Vernieuwd Beleid Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
Reactie
Naam | Netherlands Working Group on International Nutrition (NWGN) (Saskia J.M. Osendarp) |
---|---|
Plaats | Utrecht |
Datum | 21 maart 2018 |
Vraag1
Voorkomen van conflict en instabiliteitNederland richt zich op het voorkomen van conflicten en het aanpakken van grondoorzaken van instabiliteit in de fragiele regio’s rond Europa. De nadruk ligt hierbij op ‘legitieme stabiliteit’. Sociale cohesie tussen bevolkingsgroepen is daarvoor nodig en burgers die bestaande structuren en instituties erkennen. Een stabiele omgeving waarin mensen zich veilig voelen is een voorwaarde voor duurzame ontwikkeling.
Daarnaast geeft het kabinet prioriteit aan het versterken van bescherming en opvang van ontheemden in de regio. Nederland heeft oog voor de nood in de wereld en de hulp aan vluchtelingen zal dan ook worden verhoogd. De Nederlandse inzet zal naast directe noodhulp meer dan voorheen ook gericht zijn op weerbaarheid, preventie en toegankelijkheid. Nederland draagt bij aan noodhulp via professionele humanitaire organisaties van de VN, het Rode Kruis en de Dutch Relief Alliance en geeft daarbij gehoor aan specifieke oproepen van de VN voor bijdragen aan langdurige crises zoals in Syrië, Irak, Jemen, de Hoorn van Afrika, de Sahel en het Grote Merengebied.
Vraag 1: Hoe kan Nederland (overheid, bedrijfsleven, sociale ondernemingen, maatschappelijk middenveld, kennisinstellingen) op de thema´s voorkomen van conflicten en instabiliteit, opvang in de regio en noodhulp meer resultaten bereiken?
Hunger and malnutrition are both a cause as well as a consequence of conflicts and instability. Acknowledging that there are many inter-related causes of conflicts, the food price-related protests of 2007–2008 and the mass uprisings of the Arab Spring – in which food prices were implicated – have renewed interest in the role of food and nutrition insecurity and food price-related grievances as catalysts for conflict. On the other hand, regions with conflicts and instability are disproportionally affected by food insecurity and malnutrition problems and largely responsible for the rise in undernourishment globally observed last year.
These issues are further exacerbated by climate change when droughts and floods further reduce food and nutrition security. This vicious cycle between food and nutrition security and conflicts can be broken by investing in nutrition and food security, which, if done right, can reduce tensions and contribute to more stable environments (Hendix and Brinkman, Int J of Security & Development 2013). These investments should include both specific nutrition interventions in specific areas and target groups as well as a focus on nutrition and climate friendly food systems (see Global Nutrition Report 2017: http://globalnutritionreport.org ).
Vraag2
JeugdwerkgelegenheidPrognoses wijzen uit dat het aantal Afrikaanse jongeren (15-24 jaar) tussen 2015 en 2050 zal verdubbelen van 230 miljoen tot meer dan 460 miljoen, en dat in 2050 de helft van de Afrikaanse bevolking jonger zal zijn dan 25. Zonder ingrijpende maatregelen blijft de groei van de werkgelegenheid ver achter bij de bevolkingsgroei. Verbetering van het economisch perspectief van jongeren in Afrika en het Midden-Oosten is hard nodig om migratie aan te pakken en radicalisering te helpen voorkomen.
Vraag 2: Hoe kan Nederland (overheid, bedrijfsleven, sociale ondernemingen, maatschappelijk middenveld, kennisinstellingen) de bevolkingsgroei in Afrika het best adresseren en werkgelegenheid onder jongeren in Afrika en het Midden-Oosten stimuleren?
Investments in local food supply chains will create jobs, including employment opportunities for youth and women, in rural areas and help to mitigate urbanisation and migration. Better nutrition of women and children not only improves quality of life, it also helps slow population growth by lowering fertility rates. (Rolando Figueroa and Rosalia Rodriguez-Garcia, "Nutrition and Population.” In Nutrition: A Foundation for Development, Geneva: ACC/SCN, 2002). Malnutrition during childhood can have an effect on generations to come since malnourished girls with a sub optimal nutrition status during pregnancy deliver low birthweight babies, who in their turn are more likely to experience malnutrition during childhood. It is therefore important to break this intergenerational cycle of malnutrition with appropriate nutrition and food security interventions, targeting the first 1000 days (from conception until the second birthdays) and adolescents.
Vraag3
Verminderen van armoede en ongelijkheidWe zien de resultaten van de wereldwijde samenwerking: extreme armoede en honger zijn teruggedrongen; kindersterfte neemt af en we worden ouder dan ooit. Een historisch aantal kinderen gaat naar school. Dat is te danken aan economische ontwikkeling, ontwikkelingssamenwerking en wetenschappelijke vooruitgang. Maar economische ongelijkheid neemt tegelijkertijd toe.
Daarnaast staan, na een periode van bijna wereldwijde versterking van fundamentele rechten, democratie en vrijheden in veel landen onder druk. De vorderingen op het gebied van gelijke rechten en kansen voor vrouwen zijn traag en beperkt. Organisaties die opkomen voor mensenrechten en rechten van minderheden lopen op veel plaatsen gevaar. Het ontwikkelingsperspectief van landen, met name in Sub-Sahara Afrika, wordt uitgehold door een vicieuze cirkel van instabiliteit, bevolkingsgroei, werkloosheid (met name onder jongeren) en klimaatverandering. Deze trends vormen een bedreiging voor de sociale samenhang in meerdere landen, en voor Nederland.
Nederlandse ontwikkelingssamenwerking richt zich momenteel op voedselzekerheid en landbouw, water; seksuele en reproductieve gezondheid en rechten (bijvoorbeeld voorbehoedsmiddelen, veilige abortussen), en veiligheid en rechtsorde. Zoals ook in het regeerakkoord wordt aangekaart zal het vernieuwde beleid een grotere nadruk leggen op het aanpakken van onderliggende oorzaken van instabiliteit, armoede, ongelijkheid en irreguliere migratie, met een extra aandacht voor de meest kwetsbaren zoals vrouwen en kinderen.
Vraag 3: Welke nieuwe aandachtsgebieden zou het kabinet kunnen identificeren? De middelen zijn beperkt dus we moeten kiezen, daarom ook aan u de vraag: welk aandachtsgebied behoeft minder nadruk?
Nutrition is not a new priority area, but the focus should shift from food security to improving nutrition security. To achieve this will require a multi-sectoral approach to nutrition, working across different sectors such as water, agriculture, and gender to address the multiple impact pathways towards better nutrition. Research indicates that interventions in agriculture, water, and gender are not likely to contribute to SDG2 to eliminate hunger and reduce malnutrition, unless these nutrition targets have been included in the design from the on-set. The government should therefore invest more effort in better nutrition metrics to measure and track changes along these different impact pathways to generate evidence for deciding what interventions can be leveraged to have maximum impact on nutrition for all.
To underline the importance of nutrition and food security, the "decade of nutrition" was announced by the United Nations General Assembly in April 2016. This is a great opportunity to bring together all initiatives to eradicate hunger and prevent all forums of malnutrition when all UN agencies, governments, civil society and private sector join forces. Governments are invited to actively support its implementation including establishing national nutrition targets and milestones that are related to the nutrition targets of the World Health Assembly and SDGs.
Vraag4
VerduurzamenHet kabinet wil de internationale actie tegen klimaatverandering versterken en zet in op vergroting van de weerbaarheid tegen de effecten van klimaatverandering (SDG13). Het nieuwe nationale klimaatfonds zal zich op deze beide aspecten richten, waarbij wordt ingezet op het mobiliseren van private bijdragen in samenwerking met het (Nederlandse) bedrijfsleven. Nederland wil ertoe bijdragen dat in de periode naar 2030 vijftig miljoen mensen toegang krijgen tot hernieuwbare energie (SDG7). Ook activiteiten op het gebied van duurzaam waterbeheer (SDG6) en klimaatbestendige landbouw in kwetsbare gebieden (SDG2) dragen bij aan de klimaatdoelstellingen van het akkoord van Parijs.
Vraag 4: Welke innovatieve oplossingen kan de Nederlandse overheid, NGO’s en het bedrijfsleven stimuleren om 1) CO2-emissies terug te dringen (klimaatmitigatie) en 2) samenlevingen helpen zich aan te passen aan klimaatverandering (klimaatadaptatie)?
Better food- and nutrition security will increase people’s resilience to climate change. Dutch expertise in, for instance, the development of draught-resistance crops and agricultural techniques, or in the development of bio-fortified crops with better nutrient profiles, could be leveraged to help societies adapt to climate change and produce food with less CO2 emissions. The recently released Global Food Policy Report 2018 (http://gfpr.ifpri.info ) also concluded based on model projections that increased investments to enhance agricultural productivity, water use and value-chain efficiency, can reduce hunger and malnutrition, despite setbacks due to climate change.
Vraag5
VerduurzamenDe Nederlandse inzet voor de mondiale verduurzaming van productie, handel en investeringen (SDG8 en SDG12) ligt op het snijvlak van buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking. De grootste uitdagingen op het gebied van sociale en ecologische verduurzaming van productieprocessen liggen in ontwikkelingslanden. Om duurzame inclusieve markten te creëren zijn partnerschappen van bedrijfsleven, maatschappelijke organisaties, kennisinstellingen en de overheid nodig (SDG17).
Vraag 5: Waar liggen volgens u kansen om in productie, handel en investeringen vooruitgang te boeken op maatschappelijke uitdagingen op sociaal vlak (zoals betere arbeidsomstandigheden, hogere lonen, extra kansen voor vrouwen en jongeren) of op ecologisch vlak (zoals water, klimaat, biodiversiteit)?
See also our response to question 2
To have an impact on SDG2 targets, investments in agriculture need to be made nutrition sensitive, from the on-set of the program. The newly developed approach for Nutrition Sensitive Value Chain Analysis can guide this when applied to individual crops or commodities. In addition, improving nutrition security requires investments in areas like ensuring adequate access to food through local markets, adequate health services and care practices that include promotion of optimal healthy diets and special care for young children. All of these areas provide employment opportunities for women and youth. In addition, there is ample evidence, that empowering women, for instance by providing training and financing, will improve the nutritional status and development of their families.
Vraag6
Eerlijke handelIn het regeerakkoord staat dat het kabinet actief zal inzetten op eerlijke vrijhandel, exportbevordering en handelsverdragen, die rekening houden met VN-standaarden en rechtszekerheid.
Vraag 6: Heeft u concrete suggesties voor hoe het kabinet kan bevorderen dat internationale handel en investeringen bijdragen aan de Duurzame Ontwikkelingsdoelen?
To define future and more sustainable agri-food sector inputs, we urge the Dutch government to first review how its international trade and investments currently contribute to the achievement of the SDGs, and then make adaptations accordingly. Current policies and strategies are based on implemented projects whereby lessons learned or evaluations have not always been a first priority. Questions to be addressed in such a review in the area of food- and nutrition security include e.g., does Dutch agriculture policy make it harder for poor African farmers to make a living and how does Dutch overseas agricultural investment and investments in other nutrition-specific activities generate opportunities for the Dutch agri-food sector (agri-starting materials, horticulture, food processing technology, but also companies such as SPAR, Unilever and DSM).
Vraag7
Verdienvermogen van NederlandDe overkoepelende ambitie is om de export- en investeringspositie van Nederland versterken zodat we in 2030 meer aan het buitenland verdienen en daardoor meer banen genereren. Via handel leveren wij een actieve bijdrage aan het realiseren van de SDG’s.
Het kabinet wil werken aan eerlijke vrijhandel, verduurzaming en aanpassing van het handelssysteem aan de nieuwe economie (o.a. digitalisering) en een proactieve handelsagenda neerleggen om de internationale positie van ondernemend Nederland te versterken. Het kabinet wil investeren in markttoegang voor Nederlandse bedrijven en strategische positionering op bestaande markten en groeimarkten. Nederlandse bedrijven en kennisinstellingen krijgen hulp om de kansen te pakken die de Duurzame Ontwikkelingsdoelen bieden. De ontwikkeling en uitvoering van een nieuwe gezamenlijke publiek-private internationaliseringsstrategie zal leiden tot effectievere handelsbevordering om de groeiende concurrentie het hoofd te bieden en kansen te verzilveren.
Ondersteuning innovatieve oplossingen
Nederland heeft veel potentieel in huis om innovatieve én betaalbare oplossingen te bieden op het terrein van water, voedsel, smart cities, circulaire economie, stedelijke ontwikkeling, duurzame energie, logistiek en gezondheidszorg mede door inzet van nieuwe technologieën zoals nanotechnologie, robotica en fotonica en gebruik van big data, blockchain en kunstmatige intelligentie.
Vraag 7: Met welke innovatieve en creatieve oplossingen en op welke terreinen zou de overheid het bedrijfsleven en kennisinstellingen nog beter kunnen ondersteunen om wereldwijd kennis en kunde te vermarkten?
The knowledge and expertise of the Netherlands in food- and nutrition security has a longstanding and strong reputation. International experts, trained in food- and nutrition at Dutch knowledge institutes, such as Wageningen University and the Royal Tropical Institute (KIT), are currently leading the global agenda in food- and nutrition security from top positions in global and regional agencies and companies. To further fuel knowledge and innovation transfer and build capacity in food- and nutrition security, the government should extend and continue its support to existing funding mechanisms, which enables partners in the food- and agri-business, as well as our knowledge institutes to continue to contribute to this important capacity building.