BHOS-beleidsnota
Reactie
Naam | Fair Wear Foundation (Jesse Bloemendaal) |
---|---|
Plaats | Amsterdam |
Datum | 14 april 2022 |
Vraag1
(see english below)Nexus (samenhang) Ontwikkelingssamenwerking & Buitenlandse Handel
Het Nederlandse bedrijfsleven kan door middel van handel, investeringen en marktkracht een belangrijke rol spelen bij een aantal van de grote wereldwijde uitdagingen van deze tijd. Om de Nederlandse inzet richting het bedrijfsleven een focus mee te geven wordt gekozen voor een focus op de “twin-transities”; de digitale transitie (via onder meer artificiële intelligentie) en de verduurzamingtransitie. Deze twin-transities op digitale innovatie en verduurzaming zullen de komende jaren een grote rol spelen om de Parijs en Glasgow-doelen voor klimaat te halen. Die doelen moeten we in Nederland halen, maar ook wereldwijd. Hoewel er een grote behoefte is aan Nederlandse expertise en investeringen, zien we dat meer nodig kan zijn om het Nederlandse bedrijven te betrekken bij deze transities in (lage en) midden-inkomenslanden.
1. Hoe kan het Nederlandse bedrijfsleven meer betrokken worden bij de twin-transitie in (lage en) midden-inkomenslanden?
(EN)
Nexus between development cooperation and foreign trade
Through their trade, investment and market position, Dutch businesses can play a key role in tackling some of the major challenges facing the world today. The focus of Dutch policy vis-a-vis the private sector will be on the 'twin transitions' of digitalisation (including artificial intelligence) and sustainability – both of which will be key to achieving the Paris and Glasgow climate goals in the years ahead. We must achieve these goals not only in the Netherlands, but across the world as a whole. While Dutch expertise and investment funding are in great demand, we also see that more may be needed when it comes to getting Dutch companies involved in these transitions in low- and middle-income countries.
1. How can we increase the involvement of Dutch companies in the twin transitions in low- and middle-income countries?
De twin-transitie moet hand in hand gaan met een ‘just transition’ om te zorgen dat deze transitie in lage en midden inkomenslanden eerlijk en duurzaam is. Het integreren van een ‘just transition’ zorgt dat de negatieve impact van transitie en digitalisering wordt gemitigeerd in de handelsketens die met Nederland verbonden zijn. In beide transities is aandacht voor de sociale gevolgen van transitiebeleid essentieel met oog voor kansenongelijkheid en inkomensonzekerheid, veiligheid en gezondheid, kwaliteit van werk, zeggenschap en betrokkenheid.
Ook is het van belang dat het Nederlands bedrijfsleven haar veranwoordelijkheid neemt in het doen van hun due diligence ten aanzien van mensenrechten , ondersteund door een due diligence verplichting die een level playing field voor sociale verduurzaming realiseert. Daarnaast kan de overheid hun eigen inkoop sociaal verantwoord wordt, waardoor het voor bedrijven belangrijker wordt om due diligence vergaand te implementeren in hun toevoerketens. Door sociale dialoog en andere vormen van stakeholderconsultatie te integreren in de transitie zorg je dat je de gevolgen voor werknemers in de keten duidelijk zijn en er een structuur is om problemen op te lossen, ondersteund door sociale partners en maatschappelijk middenveld.
Vraag2
Nederland kent een lange traditie van publieke private samenwerking. Nu de mondiale uitdagingen steeds groter worden, is het van belang deze publiek-private samenwerkingen te verdiepen en te versnellen. De duurzame ontwikkelingsdoelen zijn in 2015 vastgesteld als actieplan voor overheden, bedrijven, kennisinstellingen en burgers om duurzame ontwikkeling te verwezenlijken wereldwijd.2. Hoe kunnen overheid, bedrijfsleven en kennisinstellingen beter samenwerken om de duurzame ontwikkelingsdoelen te halen?
(EN)
The Netherlands has a long tradition of public-private partnership. As the global challenges grow ever bigger, it is important to deepen and accelerate these partnerships. The Sustainable Development Goals were presented in 2015 as a plan of action for governments, companies, knowledge institutions and private individuals to achieve sustainable development worldwide.
2. How can government, the private sector and knowledge institutions work together better to achieve the Sustainable Development Goals?
Internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen is de basis voor een effectieve, efficiënte en coherente bijdrage van bedrijven aan de duurzame ontwikkelingsdoelen, in lijn met de OESO Richtlijnen. Door integraal IMVO-beleid wordt automatisch bijgedragen aan de SDGs, helaas geldt het omgekeerde niet automatisch. Zet daarom de UN Guiding Principles for Business and Human Rights (UNGPs) en OESO-richtlijnen centraal. Nederland heeft een koploperspositie als het aankomt op multistakeholdersamenwerking (overheid, bedrijven, maatschappelijke organisaties en vakbonden) en doet er goed aan hierop voort te bouwen in de ontwikkeling en implementatie van het nieuwe instrument voor ‘sectorale samenwerking’.
Vraag3
Nederland heeft sinds 2016 een actieplan beleidscoherentie voor ontwikkeling. Beleidscoherentie voor ontwikkeling heeft als doel om in niet-hulp (OS) beleid schade voor ontwikkelingslanden te verminderen en synergiën en samenwerking te versterken. Het Nederlandse actieplan is in 2018 herzien en geeft een overzicht van vijf Nederlandse beleidsthema’s die een invloed hebben op de ontwikkelingskansen in ontwikkelingslanden. Deze thema’s zijn: (1) het tegengaan van belastingontwijking/ontduiking, (2) ontwikkelingsvriendelijke handelsakkoorden, (3) een ontwikkelingsvriendelijk investeringsregime, (4) verduurzaming van productie en handel en (5) het tegengaan van klimaatverandering.3. Hoe kan de bovengenoemde Nederlandse inzet op beleidscoherentie voor ontwikkeling verder versterkt of verbeterd worden?
(EN)
The Netherlands has had an action plan on policy coherence for development since 2016. The aim of policy coherence is to reduce the negative effects on developing countries caused by policies in areas other than development, and to strengthen synergies and cooperation. The action plan, which was revised in 2018, identifies five Dutch policy themes that can enhance developing countries’ opportunities for development: (1) combating tax avoidance/evasion, (2) development-friendly trade agreements, (3) a development-friendly investment regime, (4) more sustainable production and trade, and (5) combating climate change.
3. How can the Netherlands’ efforts to achieve policy coherence for development be further strengthened or enhanced?
In het nieuwe beleid zien we graag het volgende terug:
- Realisering van de SDG’s in 2030 is een overkoepelende doelstelling van het hele kabinet.
- Daarnaast geldt dat IMVO de basis is voor een effectieve, efficiënte en coherente bijdrage van bedrijven aan de SDG's, in lijn met de OESO Richtlijnen. Door integraal IMVO-beleid wordt automatisch bijgedragen aan de SDGs, helaas geldt het niet zo dat met de SDGs automatisch zorgt voor IMVO. Zet daarom de UNGPs en OESO-richtlijnen centraal.
- Beleidscoherentie: Het Nederlands actieplan uit 2018 zet in op een coherentie van beleid gericht op verduurzaming van productie en handel. Hoewel er sinds 2018 met name bij het ministerie van Buitenlandse Zaken veel stappen zijn gezet, heeft het MVO-beleid bij veel ministeries te weinig prioriteit (Financie¨n, Landbouw, Sociale Zaken, EZK). Bedrijven ontvangen financiële en niet-financiële ondersteuning van de overheid, uit diverse budgetten. Alleen voor het bedrijfsinstrumentarium van Buitenlandse Zaken geldt sinds enkele jaren de voorwaarde dat bedrijven moeten voldoen aan de OESO-richtlijnen. MVO-voorwaarden gaan nu ook, stapsgewijs, voor het EZK-instrumentarium gelden.
Wij vragen ook speciale aandacht voor Maatschappelijk Verantwoord Inkopen: De toepassing van de Internationale Sociale Voorwaarden (ISV) bij overheidsinkoop blijft nog steeds ver achter, bedrijven die verantwoord ondernemen worden nog onvoldoende beloond. De in 2021 beloofde Uitvoeringsagenda ISV, waarin het kabinet duidelijk zou maken hoe de overheid via aanbestedingen maatschappelijk verantwoord ondernemen de norm maakt, is nog altijd niet verschenen. Een hoge politieke prioriteit van dit onderwerp binnen het kabinet is noodzakelijk om verbeteringen op dit beleidsterrein te realiseren. In het bijzonder willen we benadrukken dat het noodzakelijk is om de aandacht te verschuiven van incidentele beoordeling van de situatie in fabrieken (compliance benadering die niet past bij sectoren met systemische problemen), naar hoe bedrijven hun verantwoordelijkheid nemen (risk-based benadering, die ‘power imbalances’ in de toeleveringsketen kan aanpakken).
Vraag4
Buitenlandse HandelInternationale handel en investeringen zijn van groot belang voor de Nederlandse welvaart en werkgelegenheid. De Nederlandse welvaart wordt voor een derde verdiend door internationale handel en een derde van onze banen zijn verbonden aan internationale handel. Onze internationale concurrentiepositie is onderhevig aan de “twin-transities” (digitalisering/innovatie en klimaat/duurzaamheid) en verschuivende geopolitieke verhoudingen. Het is voor Nederland van groot belang om het verdienvermogen te versterken nu en in de toekomst.
Strategisch en duurzaam handelsbeleid
In anticipatie op de geopolitieke en transitie-ontwikkelingen sturen ook buitenlandse staten sterker op hun nationale en internationale beleid. Zo passen staten in toenemende mate assertievere economische diplomatie toe en zetten zij economische machtsinstrumenten in om hun internationale doelen na te jagen. Nederland kan hierin niet achter blijven. De verwevenheid van ons land met de rest van de wereld is groter en kwetsbaarder dan ooit. Als onderdeel van een samenhangend buitenland beleid, zal Nederland zich toeleggen op een strategisch en duurzaam handelsbeleid.
4. Hoe kan de overheid het duurzame verdienvermogen van Nederlandse bedrijven in het buitenland versterken?
Foreign trade
International trade and investment are crucial to prosperity and jobs in the Netherlands. International trade accounts for a third of our national income and is linked to a third of our jobs. But our international competitiveness faces risks posed by the twin transitions (digitalisation/innovation and climate/sustainability) and the shifting geopolitical balance of power. It is therefore vital for the Netherlands to strengthen its earning capacity, both now and in the future.
Strategic and sustainable trade policy
Other states are also anticipating the above-mentioned transitions and geopolitical shifts, and are adjusting their national and international policies accordingly, for instance by pursuing their international objectives through more aggressive economic diplomacy and the use of economic instruments of power. The Netherlands cannot afford to fall behind. Our country’s interconnections with the rest of the world are both greater and more fragile than ever. The Netherlands will therefore focus on strategic and sustainable trade policy as part of its coherent foreign policy.
4. How can the government strengthen Dutch companies’ sustainable earning capacity abroad?
Uit diverse onderzoeken blijkt dat bedrijven die duurzaam ondernemen - met respect voor mens en milieu - beter presteren. Om het duurzame verdienvermogen van Nederlandse bedrijven te versterken, zou maatschappelijk verantwoord ondernemen verplicht moeten worden voor alle bedrijven en hun hele waardeketen. Het liefst op Europees niveau om een gelijk speelveld te bevorderen, maar dit laat onverlet om als Nederland een ambitieuzere wetgeving en IMVO-beleid te voeren.
Vraag5
Thema’s en sectoren van de toekomstNu de wereld in transitie is om een goede toekomst voor ons en de generaties na ons te bewerkstelligen verandert de focus van bedrijven, overheid en kennisinstellingen.
5. Op welke thema’s of sectoren ziet u kansen om internationaal te ondernemen?
(EN)
Themes and sectors of the future
The focus of companies, governments and knowledge institutions is changing in light of the global transition to ensure a bright future for current and future generations.
5. In which themes or sectors do you see opportunities for international enterprise?
Focus op duurzaam ondernemen in de risicosectoren, zoals de kledingsector. Kijk naast wetgeving ook hoe bedrijven hun eigen verantwoordelijkheid nemen als onderdeel van de smart mix of measures. Door verantwoordelijkheid te nemen in de inkoopprocesses kunnen belangrijke thema's als sociale dialoog, gender en leefbaar loon/inkomen worden opgepakt.
Vraag6
Samenwerking publiek-privaat en rol Midden en Klein Bedrijf (MKB)Een succesvolle aanpak op het gebied van internationale handel vraagt samenwerking tussen burgers, bedrijven, maatschappelijke organisaties en de overheid. Het is nuttig om aan te sluiten op de behoeftes van de markt. Waar zijn bedrijven (specifiek het MKB) mee geholpen om de exportkracht en innovatiekracht te vergroten?
6. Hoe kan de overheid het bedrijfsleven (specifiek het MKB) dat internationaal onderneemt (of dat zou willen) beter ondersteunen om zaken te doen in het buitenland?
a. Welke ondersteuning hebben bedrijven nodig om internationaal succesvol te zijn op terreinen van digitale innovatie (innovatiesamenwerking) en verduurzaming?
b. Voor handel met welke landen (of regio’s of markten) zou ondersteuning moeten zijn?
c. Wat zou de overheid op het gebied van handelsbevordering niet meer moeten doen?
(EN)
Public-private cooperation and role of SMEs
A successful approach to international trade requires cooperation between the public, companies, civil society and government. It is also useful to align with market demand. What would help companies, and SMEs in particular, to increase their export performance and innovative capacity?
6. How can the government better support companies (and SMEs specifically), that are doing or wish to do business abroad?
a. What type of support do companies need in order to achieve international success in the areas of digital innovation (innovation partnerships) and sustainability?
b. For what countries, regions or markets should the government provide private sector support?
c. What type of trade promotion activities should the government stop doing?
Als de overheid het bedrijfsleven ondersteunt bij internationaal ondernemen, moet dit hand-in-hand gaan met verantwoord ondernemen. Een van de belangrijke conclusies van de KIT evaluatie van de IMVO Convenanten uit 2020 was dat er te weinig bedrijven zich vrijwillig bij de convenanten aansloten, dat beperkt de invloed die bedrijven gezamenlijk binnen de verschillende convenanten. Invoering van IMVO-wetgeving zal ervoor zorgen dat multistakeholder initiatieven, voor veel meer bedrijven en sectoren een interessant hulpmiddel worden bij verantwoord ondernemen. Zo kunnen vrijwillige instrumenten op hun beurt ook weer de effectiviteit van bindende maatregelen vergroten.
Daarnaast zou de overheid moeten nadenken over manieren waarop zij maatschappelijk verantwoord ondernemen aantrekkelijker kan maken en waarop zij bedrijven kan korten die niet maatschappelijk verantwoord ondernemen. Zo kan de overheid bijvoorbeeld bedrijven die voldoen aan de OESO-richtlijnen extra punten geven bij aanbestedingen, en voor deelname aan handelsmissies of ontvangen van subsidies als voorwaarde stellen dat bedrijven due diligence doen conform de OEDO richtlijnen
De afgelopen jaren heeft de Nederlandse overheid veel aandacht gehad voor de kledingsector. We zien graag een continuatie hiervan omdat deze hoogrisico sector een aantal karakteristieken heeft:
- De sector bestaat hoofdzakelijk uit MKB, die in gebieden en landen sourcen waar veel risico is wat betreft mensen- en arbeidsrechtschendingen
- De sector kenmerkt zich door fragmentatie en interdependentie. Een bedrijf dat inkoopt bij een fabriek, waarvan de andere klanten niet hun inkooppraktijken en prijzen aanpassen, blijft risico houden verbonden te blijven met misstanden ten aanzien van arbeidsrechten. Er moet dus echt een grote push komen naar een nieuwe normaal gebaseerd op een benadering in lijn met de UNGPs en OESO richtlijnen.
- De werknemers in de toeleveringsketens voor het overgrote deel vrouw zijn en gendergerelateerde problemen vaak aanwezig zijn in de toeleveringsketens.
- Sociale dialoog en vrijheid van vereniging nog onderontwikkeld zijn.
- Betaling van leefbaar loon een uitzondering is op de regel.
Vraag7
OntwikkelingssamenwerkingDevelopment cooperation
Nederlandse inzet op Ontwikkelingssamenwerking
Nederland is op verschillende thema’s actief op gebied van ontwikkelingssamenwerking. Zo investeren we in het realiseren van de Sustainable Development Goals (SDG’s) en zetten we extra in op opvang in de regio, toegang tot vaccins, klimaatadaptatie en -mitigatie. Nederland gaat door met wat goed gaat en focust op waar Nederland goed in is, zoals verbinding tussen diplomatie en ontwikkelingssamenwerking. Meer informatie over het ontwikkelingssamenwerkingsbeleid van Nederland is te vinden op www.nlontwikkelingssamenwerking.nl.
7. Waar is Nederland op het gebied van ontwikkelingssamenwerking volgens u goed in? Op welke thema’s zou Nederland een aanjagende rol kunnen vervullen?
(EN)
Dutch development cooperation activities
The Netherlands is actively pursuing a number of policy themes in the area of development cooperation. For example, we're investing in efforts to advance the Sustainable Development Goals (SDGs), reception in the region, access to vaccines, and climate adaptation and mitigation. The Netherlands will continue its efforts in areas where progress is being made and will focus on its strengths, such as linking diplomacy and development. For more information about Dutch development policy, go to www.nlontwikkelingssamenwerking.nl.
7. In your opinion, what are the Netherlands’ strengths when it comes to development cooperation? In which policy themes could the Netherlands play a leading role?
De Nederlandse overheid is internationaal uniek in de sterke ondersteuning die het biedt aan maatschappelijke organisaties wereldwijd. Deze organisaties staan echter overal zwaar onder druk, door toenemende politieke repressie, maar ook door afnemende financiering. Het betrekken van maatschappelijke organisaties, waaronder vakbonden, is echter een voorwaarde voor de geloofwaardigheid en effectiviteit van maatschappelijk en verantwoord ondernemen en een essentieel onderdeel van due diligence, een thema waar Nederland een aanjagende rol op speelt en veel kennis en expertise op heeft ontwikkeld. In de te ontwikkelen wetgeving, zou ook veel aandacht moeten zijn voor de belangrijke rol van betekenisvolle stakeholderconsultatie in elke stap van due diligence.
Vraag8
Innoveren op OSNederlandse internationale samenwerking is flexibel en kennisintensief, we zijn vernieuwend. Zo ontwikkelt Nederland nieuwe manieren van werken en partnerschappen die daarna door bijv. de Europese Commissie en Wereldbank worden opgepakt of opgeschaald. De Nederlandse internationale samenwerking fungeert dus veelal als een creatieve en kennisintensieve incubator (een broedplaats voor nieuwe ideeën. Nederland is een relatief kleine donor, maar als lidstaat van de EU en via bilaterale hulp kan Nederland de zichtbaarheid van EU-hulp vergroten en additionele relevante kapitaalstromen generen.
8. Op welke manier en op welk vlak kan de Nederlandse ontwikkelingssamenwerking nog meer innoveren?
(EN)
Innovative development cooperation
Dutch international cooperation is flexible and knowledge-intensive. We are also innovative, developing new ways of working and new types of partnership that are subsequently adopted or scaled up by others, like the European Commission and the World Bank. In this respect, Dutch international cooperation is like a creative and knowledge-intensive incubator. We are a relatively small donor, but as an EU member state and through bilateral aid we can make EU aid more visible and generate additional, relevant capital flows.
8. In what other ways and areas could Dutch development cooperation innovate more?
Bedrijven die duurzaam ondernemen kunnen in potentie een positieve impact op lokale economieen hebben. Maar naast beleidsmaatregelen die direct op bedrijven zijn gericht om dit te bevorderen is flankerend beleid nodig, dat de voorwaarden schept voor naleving van de OESO-richtlijnen door bedrijven. Voorbeelden hiervan op dit moment zijn het stimuleren van keteninnovaties en de diplomatieke inzet op beter bestuur in productielanden. De ondersteuning van maatschappelijke organisaties en vakbonden in consumptie- en productielanden bij het monitoren van de naleving van MVO-normen door bedrijven en het faciliteren van toegang tot genoegdoening voor slachtoffers van schendingen zijn ook belangrijke onderdelen van het flankerend beleid. Om de effectiviteit van bindende en vrijwillige maatregelen verder te vergroten is het daarnaast noodzakelijk om rechters en het Openbaar Ministerie te trainen op de betekenis van due diligence en MVO-normen.
Vraag9
Een donor met durfDe Nederlandse internationale inzet is gedurfd, omdat we financiële investeringen koppelen aan onze diplomatieke inzet en expertise. We continueren thema’s waar we traditionele meerwaarde hebben: seksuele en reproductieve rechten en gezondheid (SRGR), water, voedselzekerheid en veiligheid & rechtsorde. Daarbij kunnen we nog meer gebruik maken van het diplomatieke gewicht van o.a. de EU. We investeren in systeemverandering om te zorgen dat we de SDG’s in 2030 realiseren. Met systeemverandering bedoelen we dat we de systemen die armoede en ongelijkheid in stand houden aanpakken.
9. Op welke manier/welk vlak kan Nederland als donor nog meer durf te tonen?
(EN)
A bold donor
Dutch international efforts can be characterised as bold, because we link financial investment to diplomatic efforts and expertise. We will continue our work on themes where we have always added value: sexual and reproductive health and rights (SRHR), water, food security, and security and the rule of law. We will also make better use of the diplomatic weight of the EU. To ensure we achieve the SDGs by 2030, we will invest in systemic change, i.e. tackling the structures that maintain poverty and inequality.
9. In what ways or areas could the Netherlands, as a donor, be even bolder?
Nederland ziet zichzelf graag als koploper op het gebied van maatschappelijk verantwoord ondernemen. En er zijn inderdaad Nederlandse bedrijven die zich tot een koplopers groep mogen rekenen. Het overgrote deel van de Nederlandse bedrijven implementeert echter niet de OESO-richtlijnen zoals uit diverse onderzoeken blijkt. Door het invoeren van ambitieuze wetgeving, die bedrijven verplichten hun hele waardeketen de mensenrechten en het milieu te respecteren kan er werkelijk een grote stap gezet worden. Hierbij gaat het om politiek leiderschap: durft Nederland de stap te zetten om leidend in Europa te zijn met goed doordachte, ambitieuze IMVO-wetgeving die aansluit bij het internationale normenkader (in tegenstelling tot het huidige EU-voorstel) en in te zetten op het versterken van tripartiete sociale dialoog en het betrekken van de stem van werknemers en producente uit de productielanden?