Vernieuwd Beleid Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking

Reactie

Naam COC Nederland (J Hamilton)
Plaats Amsterdam
Datum 21 maart 2018

Vraag1

Voorkomen van conflict en instabiliteit

Nederland richt zich op het voorkomen van conflicten en het aanpakken van grondoorzaken van instabiliteit in de fragiele regio’s rond Europa. De nadruk ligt hierbij op ‘legitieme stabiliteit’. Sociale cohesie tussen bevolkingsgroepen is daarvoor nodig en burgers die bestaande structuren en instituties erkennen. Een stabiele omgeving waarin mensen zich veilig voelen is een voorwaarde voor duurzame ontwikkeling.

Daarnaast geeft het kabinet prioriteit aan het versterken van bescherming en opvang van ontheemden in de regio. Nederland heeft oog voor de nood in de wereld en de hulp aan vluchtelingen zal dan ook worden verhoogd. De Nederlandse inzet zal naast directe noodhulp meer dan voorheen ook gericht zijn op weerbaarheid, preventie en toegankelijkheid. Nederland draagt bij aan noodhulp via professionele humanitaire organisaties van de VN, het Rode Kruis en de Dutch Relief Alliance en geeft daarbij gehoor aan specifieke oproepen van de VN voor bijdragen aan langdurige crises zoals in Syrië, Irak, Jemen, de Hoorn van Afrika, de Sahel en het Grote Merengebied.

Vraag 1: Hoe kan Nederland (overheid, bedrijfsleven, sociale ondernemingen, maatschappelijk middenveld, kennisinstellingen) op de thema´s voorkomen van conflicten en instabiliteit, opvang in de regio en noodhulp meer resultaten bereiken?
Versterking inzet mensenrechtenbeleid en LHBTI prioriteit, ruimte voor maatschappelijk middenveld en mensenrechtenverdedigers.

Nederland is een van de voortrekkers op het gebied van mensenrechten van LHBTI’s, maar kan dat niet alleen. Het is van groot belang dat de EU een consistent en stevig mensenrechtenbeleid voert, dat niet onderdoet aan het Nederlandse beleid. In 2013 committeerden alle EU-lidstaten zich aan de LHBTI-richtsnoeren. Deze richtsnoeren dienen EU-instanties, Delegaties en Ambassades van EU-lidstaten met concrete maatregelen en handvatten om discriminatie en geweld en andere vormen van mensenrechtenschendingen te bestrijden. In tijden van afnemende ruimte van het maatschappelijk middenveld kan Nederland de strijd voor mensenrechten van LHBTI’s niet alleen aan, maar heeft het de onverminderde steun nodig van alle EU-lidstaten en de Europese Commissie. Het is daarom noodzaak dat Nederland zich in EU-verband en samen de landen van de Equal Rights Coalition sterk blijft maken voor adequate implementatie van de richtsnoeren en blijvende coördinatie om gezamenlijk stelling te nemen als het gaat om schendingen van mensenrechten tegen LHBTI of het niet garanderen van SRHR.

COC maakt zich grote zorgen over de afnemende ruimte voor het maatschappelijk middenveld in de wereld. In steeds meer landen zien we dat overheden en niet-statelijke actoren het werk van het maatschappelijk middenveld en mensenrechtenverdedigers onmogelijk maken met wetgeving, intimidatie en geweld. LHBTI-organisaties en activisten worden daar vaak het slachtoffer van. Nederlandse ambassades en posten kunnen op deze ontwikkeling een antwoord bieden. Zij kennen de lokale context en de behoeften van de personen en maatschappelijke organisaties waarvan de mensenrechten onder druk staan. Samen met hen kunnen de posten een agenda ontwikkelen om de beperking van het maatschappelijk middenveld tegen te gaan. Om tegenwicht te bieden aan de beperking van het maatschappelijk middenveld in de wereld, stellen wij voor dat u investeert in meer mensenrechtencapaciteit op de posten en in ondersteuning van de LHBTI-beweging via de posten. Een deel van het in het regeerakkoord aangekondigde structurele bedrag van 40 miljoen euro ter versterking van de posten kan daarvoor worden ingezet.

Vraag2

Jeugdwerkgelegenheid

Prognoses wijzen uit dat het aantal Afrikaanse jongeren (15-24 jaar) tussen 2015 en 2050 zal verdubbelen van 230 miljoen tot meer dan 460 miljoen, en dat in 2050 de helft van de Afrikaanse bevolking jonger zal zijn dan 25. Zonder ingrijpende maatregelen blijft de groei van de werkgelegenheid ver achter bij de bevolkingsgroei. Verbetering van het economisch perspectief van jongeren in Afrika en het Midden-Oosten is hard nodig om migratie aan te pakken en radicalisering te helpen voorkomen.

Vraag 2: Hoe kan Nederland (overheid, bedrijfsleven, sociale ondernemingen, maatschappelijk middenveld, kennisinstellingen) de bevolkingsgroei in Afrika het best adresseren en werkgelegenheid onder jongeren in Afrika en het Midden-Oosten stimuleren?
Inzet op mensenrechten, versterking maatschappelijk middenveld, rule of law en functionerende overheidsstructuren die er zijn om iedereen op gelijke wijze te beschermen. Dit zorgt voor stabiliteit, toekomstperspectief, veiligheid en ontwikkelingskansen voor LHBTI jongeren om zichzelf te zijn, in veiligheid te kunnen leven met toegang tot hun rechten net als ieder ander en niet weg te hoeven vluchten voor onderdrukking, geweld en gebrek aan bescherming door de overheid.

Vraag3

Verminderen van armoede en ongelijkheid

We zien de resultaten van de wereldwijde samenwerking: extreme armoede en honger zijn teruggedrongen; kindersterfte neemt af en we worden ouder dan ooit. Een historisch aantal kinderen gaat naar school. Dat is te danken aan economische ontwikkeling, ontwikkelingssamenwerking en wetenschappelijke vooruitgang. Maar economische ongelijkheid neemt tegelijkertijd toe.

Daarnaast staan, na een periode van bijna wereldwijde versterking van fundamentele rechten, democratie en vrijheden in veel landen onder druk. De vorderingen op het gebied van gelijke rechten en kansen voor vrouwen zijn traag en beperkt. Organisaties die opkomen voor mensenrechten en rechten van minderheden lopen op veel plaatsen gevaar. Het ontwikkelingsperspectief van landen, met name in Sub-Sahara Afrika, wordt uitgehold door een vicieuze cirkel van instabiliteit, bevolkingsgroei, werkloosheid (met name onder jongeren) en klimaatverandering. Deze trends vormen een bedreiging voor de sociale samenhang in meerdere landen, en voor Nederland.

Nederlandse ontwikkelingssamenwerking richt zich momenteel op voedselzekerheid en landbouw, water; seksuele en reproductieve gezondheid en rechten (bijvoorbeeld voorbehoedsmiddelen, veilige abortussen), en veiligheid en rechtsorde. Zoals ook in het regeerakkoord wordt aangekaart zal het vernieuwde beleid een grotere nadruk leggen op het aanpakken van onderliggende oorzaken van instabiliteit, armoede, ongelijkheid en irreguliere migratie, met een extra aandacht voor de meest kwetsbaren zoals vrouwen en kinderen.

Vraag 3: Welke nieuwe aandachtsgebieden zou het kabinet kunnen identificeren? De middelen zijn beperkt dus we moeten kiezen, daarom ook aan u de vraag: welk aandachtsgebied behoeft minder nadruk?
Stereotiepe beelden, normen en rolopvattingen met betrekking tot gender alsook discriminerende wetgeving, beleid en schadelijke praktijken hebben disproportionele impact op de positie van LHBTI’s en vergroten de achterstand en armoede van deze communities in alle regio’s en landen. Deze problemen en mensenrechtenschendingen laten duidelijk het belang zien van een integrale koppeling tussen het Nederlands buitenlandbeleid en ontwikkelingssamenwerkingsbeleid voor zowel landen met een laag als midden of hoog inkomen. Een dergelijke koppeling kan de oorzaken van armoede van LHBTI adresseren door obstakels en uitsluitingsmechanismen in wetgeving, beleid en praktijk weg te nemen. Ondersteuning van LHBTI organisaties om zelf te pleiten en beinvloeden zorgt voor verbetering van de de mensenrechtensituatie, toegang tot sociaal-economsiche rechten zoals onderwijs, gezondheidszorg, huisvesting en werk en inkomen, en duurzame ontwikkeling voor LHBTI. COC staat een duidelijker koppeling voor van de LHBTI-mensenrechtenprioriteit aan uitvoering van en inzet op de 2030 Agenda en het nastreven van de Duurzame Ontwikkelingsdoelen (‘leaving no one behind’) door Nederland om te zorgen dat LHBTI’s prioriteit krijgen om de achterstand en obstakels die zij ondervinden aan te pakken (‘the furthest behind first’).

Vraag5

Verduurzamen

De Nederlandse inzet voor de mondiale verduurzaming van productie, handel en investeringen (SDG8 en SDG12) ligt op het snijvlak van buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking. De grootste uitdagingen op het gebied van sociale en ecologische verduurzaming van productieprocessen liggen in ontwikkelingslanden. Om duurzame inclusieve markten te creëren zijn partnerschappen van bedrijfsleven, maatschappelijke organisaties, kennisinstellingen en de overheid nodig (SDG17).

Vraag 5: Waar liggen volgens u kansen om in productie, handel en investeringen vooruitgang te boeken op maatschappelijke uitdagingen op sociaal vlak (zoals betere arbeidsomstandigheden, hogere lonen, extra kansen voor vrouwen en jongeren) of op ecologisch vlak (zoals water, klimaat, biodiversiteit)?

Zorgen dat potentieel van hen die nu worden buitengesloten ook aangewend wordt, inclusief vrouwen, LHBTI’s, mensen met beperking etc. COC roept Nederland op sterk in te zetten op inclusiviteit en daar leidend in te zijn in lijn met jarenlange voorhoederol in bevordering van de positie van minderheidsgroepen zoals LHBTI. Het blijven aankaarten van mensenrechtenschendingen in handel bila’s/multila’s. Bedrijfsleven dat steun ontvangt van overheid even scherp bevragen over lokale impact op de samenleving, verduurzaaming en verantwoording als maatschappelijke organisaties. Daarnaast kunnen ambassades Nederlandse bedrijven stimuleren om in de betreffende landen SDG-proof te werken, bij te dragen aan inclusiviteit, veiligheid en diversiteit op de werkvloer en op vernieuwende wijze steun te verlenen aan maatschappelijke projecten zoals bv. van LHBTI organisaties.

Vraag6

Eerlijke handel

In het regeerakkoord staat dat het kabinet actief zal inzetten op eerlijke vrijhandel, exportbevordering en handelsverdragen, die rekening houden met VN-standaarden en rechtszekerheid.

Vraag 6: Heeft u concrete suggesties voor hoe het kabinet kan bevorderen dat internationale handel en investeringen bijdragen aan de Duurzame Ontwikkelingsdoelen?
Vrijwillig rapporteren als Nederland op SDG’s met daarin voorop dat 'leave no one behind' betekent 'furthest behind first', zoals minderheidsgroepen als LHBTI. Investeren in (inclusieve) data en onderzoek die het belang van investeren in SDG’s en mensenrechten aantonen, of aantonen dat buitensluiting van kwetsbare groepen economische en sociale nadelige gevolgen heeft.

Vraag7

Verdienvermogen van Nederland

De overkoepelende ambitie is om de export- en investeringspositie van Nederland versterken zodat we in 2030 meer aan het buitenland verdienen en daardoor meer banen genereren. Via handel leveren wij een actieve bijdrage aan het realiseren van de SDG’s.

Het kabinet wil werken aan eerlijke vrijhandel, verduurzaming en aanpassing van het handelssysteem aan de nieuwe economie (o.a. digitalisering) en een proactieve handelsagenda neerleggen om de internationale positie van ondernemend Nederland te versterken. Het kabinet wil investeren in markttoegang voor Nederlandse bedrijven en strategische positionering op bestaande markten en groeimarkten. Nederlandse bedrijven en kennisinstellingen krijgen hulp om de kansen te pakken die de Duurzame Ontwikkelingsdoelen bieden. De ontwikkeling en uitvoering van een nieuwe gezamenlijke publiek-private internationaliseringsstrategie zal leiden tot effectievere handelsbevordering om de groeiende concurrentie het hoofd te bieden en kansen te verzilveren.

Ondersteuning innovatieve oplossingen
Nederland heeft veel potentieel in huis om innovatieve én betaalbare oplossingen te bieden op het terrein van water, voedsel, smart cities, circulaire economie, stedelijke ontwikkeling, duurzame energie, logistiek en gezondheidszorg mede door inzet van nieuwe technologieën zoals nanotechnologie, robotica en fotonica en gebruik van big data, blockchain en kunstmatige intelligentie.

Vraag 7: Met welke innovatieve en creatieve oplossingen en op welke terreinen zou de overheid het bedrijfsleven en kennisinstellingen nog beter kunnen ondersteunen om wereldwijd kennis en kunde te vermarkten?
Wees voortrekker in dat respect voor en inzet op mensenrechten, een inclusieve benadering waarbij wordt gewerkt aan het volle potentieel kunnen benutten van alle (lees: nu nog achtergestelde en belemmerde) mensen om hun bijdrage aan maatschappij te kunnen leveren, economische weerbaarheid en kracht oplevert.

Vraag9

Tot slot

Vraag 9: Heeft u naast uw inbreng op bovenstaande vragen nog andere aanbevelingen op het gebied van Buitenlands handel en Ontwikkelingssamenwerking?
Aandacht voor LHBTI-mensenrechten heeft de meeste impact wanneer die geïntegreerd is in het gehele buitenland- en ontwikkelingssamenwerkingsbeleid. Daarom is het positief dat het regeerakkoord het onderwerp prioriteit geeft in zowel het mensenrechtenbeleid als het armoedebestrijdings- en ontwikkelingssamenwerkingsbeleid. Wij stellen voor dat er in het buitenlandbeleid ook ruimte komt voor het bevorderen van de mensenrechten van LHBTI’s in die hogere inkomenslanden waar sprake is van zeer ernstige mensenrechtenschendingen.
Nederland hanteert de Jogjakarta-beginselen als leidraad voor haar nationale en internationale LHBTI-mensenrechtenbeleid. Deze beginselen werden in 2006 opgesteld door vooraanstaande mensenrechtenexperts uit vijfentwintig verschillende landen. Ze vormen een compleet overzicht van negenentwintig fundamentele mensenrechten in relatie tot seksuele oriëntatie en genderidentiteit. Bij de beginselen horen aanbevelingen aan staten ter verbetering van de mensenrechten van LHBTI’s. Een internationale groep experts actualiseerde de beginselen in 2017, wat resulteerde in de ‘Jogjakartabeginselen plus 10’. Wij roepen de Nederlandse regering op om ook de Jogjakartabeginselen plus 10 spoedig te omarmen, zowel in het binnenlands- als in het buitenlands beleid.
In recente jaren zijn we in de grenslanden van Rusland getuige van een opkomende pushback tegen mensenrechten in brede zin, en mensenrechten van LHBTI’s in het bijzonder. Met steun van uw ministerie hebben we de afgelopen jaren lokale organisaties en hun bondgenoten in Armenia, Azerbeidzjan, Wit-Rusland, Georgië, Rusland, en Ukraine op kleine schaal kunnen steunen om discriminatie van LHBTI’s te bestrijden. De LHBTI-beweging in de regio blijft echter te maken houden met steeds verder teruglopende financiering, terwijl de noodzaak tot gedegen financiering alleen maar toeneemt. Wij vragen hiervoor dan ook bijzondere aandacht voor de komende jaren. Momenteel is het COC bezig met een needs assessment in de regio waarvan we de uitkomsten, die we binnenkort verwachten, graag met het ministerie delen.