BHOS-beleidsnota

Reactie

Naam Coalitie Kinderrechten in Ontwikkelingssamenwerking (KROS) (Carrie van der Kroon)
Plaats Leiden
Datum 13 april 2022

Vraag1

(see english below)
Nexus (samenhang) Ontwikkelingssamenwerking & Buitenlandse Handel

Het Nederlandse bedrijfsleven kan door middel van handel, investeringen en marktkracht een belangrijke rol spelen bij een aantal van de grote wereldwijde uitdagingen van deze tijd. Om de Nederlandse inzet richting het bedrijfsleven een focus mee te geven wordt gekozen voor een focus op de “twin-transities”; de digitale transitie (via onder meer artificiële intelligentie) en de verduurzamingtransitie. Deze twin-transities op digitale innovatie en verduurzaming zullen de komende jaren een grote rol spelen om de Parijs en Glasgow-doelen voor klimaat te halen. Die doelen moeten we in Nederland halen, maar ook wereldwijd. Hoewel er een grote behoefte is aan Nederlandse expertise en investeringen, zien we dat meer nodig kan zijn om het Nederlandse bedrijven te betrekken bij deze transities in (lage en) midden-inkomenslanden.

1. Hoe kan het Nederlandse bedrijfsleven meer betrokken worden bij de twin-transitie in (lage en) midden-inkomenslanden?


(EN)
Nexus between development cooperation and foreign trade

Through their trade, investment and market position, Dutch businesses can play a key role in tackling some of the major challenges facing the world today. The focus of Dutch policy vis-a-vis the private sector will be on the 'twin transitions' of digitalisation (including artificial intelligence) and sustainability – both of which will be key to achieving the Paris and Glasgow climate goals in the years ahead. We must achieve these goals not only in the Netherlands, but across the world as a whole. While Dutch expertise and investment funding are in great demand, we also see that more may be needed when it comes to getting Dutch companies involved in these transitions in low- and middle-income countries.

1. How can we increase the involvement of Dutch companies in the twin transitions in low- and middle-income countries?
De aanpak van klimaatverandering zorgt wereldwijd voor grote veranderingen op de energiemarkt. Dit heeft enorme gevolgen voor de werkgelegenheid nu en de komende jaren. Agrarische en groene bedrijven kunnen bijdragen aan een levensvatbare, duurzame economische ontwikkeling en sterkere economieën. Economieën die op weg zijn naar groenere productie, kunnen het potentieel voor het scheppen van banen benutten als ze effectief omgaan met een structurele verandering en transformatie van bestaande banen. Nederlandse bedrijven die actief zijn in of nauw verbonden zijn met de groene industrie en zakendoen in ontwikkelingslanden, maar moeite hebben om geschoold personeel te krijgen, hebben een systematische verandering in het lokale (beroeps) onderwijs nodig om jongeren groene- en agribusiness-vaardigheden te bieden. Verbetering en innovatie van onderwijs in ontwikkelingslanden kan worden verkregen door te investeren in up-to-date, innovatieve, competentie en real life-based curricula, en integratie van de 21e-eeuwse vaardigheden (bron ILO, skills for green jobs: a global view). Het is van belang ook in inclusief lager onderwijs te investeren om (digitale) kloven voor kinderen en toekomstige generaties te voorkomen en te dichten. Zie ook dit rapport dat is opgesteld in opdracht van het ministerie: https://includeplatform.net/publications/mainstreaming-or-targeting/

Vraag2

Nederland kent een lange traditie van publieke private samenwerking. Nu de mondiale uitdagingen steeds groter worden, is het van belang deze publiek-private samenwerkingen te verdiepen en te versnellen. De duurzame ontwikkelingsdoelen zijn in 2015 vastgesteld als actieplan voor overheden, bedrijven, kennisinstellingen en burgers om duurzame ontwikkeling te verwezenlijken wereldwijd.

2. Hoe kunnen overheid, bedrijfsleven en kennisinstellingen beter samenwerken om de duurzame ontwikkelingsdoelen te halen?

(EN)
The Netherlands has a long tradition of public-private partnership. As the global challenges grow ever bigger, it is important to deepen and accelerate these partnerships. The Sustainable Development Goals were presented in 2015 as a plan of action for governments, companies, knowledge institutions and private individuals to achieve sustainable development worldwide.

2. How can government, the private sector and knowledge institutions work together better to achieve the Sustainable Development Goals?
Het is essentieel dat in de IMVO-wetgeving die ontwikkeld wordt, de Wet Zorgplicht Kinderarbeid wordt meegenomen zodat bedrijven in hun keten geen schade berokkenen aan kinderen/kinderrechten, en actief maatregelen nemen om dit te voorkomen.

In de vraag wordt het maatschappelijk middenveld, noch lokaal, internationaal/in Nederland, genoemd. Het maatschappelijk middenveld is essentieel in de multistakeholdersamenwerking met overheid, bedrijfsleven en kennisinstellingen. The Code for the Protection of Children in Travel and Tourism (The Code) is een goed voorbeeld van hoe het maatschappelijk middenveld internationaal het bedrijfsleven bijstaat met technische expertise en samenwerking in het voorkomen en stoppen van één van de ergste vormen van kinderarbeid, te weten seksuele uitbuiting van kinderen: www.thecode.org.
In de samenwerking is het van belang dat er wordt geïnvesteerd in kwaliteitsonderwijs (SDG4). Binnen de effectieve samenwerking van overheid - bedrijfsleven - kennisinstellingen - maatschappelijk middenveld is kwaliteitsonderwijs (SDG4) de belangrijkste factor in armoedebestrijding (SDG1), zorgen voor waardig werk en economische groei (SDG8) en is het de motor van gendergelijkheid (SDG5). Onderwijs creëert kansen voor iedereen. Verzoek regeringen om de eigen scholen en kennisinstellingen te ondersteunen bij een verdere digitalisering en mechanisering van hun onderwijssystemen om een economie te realiseren dat klaar is voor de toekomst. https://sustainabledevelopment.un.org/content/documents/2111education%20and%20sdgs.pdf

Vraag3

Nederland heeft sinds 2016 een actieplan beleidscoherentie voor ontwikkeling. Beleidscoherentie voor ontwikkeling heeft als doel om in niet-hulp (OS) beleid schade voor ontwikkelingslanden te verminderen en synergiën en samenwerking te versterken. Het Nederlandse actieplan is in 2018 herzien en geeft een overzicht van vijf Nederlandse beleidsthema’s die een invloed hebben op de ontwikkelingskansen in ontwikkelingslanden. Deze thema’s zijn: (1) het tegengaan van belastingontwijking/ontduiking, (2) ontwikkelingsvriendelijke handelsakkoorden, (3) een ontwikkelingsvriendelijk investeringsregime, (4) verduurzaming van productie en handel en (5) het tegengaan van klimaatverandering.

3. Hoe kan de bovengenoemde Nederlandse inzet op beleidscoherentie voor ontwikkeling verder versterkt of verbeterd worden?

(EN)
The Netherlands has had an action plan on policy coherence for development since 2016. The aim of policy coherence is to reduce the negative effects on developing countries caused by policies in areas other than development, and to strengthen synergies and cooperation. The action plan, which was revised in 2018, identifies five Dutch policy themes that can enhance developing countries’ opportunities for development: (1) combating tax avoidance/evasion, (2) development-friendly trade agreements, (3) a development-friendly investment regime, (4) more sustainable production and trade, and (5) combating climate change.

3. How can the Netherlands’ efforts to achieve policy coherence for development be further strengthened or enhanced?


Het behalen van de SDGs is een taak voor alle ministeries. Het is van belang dat deze verantwoordelijkheid niet alleen bij BHOS ligt. Nederland kan tijdens de dialoog met de EU-instellingen en met Afrikaanse partners uit het maatschappelijk middenveld binnen het partnerschap EU-AU pleiten voor een partnerschap waarin de mens centraal staat en voor iedereen resultaten worden bereikt. Een belangrijk element hierin is een zinvolle en actieve betrekking van het maatschappelijk middenveld.

Vraag4

Buitenlandse Handel
Internationale handel en investeringen zijn van groot belang voor de Nederlandse welvaart en werkgelegenheid. De Nederlandse welvaart wordt voor een derde verdiend door internationale handel en een derde van onze banen zijn verbonden aan internationale handel. Onze internationale concurrentiepositie is onderhevig aan de “twin-transities” (digitalisering/innovatie en klimaat/duurzaamheid) en verschuivende geopolitieke verhoudingen. Het is voor Nederland van groot belang om het verdienvermogen te versterken nu en in de toekomst.

Strategisch en duurzaam handelsbeleid
In anticipatie op de geopolitieke en transitie-ontwikkelingen sturen ook buitenlandse staten sterker op hun nationale en internationale beleid. Zo passen staten in toenemende mate assertievere economische diplomatie toe en zetten zij economische machtsinstrumenten in om hun internationale doelen na te jagen. Nederland kan hierin niet achter blijven. De verwevenheid van ons land met de rest van de wereld is groter en kwetsbaarder dan ooit. Als onderdeel van een samenhangend buitenland beleid, zal Nederland zich toeleggen op een strategisch en duurzaam handelsbeleid.

4. Hoe kan de overheid het duurzame verdienvermogen van Nederlandse bedrijven in het buitenland versterken?

Foreign trade
International trade and investment are crucial to prosperity and jobs in the Netherlands. International trade accounts for a third of our national income and is linked to a third of our jobs. But our international competitiveness faces risks posed by the twin transitions (digitalisation/innovation and climate/sustainability) and the shifting geopolitical balance of power. It is therefore vital for the Netherlands to strengthen its earning capacity, both now and in the future.

Strategic and sustainable trade policy
Other states are also anticipating the above-mentioned transitions and geopolitical shifts, and are adjusting their national and international policies accordingly, for instance by pursuing their international objectives through more aggressive economic diplomacy and the use of economic instruments of power. The Netherlands cannot afford to fall behind. Our country’s interconnections with the rest of the world are both greater and more fragile than ever. The Netherlands will therefore focus on strategic and sustainable trade policy as part of its coherent foreign policy.

4. How can the government strengthen Dutch companies’ sustainable earning capacity abroad?
Om ervoor te zorgen dat Nederlandse bedrijven op een duurzame manier internationaal kunnen handelen, is een stevig en helder IMVO-kader essentieel, inclusief heldere normen om kinderarbeid/alle vormen van uitbuiting van kinderen tegen te gaan. Een focus op langetermijn-waardecreatie komt tevens de reputatie, acceptatie en daarmee het succes van het Nederlands bedrijfsleven op de lange termijn ten goede.

Vraag7

Ontwikkelingssamenwerking
Development cooperation

Nederlandse inzet op Ontwikkelingssamenwerking

Nederland is op verschillende thema’s actief op gebied van ontwikkelingssamenwerking. Zo investeren we in het realiseren van de Sustainable Development Goals (SDG’s) en zetten we extra in op opvang in de regio, toegang tot vaccins, klimaatadaptatie en -mitigatie. Nederland gaat door met wat goed gaat en focust op waar Nederland goed in is, zoals verbinding tussen diplomatie en ontwikkelingssamenwerking. Meer informatie over het ontwikkelingssamenwerkingsbeleid van Nederland is te vinden op www.nlontwikkelingssamenwerking.nl.

7. Waar is Nederland op het gebied van ontwikkelingssamenwerking volgens u goed in? Op welke thema’s zou Nederland een aanjagende rol kunnen vervullen?

(EN)
Dutch development cooperation activities

The Netherlands is actively pursuing a number of policy themes in the area of development cooperation. For example, we're investing in efforts to advance the Sustainable Development Goals (SDGs), reception in the region, access to vaccines, and climate adaptation and mitigation. The Netherlands will continue its efforts in areas where progress is being made and will focus on its strengths, such as linking diplomacy and development. For more information about Dutch development policy, go to www.nlontwikkelingssamenwerking.nl.

7. In your opinion, what are the Netherlands’ strengths when it comes to development cooperation? In which policy themes could the Netherlands play a leading role?
Nederland heeft een sterk trackrecord op veiligheid & rechtsorde en SRGR. KROS pleit voor continuering van de OS-speerpunten, met specifieke aandachtspunten. Hoewel binnen het beleid en subsidie instrumentarium aan rechten van kinderen & jongeren wordt gewerkt en specifieke aandacht uitgaat naar meisjes, mist het KROS kinderen en het realiseren van kinderrechten als speerpunt binnen het OS-beleid. In de context van de (schaduw-)pandemie, gedwongen migratie & ontheemding, klimaatverandering en conflict, is het opportuun te investeren in de huidige jonge en de toekomstige generaties.
1.De positie van meisjes & vrouwen laat in veel landen te wensen over. De expertise van (Nederlandse) Ngo’s & de Nederlandse overheid kan volgens KROS worden gebruikt om meer stappen richting gendergelijkheid te zetten.
2. Nederland zet zich in voor de internationale bestrijding van seksuele uitbuiting van kinderen (onder de noemer ‘bestrijding kinderprostitutie’). De ondersteuning van het maatschappelijk middenveld in landen is essentieel voor het bijstaan van kinderen die slachtoffer zijn/risico’s lopen, maar ook om overheden, politie & justitie en het bedrijfsleven bij te staan in het voorkomen en stoppen van seksuele uitbuiting van kinderen. Omdat de pandemie de problematiek heeft verergerd, de problematiek complex is en een lange adem vergt, pleit KROS ervoor de Nederlandse inzet langdurig voort te zetten.
3. Met de strategie 'Youth@Heart' committeerde het vorige kabinet zich aan de doelstelling om te werken aan het perspectief van jongeren aangaande inclusief onderwijs & werk, het overbruggen van de kloof tussen beide en het vergroten van betekenisvolle jongerenparticipatie. Het vasthouden van de Youth@Heart-strategie als leidraad voor het OS-beleid ziet het KROS als een krachtige zet.
4. Het steunen van maatschappelijke organisaties middels de strategische partnerschappen is zeer belangrijk in het bevorderen van kinderrechten, en in het ondersteunen van minderjarige, jonge en volwassen kinderrechtenverdedigers in het verantwoordelijk houden van overheden & bedrijven. Wereldwijd neemt de maatschappelijke ruimte af. KROS pleit er daarom voor de Nederlandse steun voor het maatschappelijk middenveld wereldwijd te continueren.
5.Nederland kan op het gebied van ontwikkelingssamenwerking een sterkere focus op inclusie v.d. meest gemarginaliseerde groepen ontwikkelen, waaronder gehandicapten & vluchtelingenkinderen. Versterk het Leave-no-one-behind beleid binnen de SDG’s.

Vraag8

Innoveren op OS

Nederlandse internationale samenwerking is flexibel en kennisintensief, we zijn vernieuwend. Zo ontwikkelt Nederland nieuwe manieren van werken en partnerschappen die daarna door bijv. de Europese Commissie en Wereldbank worden opgepakt of opgeschaald. De Nederlandse internationale samenwerking fungeert dus veelal als een creatieve en kennisintensieve incubator (een broedplaats voor nieuwe ideeën. Nederland is een relatief kleine donor, maar als lidstaat van de EU en via bilaterale hulp kan Nederland de zichtbaarheid van EU-hulp vergroten en additionele relevante kapitaalstromen generen.

8. Op welke manier en op welk vlak kan de Nederlandse ontwikkelingssamenwerking nog meer innoveren?

(EN)
Innovative development cooperation

Dutch international cooperation is flexible and knowledge-intensive. We are also innovative, developing new ways of working and new types of partnership that are subsequently adopted or scaled up by others, like the European Commission and the World Bank. In this respect, Dutch international cooperation is like a creative and knowledge-intensive incubator. We are a relatively small donor, but as an EU member state and through bilateral aid we can make EU aid more visible and generate additional, relevant capital flows.

8. In what other ways and areas could Dutch development cooperation innovate more?

Nederland heeft reeds oog voor innovatie en KROS ziet dit bijvoorbeeld op positieve wijze terug in het stimuleren van zuidelijk leiderschap en het internationaal unieke Fonds Bestrijding Kinderarbeid waarbij het Nederlands bedrijfsleven middels due diligence en in samenwerking met het maatschappelijk middenveld, werkt aan de realisering van kinderrechten.
1. Gezien snel veranderende omstandigheden in de wereld (pandemie, conflict, klimaatcrisis) wordt het steeds meer van belang om flexibiliteit in te bouwen in het OS-beleid en -programma’s, zodat aangepast kan worden aan de lokale context waar nodig. Dit geldt ook voor overheden en internationale netwerken, waarbij het steeds belangrijker wordt om financiële reserves in te bouwen. Nederland kan dit benadrukken in haar beleid en gesprekken met andere overheden en internationale netwerken. Dit zal steeds noodzakelijker worden om snel te kunnen reageren op de gevolgen van de klimaatcrisis, de/een pandemie en conflict. Overheden kunnen dit bereiken door bijvoorbeeld uitvoering te geven aan de UNESCO-aanbeveling om 4% tot 6% van het BBP en/of 15% tot 20% van het nationale budget toe te wijzen aan onderwijs, waarbij lage-inkomenslanden streven naar de bovengrens van deze financieringsdoelstellingen. Dit resulteert in het creëren van gelijke onderwijskansen voor kinderen en jongeren om hun eigen toekomst met vertrouwen vorm te geven.
2. Het KROS ziet dat empowerment van kinderen en jongeren via participatie in kinder- en jongerenraden en capaciteitsopbouw op het gebied van rechten en leiderschap leidt tot nieuwe inzichten en innovatie kan triggeren, zowel lokaal als internationaal en voor het Ministerie.
3. Nederland kan tevens nog meer innoveren door de ontwikkeling van nieuwe financiering voor beroepsonderwijs te verbinden aan de Youth@Heart-principes.

Vraag9

Een donor met durf

De Nederlandse internationale inzet is gedurfd, omdat we financiële investeringen koppelen aan onze diplomatieke inzet en expertise. We continueren thema’s waar we traditionele meerwaarde hebben: seksuele en reproductieve rechten en gezondheid (SRGR), water, voedselzekerheid en veiligheid & rechtsorde. Daarbij kunnen we nog meer gebruik maken van het diplomatieke gewicht van o.a. de EU. We investeren in systeemverandering om te zorgen dat we de SDG’s in 2030 realiseren. Met systeemverandering bedoelen we dat we de systemen die armoede en ongelijkheid in stand houden aanpakken.

9. Op welke manier/welk vlak kan Nederland als donor nog meer durf te tonen?


(EN)
A bold donor

Dutch international efforts can be characterised as bold, because we link financial investment to diplomatic efforts and expertise. We will continue our work on themes where we have always added value: sexual and reproductive health and rights (SRHR), water, food security, and security and the rule of law. We will also make better use of the diplomatic weight of the EU. To ensure we achieve the SDGs by 2030, we will invest in systemic change, i.e. tackling the structures that maintain poverty and inequality.

9. In what ways or areas could the Netherlands, as a donor, be even bolder?
Om de SDG’s te halen is het cruciaal dat er specifiek wordt ingezet op kinderen en kinderrechten. Niet alleen zijn de eerste jaren van een kind beslissend voor diens ontwikkeling, ook gezien de mondiale ontwikkelingen en uitdagingen zoals de klimaatcrisis maken dat dit absolute noodzaak is. Inzet op goede gezondheidszorg, onderwijs, sanitaire voorzieningen, voeding en bescherming tegen alle vormen van geweld en uitbuiting is cruciaal. Door kinderen nú een goede start te geven hebben zij later in hun leven betere kansen, waardoor armoede en ongelijkheid afnemen. Vergroot de participatie van kinderen in beslissingen die hen aangaan en leer hen op te komen voor hun rechten en agency op te bouwen, waarmee mede wordt gebouwd aan burgerschap en vrije, democratische samenlevingen met een florerend maatschappelijk middenveld. Investeren in de jonge en toekomstige generaties is tevens investeren in systeemverandering.

Vraag10

Afrondende algemene vraag

10. Heeft u nog andere punten van aandacht die u vindt dat meegenomen dienen te worden in de nieuwe beleidsnota?


(EN)
General closing question

10. Are there any other points that you believe should be included in the new policy document?

Het is blijvend van belang om te investeren in:
1. Inclusief onderwijs voor kinderen/jongeren om de SDGs te halen, via organisaties die de lokale context kennen, en om onderwijs toegankelijk maken voor de meest gemarginaliseerde kinderen. Voldoende goed opgeleide en gemotiveerde docenten zijn daarbij essentieel, investeer in docenten.
2. Kinderbescherming in/door families en gemeenschappen. De familie en gemeenschap is de primaire omgeving waar kinderen opgroeien en zich ontwikkelen. Ondersteun families om zo de rechten van kinderen (van wieg tot werk) te bevorderen, en bescherm degenen die een veilige familie omgeving verliezen. Investeer in adequate kwaliteitszorg. Richt ook de zorg voor kinderen met een handicap op versterking van de directe omgeving van het kind en werk aan de-institutionalisering.
3. De preventie en bestrijding van seksuele uitbuiting van kinderen. Seksuele uitbuiting van kinderen is sinds de coronapandemie helaas in omvang toegenomen. De conclusies uit het rapport dat de VN Speciaal Rapporteur Mama Fatima Singateh hierover vorig jaar uitbracht zijn ronduit schokkend. Er is wereldwijd een toename te zien van seksuele uitbuiting online, via sociale media. Dit maakt het nog lastiger om zicht te krijgen op wat er zich afspeelt. Om ervoor te zorgen dat het aantal kinderen dat slachtoffer is van seksuele uitbuiting niet verder oploopt en eerder geboekte vooruitgang in de strijd tegen seksuele uitbuiting niet teniet te doen, is het zaak dat Nederland zich blijft inzetten tegen deze ernstige schending van kinderrechten en daarvoor op de lange termijn financiële middelen blijft vrijmaken.
4. Primaire gezondheidssystemen. Maak dat moeders en kinderen toegang hebben tot goede moeder- en kindzorg. Integreer toegankelijke SRGR- en gehandicaptenzorg op het primaire niveau, dichtbij huis.
5. Zet in op gedesaggregeerde dataverzameling, met naast gender en leeftijd ook handicap, bijvoorbeeld met de OECD disability marker, Zie https://www.dcdd.nl/wp-content/uploads/2019/11/An-Untapped-Potential.pdf en https://one.oecd.org/document/DCD/DAC/STAT(2020)48/en/pdf