Besluit Burgerluchthavens

Het ontwerpbesluit behelst grotendeels een wijziging van het Besluit burgerluchthavens en bevat een beperkte wijziging van de Regeling Toezicht luchtvaart.

Consultatie gegevens

Publicatiedatum 05-08-2014
Einddatum consultatie 01-09-2014
Status Regeling in werking getreden
Type consultatie AMvB
Organisatie Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat
Onderwerpen Ruimtelijke ordening

Publicatie reacties

Reacties worden gepubliceerd tijdens de loop van de consultatie. Alleen die reacties worden gepubliceerd waarvan is aangeven, door de inzender, dat deze openbaar mogen zijn.

Doel van de regeling

De wijziging van het Besluit burgerluchthavens (BBL) behelst:
- een nadere implementatie van internationale regelgeving waardoor het ruimtelijke regime in beperkingengebieden in verband met de vliegveiligheid wordt versoepeld. Deze versoepeling leidt ertoe dat bestaande bomen en struiken kunnen blijven staan als uit een luchtvaarttechnische studie blijkt dat deze geen gevaar opleveren voor de vliegveiligheid of voor de goede werking van de apparatuur voor de luchtverkeerscommunicatie, -navigatie of -begeleiding ;
- een versoepeling van het ruimtelijke regime in het gebied met beperkingen ten aanzien van vogelaantrekkende bestemmingen. Deze versoepeling leidt ertoe dat een nieuwe bestemming of grondgebruik in dit gebied is toegestaan indien uit een studie blijkt dat de vogelaantrekkende werking van de nieuwe bestemming of grondgebruik zo gering is dat deze geen onaanvaardbaar risico voor de vliegveiligheid oplevert.;
- een vereenvoudiging van de regime ten aanzien vrije ballonnen, schermzweeftoestellen en zeilvliegtuigen. Deze luchtvaartuigen mogen in de toekomst overal starten en landen;
- een aantal technische wijzigingen door te voeren op basis van praktijkervaringen met het nieuwe stelsel voor burgerluchthavens en andere terreinen zoals dat sinds 2009 geldt. Het betreft onder andere een wijziging waarbij de categorie luchtvaartuigen die een nood- of voorzorgslanding maken of gemaakt hebben worden vrijgesteld van het verbod om met een luchtvaartuig te starten of te landen anders dan op een luchthaven. Op basis van de huidige regelgeving zou het luchtvaartuig eerst over de weg naar een luchthaven moeten worden vervoerd om daar op te stijgen. De overige technische wijzigingen verduidelijken de bepalingen die in acht moeten worden genomen bij het vaststellen van luchthavenbesluiten voor burgerluchthavens .

Doelgroepen die door de regeling worden geraakt

Koninklijke Nederlandse Vereniging voor Luchtvaart (KNVvL), IPO, VNG, Nederlandse Vereniging van Luchthavens (NVL), Luchtverkeersleiding Nederland (LVNL)

Verwachte effecten van de regeling

Gebruikers van vrije ballonnen, schermzweeftoestellen en zeilvliegtuigen behoeven na inwerkingtreding van de desbetreffende wijziging van het Besluit burgerluchthavens geen zogenaamde TUG-ontheffingen (ontheffingen voor tijdelijk en uitzonderlijk gebruik van een terrein voor het starten en landen met luchtvaarttuigen) meer aan te vragen.
Provincies behoeven in de toekomst geen TUG-ontheffingen meer af te geven voor vrije ballonnen, schermzweeftoestellen en zeilvliegtuigen.
Provincies hebben voorts, bij het vaststellen van luchthavenbesluiten voor burgerluchthavens van regionale betekenis, profijt van de technische wijzigingen in het Besluit burgerluchthavens.
Eigenaren van gronden gelegen in het ruimtelijke beperkingengebied voor vliegveiligheid behoeven geen bomen of struiken te kappen als blijkt dat deze geen gevaar opleveren voor de vliegveiligheid of voor de goede werking van de apparatuur voor de luchtverkeerscommunicatie, -navigatie of –begeleiding.
Eigenaren van gronden gelegen in gebieden met beperkingen ten aanzien van vogelaantrekkende bestemmingen rond luchthavens met een luchthavenbesluit mogen een in dat gebied verboden grondgebruik of bestemming toch uitvoeren indien zij aantonen dat ten gevolge van de nieuwe ontwikkeling het risico op vogelaanvaringen rond de luchthaven niet toeneemt.

Doel van de consultatie

De consultatie vindt plaats om burgers en bedrijven te informeren over de in voorbereiding zijnde regelgeving en hen de gelegenheid te bieden een reactie te geven op het ontwerpbesluit. Daarbij wordt erop gewezen dat het ontwerpbesluit deels implementatie betreft van internationale regelgeving en er in zoverre geen nationale beleidsruimte bestaat.
Bij ministeriële regeling zullen eisen gesteld worden aan de luchtvaarttechnische studie en de vogelstudie die kunnen worden uitgevoerd om aan te tonen dat bomen of struiken of vogelaantrekkende bestemmingen geen gevaar opleveren voor de vliegveiligheid. Ook deze regeling zal binnen afzienbare tijd via internetconsultatie worden voorgelegd. Eventuele reacties die betrekking hebben op deze eisen zullen worden meegenomen in het kader van het verslag van de consultatie over de ministeriële regeling.

Op welke onderdelen van de regeling wordt een reactie gevraagd

Gehele ontwerpbesluit