Vernieuwd Beleid Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
Reactie
Naam | War Child (Dr. E.K.S. Hanson) |
---|---|
Plaats | Amsterdam |
Datum | 21 maart 2018 |
Vraag1
Voorkomen van conflict en instabiliteitNederland richt zich op het voorkomen van conflicten en het aanpakken van grondoorzaken van instabiliteit in de fragiele regio’s rond Europa. De nadruk ligt hierbij op ‘legitieme stabiliteit’. Sociale cohesie tussen bevolkingsgroepen is daarvoor nodig en burgers die bestaande structuren en instituties erkennen. Een stabiele omgeving waarin mensen zich veilig voelen is een voorwaarde voor duurzame ontwikkeling.
Daarnaast geeft het kabinet prioriteit aan het versterken van bescherming en opvang van ontheemden in de regio. Nederland heeft oog voor de nood in de wereld en de hulp aan vluchtelingen zal dan ook worden verhoogd. De Nederlandse inzet zal naast directe noodhulp meer dan voorheen ook gericht zijn op weerbaarheid, preventie en toegankelijkheid. Nederland draagt bij aan noodhulp via professionele humanitaire organisaties van de VN, het Rode Kruis en de Dutch Relief Alliance en geeft daarbij gehoor aan specifieke oproepen van de VN voor bijdragen aan langdurige crises zoals in Syrië, Irak, Jemen, de Hoorn van Afrika, de Sahel en het Grote Merengebied.
Vraag 1: Hoe kan Nederland (overheid, bedrijfsleven, sociale ondernemingen, maatschappelijk middenveld, kennisinstellingen) op de thema´s voorkomen van conflicten en instabiliteit, opvang in de regio en noodhulp meer resultaten bereiken?
The root causes of conflict and migration include extreme poverty and the competition for natural resources, resulting in the violation of human rights further exasperated by the lack of protection, good governance and rule of law. Women and children are often the most affected population, while the future prospect for young people is bleak. In fragile areas, years of conflict and continuous displacement destroy communities and social structures. To curb the vicious cycle of violence we need to invest in bringing people together by seeking common interest leading to stability and economic growth. Therefore the government should strengthen the protection of children and their families and stimulate social cohesion of communities through interventions aimed at stress reduction and improving psychosocial-wellbeing and access to quality basic services including quality education.
Reception in the region is only viable if receiving governments and professional organisations receive the necessary means to support this. This does not only mean financial resources, but also favourable policies in host countries that support self-reliance of refugees in the region, including access to education, work permits and freedom of movement. It will also require social cohesion programmes with host communities as well as addressing the needs of host communities.
The integration of psychosocial programs in the humanitarian response is crucial because is strengthens the impact of other interventions like poverty reduction or the prevention of sexual and gender based violence. This integration would require a multisector approach starting with a proper needs assessment and an overview of the main challenges that need to be addressed. Depending on the local context, certain interventions may require programs would not require professionals and could be implemented by volunteers or community members with a relevant community experience or a social background.
The Netherlands has developed an effective mechanism of Emergency Aid through support of professional agencies that could be a vehicle of implementing the suggested approach. Additional support to DRA is required in order to respond adequately to the increasing number of crisis worldwide and to ensure that forgotten crisis as well as protracted crisis are responded to.
Vraag2
JeugdwerkgelegenheidPrognoses wijzen uit dat het aantal Afrikaanse jongeren (15-24 jaar) tussen 2015 en 2050 zal verdubbelen van 230 miljoen tot meer dan 460 miljoen, en dat in 2050 de helft van de Afrikaanse bevolking jonger zal zijn dan 25. Zonder ingrijpende maatregelen blijft de groei van de werkgelegenheid ver achter bij de bevolkingsgroei. Verbetering van het economisch perspectief van jongeren in Afrika en het Midden-Oosten is hard nodig om migratie aan te pakken en radicalisering te helpen voorkomen.
Vraag 2: Hoe kan Nederland (overheid, bedrijfsleven, sociale ondernemingen, maatschappelijk middenveld, kennisinstellingen) de bevolkingsgroei in Afrika het best adresseren en werkgelegenheid onder jongeren in Afrika en het Midden-Oosten stimuleren?
The UN World Youth Report clearly explains the balance between the community, political and economic dimension of youth civic engagement. The easy opinion that employment creation will solve the youth’s problems is increasingly challenged by the evidence that youth angst is rooted in their inability to find responsible and respected social positions in their society. On the road to adulthood and independence, adolescents need new experiences, incentives and social recognition. Changes in brain development result in neural and hormonal changes that may mean that they are easily attracted to risky behaviour. They need alternatives to actions that destabilise their community and society. While education, training and skills are crucial, innovative multistakeholder approaches are needed to reach young people and work with them in order to build their own identity, position and responsibility in their community and society, recognising both their economic and social aspirations.
Vraag3
Verminderen van armoede en ongelijkheidWe zien de resultaten van de wereldwijde samenwerking: extreme armoede en honger zijn teruggedrongen; kindersterfte neemt af en we worden ouder dan ooit. Een historisch aantal kinderen gaat naar school. Dat is te danken aan economische ontwikkeling, ontwikkelingssamenwerking en wetenschappelijke vooruitgang. Maar economische ongelijkheid neemt tegelijkertijd toe.
Daarnaast staan, na een periode van bijna wereldwijde versterking van fundamentele rechten, democratie en vrijheden in veel landen onder druk. De vorderingen op het gebied van gelijke rechten en kansen voor vrouwen zijn traag en beperkt. Organisaties die opkomen voor mensenrechten en rechten van minderheden lopen op veel plaatsen gevaar. Het ontwikkelingsperspectief van landen, met name in Sub-Sahara Afrika, wordt uitgehold door een vicieuze cirkel van instabiliteit, bevolkingsgroei, werkloosheid (met name onder jongeren) en klimaatverandering. Deze trends vormen een bedreiging voor de sociale samenhang in meerdere landen, en voor Nederland.
Nederlandse ontwikkelingssamenwerking richt zich momenteel op voedselzekerheid en landbouw, water; seksuele en reproductieve gezondheid en rechten (bijvoorbeeld voorbehoedsmiddelen, veilige abortussen), en veiligheid en rechtsorde. Zoals ook in het regeerakkoord wordt aangekaart zal het vernieuwde beleid een grotere nadruk leggen op het aanpakken van onderliggende oorzaken van instabiliteit, armoede, ongelijkheid en irreguliere migratie, met een extra aandacht voor de meest kwetsbaren zoals vrouwen en kinderen.
Vraag 3: Welke nieuwe aandachtsgebieden zou het kabinet kunnen identificeren? De middelen zijn beperkt dus we moeten kiezen, daarom ook aan u de vraag: welk aandachtsgebied behoeft minder nadruk?
By targeting children and youth (under 25) the Netherlands would reach over 40% of the population in fragile states and conditions of adversity. Therefore we suggest that the Netherlands adopts child rights and youth programming as one of its main pillars with a specific focus on personal development (life skills, agency, voice, networking). This program would provide an opportunity to integrate psychosocial support into protection, education, participation and engagement as well as youth employment programs which could be done in addition to, or combined with, existing key priorities such as sexual and reproductive health and rights.
Vraag5
VerduurzamenDe Nederlandse inzet voor de mondiale verduurzaming van productie, handel en investeringen (SDG8 en SDG12) ligt op het snijvlak van buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking. De grootste uitdagingen op het gebied van sociale en ecologische verduurzaming van productieprocessen liggen in ontwikkelingslanden. Om duurzame inclusieve markten te creëren zijn partnerschappen van bedrijfsleven, maatschappelijke organisaties, kennisinstellingen en de overheid nodig (SDG17).
Vraag 5: Waar liggen volgens u kansen om in productie, handel en investeringen vooruitgang te boeken op maatschappelijke uitdagingen op sociaal vlak (zoals betere arbeidsomstandigheden, hogere lonen, extra kansen voor vrouwen en jongeren) of op ecologisch vlak (zoals water, klimaat, biodiversiteit)?
Make the strong actors responsible for ensuring that local and community initiatives benefit from economic development.
Children need specific care regarding their protection, emotional, cognitive and physical development, nutrition, health, position in a family, and education. Programmes, also economic ones, need to build in responses to the specific needs of children, e.g. specific regulation, specific funds, and also consider direct cash transfers to families, involving the diaspora and promoting South-South exchange of knowledge and expertise.
Vraag9
Tot slotVraag 9: Heeft u naast uw inbreng op bovenstaande vragen nog andere aanbevelingen op het gebied van Buitenlands handel en Ontwikkelingssamenwerking?
For humanitarian aid it is essential that the Netherlands remains active in promoting the humanitarian principles and continuously invest in adherence to international commitments and standards. Support to humanitarian aid and reception in the region, cannot go at the expense of longer term programming in the context of fragile states and/or protracted crisis where long term commitment is required to make a change.
The Netherlands should keep its status of a flexible and reliable donor with long term funding commitments.
Finally, The Netherlands should continue to demand accountability according to International Humanitarian Law from UN agencies, state parties and non-governmental organisations towards the recipients, governments, tax payers and other stakeholders