zou als volgt moeten luiden:
"Ten behoeve van het vervoer of een verplaatsing kan de ambtenaar een persoon die rechtens van zijn vrijheid is beroofd, handboeien aanleggen:
- indien het vervoer plaatsvindt in een niet daartoe ingericht dienstvoertuig of
- indien op grond van de feiten of omstandigheden redelijkerwijs gevaar valt te vrezen voor:
a. ontvluchting, of
b. de veiligheid van de persoon die rechtens van zijn vrijheid is beroofd, van de ambtenaar of van derden.
Juist tijdens het vervoer van verdachten, zo weet ik uit ervaring, kunnen zich de meest gevaarlijke situaties voordoen.

Brunssum, 18 mei 2018,

F. Stollman