Besluit passende bijdrage huishoudelijke hulp

Reactie

Vraag1

Een samenvatting van de bezwaren:
- De groep meerpersoonshuishoudens die nog niet AOW gerechtigd zijn valt (wederom) buiten de doelgroep (dit is nu ook het geval voor het abonnementstarief). Hierdoor wordt een groep met hoge inkomens uitgesloten van de inkomensafhankelijke eigen bijdrage
- De inkomensgrens voor de nieuwe regeling ligt op 185% van het sociaal minimum. Hierdoor vallen veel inwoners straks niet onder de inkomensafhankelijke bijdrage, maar blijven zij vallen onder het abonnementstarief van € 19,- per maand.
- Al met al wordt verwacht dat de inkomensafhankelijke eigen bijdrage slechts voor 20% van de huidige cliënten gaat gelden. De aanzuigende werking van 'goedkope' huishoudelijke hulp via de WMO blijft daardoor bestaan.
- De nieuwe Wet gaat gepaard met een landelijk uitname uit het gemeentefonds van 95 miljoen. Dit is op basis van de aanname dat de uitgaven aan huishoudelijke hulp met 95 miljoen zullen dalen. Wanneer het inkomen van inwoners ver onder de genoemde inkomensgrenzen ligt, zijn de inkomsten uit de inkomensafhankelijke bijdrage minder hoog dan geraamd.
Daarnaast zijn de meerkosten van gemeenten (voor de invoering van het abonnementstarief in het verleden) over het jaar 2021 geschat op 411 miljoen. Dit bedrag is circa 80 miljoen hoger dan de meerkosten van het abonnementstarief die bij invoering werden geraamd. Hiervoor zijn gemeenten nauwelijks gecompenseerd.
- Indexering abonnementstarief pas vanaf 2025. Waarom dit niet al doorvoeren in 2023 en 2024?
- Verwachte stijging uitvoeringskosten door mogelijkheid opschorting heffing eigen bijdrage
- Inkomensafhankelijke eigen bijdrage alleen voor huishoudelijke hulp. Waarom niet voor alle oud Wmo voorzieningen, behalve ondersteuning (begeleiding en dagbesteding). Momenteeel zijn gemeenten als gevolg van jurisprudentie bv ook om woningaanpassingen te realiseren, ook wanneer inwoners dit goed zelf kunnen bekostigen. Ook dit heeft een grote aanzuigende werking.
- Wij voorzien uitvoeringsproblematiek bij het CAK als gevolg van de vermenging van een deels inkomensafhankelijke bijdrage en deels abonnementstarief. Als door de huidige inkomens- en uitsluitingsgrenzen dan ook weinig inkomen vanuit de nieuwe wet wordt gegenereerd, kunnen de uitvoeringskosten wel eens buiten proportie zijn.

Vraag2

Wij verwachten dat de uitvoeringskosten oplopen door de mogelijkheid van opschorten van de eigen bijdrage.
Wij verwachten dat de aanzuigende werking door het abonnementstarief nauwelijks vermindert, omdat de eigen bijdrage voor een grote groep inwoners alsnog laag blijft, waardoor huishoudelijke ondersteuning via de WMO nog steeds goedkoper blijft dat het zelf regelen en bekostigen van een hulp.
Wij zijn bang dat de inkomens in onze gemeente onder het landelijk gemiddelde liggen, waardoor onze inkomsten uit de inkomensafhankelijke eigen bijdrage lager uitvallen dan geschetst wordt.

Vraag3

- De groep meerpersoonshuishoudens die nog niet AOW gerechtigd zijn toevoegen aan de doelgroep
- de inkomensgrens verlagen naar een minimuminkomen en alles daarboven naar rato een inkomensafhankelijke bijdrage opleggen en niet pas vanaf 185% van het sociaal minimum. Eigenlijk zoals de regeling in het verleden was vorm gegeven.
- De nieuwe wet niet koppelen aan een uitname uit het gemeentefonds van 95 miljoen.
- Compensatie voor de meerkosten die gemeenten in een eerder stadium hebben gehad door de invoering van het abonnementstarief.
- Indexering van het abonnementstarief per 2023
- Mogelijkheid tot opschorting heffing eigen bijdrage niet doorvoeren ivm te verwachten uitvoeringsproblematiek
- Inkomensafhankelijke eigen bijdrage invoeren voor alle oud WMO voorzieningen (behalve ondersteuning zoals begeleiding en dagbesteding.

Bijlage