BHOS-beleidsnota
Reactie
Naam | WO=MEN Dutch Gender Platform (Anika Snel) |
---|---|
Plaats | Den Haag |
Datum | 4 april 2022 |
Vraag1
(see english below)Nexus (samenhang) Ontwikkelingssamenwerking & Buitenlandse Handel
Het Nederlandse bedrijfsleven kan door middel van handel, investeringen en marktkracht een belangrijke rol spelen bij een aantal van de grote wereldwijde uitdagingen van deze tijd. Om de Nederlandse inzet richting het bedrijfsleven een focus mee te geven wordt gekozen voor een focus op de “twin-transities”; de digitale transitie (via onder meer artificiële intelligentie) en de verduurzamingtransitie. Deze twin-transities op digitale innovatie en verduurzaming zullen de komende jaren een grote rol spelen om de Parijs en Glasgow-doelen voor klimaat te halen. Die doelen moeten we in Nederland halen, maar ook wereldwijd. Hoewel er een grote behoefte is aan Nederlandse expertise en investeringen, zien we dat meer nodig kan zijn om het Nederlandse bedrijven te betrekken bij deze transities in (lage en) midden-inkomenslanden.
1. Hoe kan het Nederlandse bedrijfsleven meer betrokken worden bij de twin-transitie in (lage en) midden-inkomenslanden?
(EN)
Nexus between development cooperation and foreign trade
Through their trade, investment and market position, Dutch businesses can play a key role in tackling some of the major challenges facing the world today. The focus of Dutch policy vis-a-vis the private sector will be on the 'twin transitions' of digitalisation (including artificial intelligence) and sustainability – both of which will be key to achieving the Paris and Glasgow climate goals in the years ahead. We must achieve these goals not only in the Netherlands, but across the world as a whole. While Dutch expertise and investment funding are in great demand, we also see that more may be needed when it comes to getting Dutch companies involved in these transitions in low- and middle-income countries.
1. How can we increase the involvement of Dutch companies in the twin transitions in low- and middle-income countries?
Op het gebied van de verduurzamingstransitie zijn er afgelopen de tijd goede stappen gemaakt. Zo is met de ondertekening van de Glasgow-doelen momentum gecreëerd door de steun aan fossiele exportactiviteiten per 2022 stop te zetten. En in het Green Climate Fund maakt Nederland zich op innovatieve wijze zich hard voor de implementatie van sterk genderbeleid. M.b.t de nexus handels- en OS-beleid zien we dan ook grote kansen voor zowel de verbetering van vrouwenrechten als het tegengaan van de klimaatcrisis. De nieuwe BHOS-nota én het Internationale Milieu- en Klimaatbeleid kunnen elkaar zeker op dit vlak versterken:
1. Identificeer door vrouwen geleide antwoorden en bedachte (digitale) innovaties om de klimaatcrisis te bestrijden en versterk deze, via zowel de Handels- als OS-agenda. Zet in op agro-ecology, incl. waterbeheer, en het creëren van toegankelijke duurzame energiesystemen, met een leidende rol voor vrouwen incl. vrouwelijke ondernemers.
2. Zorg dat vrouwen van lokaal tot aan internationaal onderhandelingsniveau evenveel toegang hebben tot beslissingen over klimaat en biodiversiteit en steun de vrouwen die aan tafel zitten.
3. Versterk innovatieve financieringsmechanismen. Klimaatfinanciering uit onze OS-gelden - via bilaterale kanalen, IFI’s of fondsen zoals het Green Climate Fund en FMO’s Dutch Fund for Climate and Development – bereiken nu amper de lokale vrouwen die met innovatieve klimaatinitiatieven komen. Zorg ervoor dat het geld ook terecht komt bij mensen in door conflict getroffen gebieden.
4. Analyseer al ons beleid op klimaatimpact en de impact op vrouwen in alle diversiteit. Onze economische activiteiten in het buitenland zorgen nog regelmatig voor klimaatvervuiling, aantasting van ecosystemen of armoede. Denk aan ontbossing voor soja of vrouwenrechtenschendingen bij fossiele projecten. Zorg ervoor dat klimaat-gerelateerde risico’s omtrent vrede en veiligheid onderdeel van de impactanalyses zijn. Integreer de link tussen klimaatverandering en conflict nadrukkelijker in de uitvoering van de Women, Peace & Security (WPS) agenda.
5. Verzeker dat het NL klimaatbeleid niet bijdraagt aan het vergroten van een kwetsbare positie van vrouwen – wat we zien bij de aanleg van kustbeschermingswerken of de aanplant van monoculturen voor Co2 compensatie. Zet de genderdoelstellingen van klimaatfondsen en programma’s op papier, dan ook om in strikte criteria en actieve monitoring.
Meer info:
https://www.wo-men.nl/kb-bestanden/1635779670.pdf
Vraag2
Nederland kent een lange traditie van publieke private samenwerking. Nu de mondiale uitdagingen steeds groter worden, is het van belang deze publiek-private samenwerkingen te verdiepen en te versnellen. De duurzame ontwikkelingsdoelen zijn in 2015 vastgesteld als actieplan voor overheden, bedrijven, kennisinstellingen en burgers om duurzame ontwikkeling te verwezenlijken wereldwijd.2. Hoe kunnen overheid, bedrijfsleven en kennisinstellingen beter samenwerken om de duurzame ontwikkelingsdoelen te halen?
(EN)
The Netherlands has a long tradition of public-private partnership. As the global challenges grow ever bigger, it is important to deepen and accelerate these partnerships. The Sustainable Development Goals were presented in 2015 as a plan of action for governments, companies, knowledge institutions and private individuals to achieve sustainable development worldwide.
2. How can government, the private sector and knowledge institutions work together better to achieve the Sustainable Development Goals?
Kennisdeling en samenwerking tussen overheid, maatschappelijk middenveld, bedrijven en kennisinstellingen, brengt ons in Nederland en wereldwijd dichter bij het behalen van de duurzame ontwikkelingsdoelen. Het commitment van Nederland op de SDG’s betekent actie. De SDG’s horen leidend te zijn in het maken van beleid. De positie van vrouwen, meisjes en gender in al zijn diversiteit (SDG 5) loopt dwars door de gehele SDG-agenda heen. Van een einde maken aan extreme armoede (SDG 1), tot het bevorderen van decent work en goede werkomstandigheden en inclusieve economische groei (SDG 8) en het tegengaan van ongelijkheid (SDG 10). Maar ook het bevorderen van inclusieve, participatieve en representatieve besluitvorming op alle niveaus, voor vrede, veiligheid en rechtvaardigheid (SDG 16).
Maatschappelijke organisaties speelden een fundamentele rol in de totstandkoming van de SDGs en zijn een onmisbare partner in het behalen ervan. Maatschappelijke organisaties wereldwijd haalden ervaringen en kennis op bij groepen uit de samenleving, deelden die tijdens consultatie sessies, leverden input voor overheden in onderhandelingen, en coördineerden met nationale, regionale en internationale netwerken. Ook in de uitvoer zijn maatschappelijke organisaties cruciale partners bij beleidsontwikkeling en uitvoer. Zij signaleren als eerste de uitwerking van beleid of van beleidsuitvoering, halen ervaringen op, adviseren overheid en bedrijfsleven en werken daarin nauw samen met kennisinstellingen. Richt samenwerking om de SDG’s te behalen daarom dan ook in op de Quadrupple Helix: de overheid, het maatschappelijk middenveld, het bedrijfsleven en onderzoeksinstellingen. Maak daarbij SDG 5 een dwarsdoorsnijdend doel waarop gezamenlijk wordt gewerkt. Daarnaast zijn maatschappelijke organisaties belangrijke partners in de uitvoer van beleid in de vorm van diensten, goederen, kennisdeling, capaciteitsopbouw, advocacy, etc.
Meer info:
https://www.wo-men.nl/kb-bestanden/1648108532.pdf
https://www.wo-men.nl/kb-bestanden/1588251012.pdf
Vraag3
Nederland heeft sinds 2016 een actieplan beleidscoherentie voor ontwikkeling. Beleidscoherentie voor ontwikkeling heeft als doel om in niet-hulp (OS) beleid schade voor ontwikkelingslanden te verminderen en synergiën en samenwerking te versterken. Het Nederlandse actieplan is in 2018 herzien en geeft een overzicht van vijf Nederlandse beleidsthema’s die een invloed hebben op de ontwikkelingskansen in ontwikkelingslanden. Deze thema’s zijn: (1) het tegengaan van belastingontwijking/ontduiking, (2) ontwikkelingsvriendelijke handelsakkoorden, (3) een ontwikkelingsvriendelijk investeringsregime, (4) verduurzaming van productie en handel en (5) het tegengaan van klimaatverandering.3. Hoe kan de bovengenoemde Nederlandse inzet op beleidscoherentie voor ontwikkeling verder versterkt of verbeterd worden?
(EN)
The Netherlands has had an action plan on policy coherence for development since 2016. The aim of policy coherence is to reduce the negative effects on developing countries caused by policies in areas other than development, and to strengthen synergies and cooperation. The action plan, which was revised in 2018, identifies five Dutch policy themes that can enhance developing countries’ opportunities for development: (1) combating tax avoidance/evasion, (2) development-friendly trade agreements, (3) a development-friendly investment regime, (4) more sustainable production and trade, and (5) combating climate change.
3. How can the Netherlands’ efforts to achieve policy coherence for development be further strengthened or enhanced?
Voor succesvolle beleidscoherentie voor ontwikkeling is het essentieel om effecten op de positie en rechten van beleid op vrouwen, meisjes en gender non conforme mensen (SDG 5) integraal mee te nemen. Beleid heeft vaak verschillend effect op vrouwen, mannen en gender non-conforme personen. Wij zien dat binnen de huidige vijf coherentiethema’s vrouwen in al hun diversiteit als gevolg van bestaande ongelijkheden vaak anders geraakt worden door misstanden en beleidsmaatregelen.
Beleid over belastingontwijking- en ontduiking, handelsakkoorden en investeringsregimes rijmt alleen met ontwikkelingsdoeleinden wanneer er rekening wordt gehouden met hoe dit bijdraagt aan het behalen van o.a. SDG 5. Voor ontwikkelingslanden, waaronder lage inkomenslanden, betekenen belastingontwijking, belastingontduiking of het wegvallen van tarieven als gevolg van handelsakkoorden een verlies van inkomsten die hard nodig zijn voor publieke investeringen zoals onderwijs en zorg. Verlies van overheidsuitgaven hierop treft voornamelijk vrouwen en meisjes. Zij nemen vaak de zorgtaken op zich die ontbreken door gebrekkige publieke investeringen. Er is daardoor minder tijd voor persoonlijke ontwikkeling, onderwijs of betaald werk.
Verduurzaming van internationale productieketens en het tegengaan van klimaatverandering kan alleen effectief als de rechten en positie van vrouwen en mannen wordt versterkt en iedereen in deze transitie deelneemt. De werknemers onder in de productieketens genieten de minste bescherming. In veel productieketens in de lichte industrie (zoals de textiel- en bloemensector) zijn dit voornamelijk vrouwen: zij krijgen vaak geen leefbaar loon, werken minder in leidinggevende functies, en worden vaker blootgesteld aan gevaar op de werkvloer, zoals geweld en intimidatie. Bovendien wordt de cruciale rol van onbetaalde arbeid in de productieketens meestal over het hoofd gezien (zoals het schoonmaken van boten en repareren van netten in de visserij).
Ervaring leert tevens dat klimaatverandering op de lange termijn kunnen worden tegengegaan door lokaal gedragen klimaatoplossingen met aandacht voor vrouwelijk leiderschap en betrokkenheid van de lokale gemeenschap. Op deze manier is beleid niet alleen gender-sensitief en responsief, maar juist ook gender-transformatief doordat vrouwen structureel deelnemen aan (politieke) besluitvorming.
Meer info:
https://www.wo-men.nl/kb-bestanden/1635779670.pdf
https://www.wo-men.nl/kb-bestanden/1648108532.pdf
Vraag4
Buitenlandse HandelInternationale handel en investeringen zijn van groot belang voor de Nederlandse welvaart en werkgelegenheid. De Nederlandse welvaart wordt voor een derde verdiend door internationale handel en een derde van onze banen zijn verbonden aan internationale handel. Onze internationale concurrentiepositie is onderhevig aan de “twin-transities” (digitalisering/innovatie en klimaat/duurzaamheid) en verschuivende geopolitieke verhoudingen. Het is voor Nederland van groot belang om het verdienvermogen te versterken nu en in de toekomst.
Strategisch en duurzaam handelsbeleid
In anticipatie op de geopolitieke en transitie-ontwikkelingen sturen ook buitenlandse staten sterker op hun nationale en internationale beleid. Zo passen staten in toenemende mate assertievere economische diplomatie toe en zetten zij economische machtsinstrumenten in om hun internationale doelen na te jagen. Nederland kan hierin niet achter blijven. De verwevenheid van ons land met de rest van de wereld is groter en kwetsbaarder dan ooit. Als onderdeel van een samenhangend buitenland beleid, zal Nederland zich toeleggen op een strategisch en duurzaam handelsbeleid.
4. Hoe kan de overheid het duurzame verdienvermogen van Nederlandse bedrijven in het buitenland versterken?
Foreign trade
International trade and investment are crucial to prosperity and jobs in the Netherlands. International trade accounts for a third of our national income and is linked to a third of our jobs. But our international competitiveness faces risks posed by the twin transitions (digitalisation/innovation and climate/sustainability) and the shifting geopolitical balance of power. It is therefore vital for the Netherlands to strengthen its earning capacity, both now and in the future.
Strategic and sustainable trade policy
Other states are also anticipating the above-mentioned transitions and geopolitical shifts, and are adjusting their national and international policies accordingly, for instance by pursuing their international objectives through more aggressive economic diplomacy and the use of economic instruments of power. The Netherlands cannot afford to fall behind. Our country’s interconnections with the rest of the world are both greater and more fragile than ever. The Netherlands will therefore focus on strategic and sustainable trade policy as part of its coherent foreign policy.
4. How can the government strengthen Dutch companies’ sustainable earning capacity abroad?
De overheid kan het duurzame verdienvermogen van Nederlandse bedrijven versterken door in bestaande instrumenten voor private sector ontwikkeling meer aandacht te besteden aan gendergelijkheid. Het is belangrijk dat het Nederlandse private sector instrumentarium (PSI) ten goede komt aan vrouwen wereldwijd, omdat de wereld niet vooruit komt als de helft van de bevolking achterblijft. Inkomensongelijkheid, ongelijke arbeidsparticipatie en een achterliggende duurzame economische groei is schadelijk voor iedereen, inclusief bedrijven die ondernemen in het buitenland.
Dit houdt in dat bedrijven en business projecten proactief een bedrijfsvoering hanteren die een positieve uitwerking heeft op het aanpakken van genderongelijkheid. De overheid kan bedrijven hierin ondersteunen door het verzamelen van best practices van gender standaarden van fondsen die wereldwijd beschikbaar zijn en waar uitvoeringsorganisaties als RVO en FMO gebruik van (kunnen) maken bij het beoordelen van aanvragen van bedrijven. Ook voor projecten in (lage en) middeninkomenslanden. Een fonds waar gendergelijkheid goed terugkomt is het Dutch Fund for Climate and Development (DFCD). Hierin wordt bij de selectie opgelet of projecten de armste groepen bedienen en een positieve impact hebben op vrouwen. Een ander voorbeeld is de SDG Partnerschapfaciliteit (SDGP). Aanvragers moeten een genderstrategie aanleveren, waarin ze moeten aangeven of het project gender aware of gender transformatief is en specifieke interventies ontwikkelen om knelpunten weg te nemen. Bijv. werkomstandigheden van vrouwelijke werknemers in sectoren waar zij te maken krijgen met lage lonen, onveilige werksituaties, (seksueel) geweld op de werkvloer en beperkte toegang tot leidinggevende functies.
De betrokkenheid en financiering van NGOs, lokale CSOs en vrouwenrechtenorganisaties moet gegarandeerd worden bij de uitvoering van het PSI. Evenals in het plannen, begeleiden, monitoren en bijsturen van publiek-private partnerschappen. Zij bevinden zich in de haarvaten van de gemeenschappen waar projecten uitgevoerd worden. Hun betrokkenheid vergroot de kans dat gendergelijkheid verankerd wordt in projecten én dat projecten van bedrijven succesvoller en duurzamer zijn.
Meer info:
https://www.wo-men.nl/kb-bestanden/1588251349.pdf
https://www.rvo.nl/onderwerpen/internationaal-ondernemen/kennis-en-informatie/maatschappelijk-verantwoord-ondernemen-mvo-het-buitenland/sturen-op-gender-geen-moetje-maar
Vraag5
Thema’s en sectoren van de toekomstNu de wereld in transitie is om een goede toekomst voor ons en de generaties na ons te bewerkstelligen verandert de focus van bedrijven, overheid en kennisinstellingen.
5. Op welke thema’s of sectoren ziet u kansen om internationaal te ondernemen?
(EN)
Themes and sectors of the future
The focus of companies, governments and knowledge institutions is changing in light of the global transition to ensure a bright future for current and future generations.
5. In which themes or sectors do you see opportunities for international enterprise?
Volgens de Wereldbank is het huidige wereldwijde gemiddelde van bedrijven met hoofdzakelijk vrouwelijk eigenaarschap slechts 14.8%. 17.8% van bedrijven wereldwijd hebben een vrouwelijke manager in de top. Qua percentage van vrouwen die onderdeel uitmaken het leiderschap van een bedrijf doen we het wereldwijd iets beter; 33.1%. Internationaal ligt er dus een enorm potentieel voor Nederland, als meer vrouwelijke ondernemers wordt gesteund en meer wordt ingezet op economische empowerment. Om dit te bereiken horen fondsen gericht op private sector ontwikkeling in het buitenland ook rekening te houden met SDG 5 - Gendergelijkheid en de empowerment van vrouwen en meisjes wereldwijd. Binnen fondsen dienen criteria gesteld te worden waarbij nieuwe projecten een positieve impact dienen te hebben op vrouwen en ook de allerarmsten bedienen. Projecten dienen negatieve gevolgen voor milieu, mensenrechten en gender te voorkomen of verminderen. Een bedrijf dat een aanvraag doet moet kennis hebben van mensenrechten en genderrollen. Gender en vrouwenrechten dienen integraal vastgelegd worden in aanvragen bij fondsen. Bedrijven die een aanvraag doen dienen een gender risico – en impactanalyse te maken. De overheid en uitvoerdersorganisaties dienen erop toe te zien dat dit gebeurt en er gevolg gegeven wordt aan deze analyses.
Meer info:
https://www.wo-men.nl/kb-bestanden/1588251349.pdf
Vraag6
Samenwerking publiek-privaat en rol Midden en Klein Bedrijf (MKB)Een succesvolle aanpak op het gebied van internationale handel vraagt samenwerking tussen burgers, bedrijven, maatschappelijke organisaties en de overheid. Het is nuttig om aan te sluiten op de behoeftes van de markt. Waar zijn bedrijven (specifiek het MKB) mee geholpen om de exportkracht en innovatiekracht te vergroten?
6. Hoe kan de overheid het bedrijfsleven (specifiek het MKB) dat internationaal onderneemt (of dat zou willen) beter ondersteunen om zaken te doen in het buitenland?
a. Welke ondersteuning hebben bedrijven nodig om internationaal succesvol te zijn op terreinen van digitale innovatie (innovatiesamenwerking) en verduurzaming?
b. Voor handel met welke landen (of regio’s of markten) zou ondersteuning moeten zijn?
c. Wat zou de overheid op het gebied van handelsbevordering niet meer moeten doen?
(EN)
Public-private cooperation and role of SMEs
A successful approach to international trade requires cooperation between the public, companies, civil society and government. It is also useful to align with market demand. What would help companies, and SMEs in particular, to increase their export performance and innovative capacity?
6. How can the government better support companies (and SMEs specifically), that are doing or wish to do business abroad?
a. What type of support do companies need in order to achieve international success in the areas of digital innovation (innovation partnerships) and sustainability?
b. For what countries, regions or markets should the government provide private sector support?
c. What type of trade promotion activities should the government stop doing?
6.a. Het vergroten van het aandeel vrouwelijke ondernemers aan handelsmissies blijft een uitdaging: 21% in 2018, 21% in 2019, 19% in 2020 en 17% in 2021. Begin 2020 is Groei over Grenzen, een gerichte online- en offline campagne om vrouwelijk ondernemerschap te stimuleren, gestart. Daarnaast worden handelsmissies aangepast op inhoud, vorm en werving om het doel van 25% vrouwelijke deelnemers aan handelsmissies te halen. Dit is positief, maar lang niet genoeg. Het is hierbij essentieel om rekening te houden met de keuze van sectoren voor de handelsmissies. Bijvoorbeeld zoals bij de online handelsmissie naar Italië in 2020, waar werd gekozen voor de duurzame textielsector en vrouwelijke onderneemsters in de meerderheid vertegenwoordigd waren. Om vrouwen in staat te stellen zelf te ondernemen en deel te nemen aan handelsmissies is een integrale en ministerie overstijgende visie nodig op vrouwelijke ondernemers en economische emancipatie. De randvoorwaarden voor volwaardige economische participatie (zoals ouderschapsverlof, goede sociale voorzieningen voor mkb’ers en een gunstig zorgklimaat voor mantelzorgers) moeten op orde zijn.
6.b. Voor miljoenen vrouwen in ontwikkelingslanden is ondernemerschap de enige mogelijkheid om hun families en gemeenschap uit de armoede te helpen. Het ondersteunen van vrouwelijke micro- en kleine ondernemers wordt erkend als de motor voor een duurzame economische groei en ontwikkeling. Ook het ondersteunen van vrouwelijke ondernemers bij aan het voorkomen van instabiliteit. Onderzoek wijst uit dat financiering voor gendergelijkheid de economische groei van landen vergroot en veiligheidsrisico’s en instabiliteit vermindert. Ondanks dit alles worden vrouwen vaak uitgesloten van toegang tot (financiële) diensten. Het is daarom van groot belang dat voor het ondersteunen van vrouwelijke micro- en kleine ondernemers in de nieuwe BHOS beleidsnota nadrukkelijk aandacht is.
6.c. NL heeft zich, samen met gelijkgestemde EU-lidstaten, meermaals hard gemaakt voor een gezamenlijke positie en een betekenisvolle inzet van de EU voor een VN-verdrag ‘mensenrechten en bedrijfsleven’. Wij roepen NL op zich hiervoor in te blijven zetten. En zich inspannen om deel te nemen aan consultaties georganiseerd door de ‘Friends of the Chair’ groep om voortgang in de verdragstekst en het onderhandelingsproces te bewerkstelligen.
Meer info:
https://www.wo-men.nl/kb-bestanden/1648108532.pdf
Vraag7
OntwikkelingssamenwerkingDevelopment cooperation
Nederlandse inzet op Ontwikkelingssamenwerking
Nederland is op verschillende thema’s actief op gebied van ontwikkelingssamenwerking. Zo investeren we in het realiseren van de Sustainable Development Goals (SDG’s) en zetten we extra in op opvang in de regio, toegang tot vaccins, klimaatadaptatie en -mitigatie. Nederland gaat door met wat goed gaat en focust op waar Nederland goed in is, zoals verbinding tussen diplomatie en ontwikkelingssamenwerking. Meer informatie over het ontwikkelingssamenwerkingsbeleid van Nederland is te vinden op www.nlontwikkelingssamenwerking.nl.
7. Waar is Nederland op het gebied van ontwikkelingssamenwerking volgens u goed in? Op welke thema’s zou Nederland een aanjagende rol kunnen vervullen?
(EN)
Dutch development cooperation activities
The Netherlands is actively pursuing a number of policy themes in the area of development cooperation. For example, we're investing in efforts to advance the Sustainable Development Goals (SDGs), reception in the region, access to vaccines, and climate adaptation and mitigation. The Netherlands will continue its efforts in areas where progress is being made and will focus on its strengths, such as linking diplomacy and development. For more information about Dutch development policy, go to www.nlontwikkelingssamenwerking.nl.
7. In your opinion, what are the Netherlands’ strengths when it comes to development cooperation? In which policy themes could the Netherlands play a leading role?
NL is een cruciale internationale voorvechter van gendergelijkheid en vrouwenrechten. Mede dankzij NL inzet konden dappere vrouwen en jongeren bouwen aan stabiele, weerbare en vreedzame samenlevingen, het vergroten van gelijke toegang tot recht en konden zij zich uitspreken tegen onvrije regimes. Het is belangrijk dat gendergelijkheid en vrouwenrechten zowel een dwarsdoorsnijdend thema als eigenstandig onderdeel van het BHOS-beleid blijft.
Voor ontwikkeling op economisch, gezondheids- en veiligheidsvlak zijn we penny wise pound foolish als we geen oog hebben voor gender. Beleid zou daarom gender responsief moeten zijn. Ofwel, wanneer beleid bestaande ongelijkheden tussen vrouwen, mannen en gender non-conforme personen echt aanpakt. Er verschijnen nog steeds kaders, opdrachten voor de evaluatie van beleid en instrumenten waarin een genderperspectief ontbreekt. Dat kan leiden tot effectiviteitsverlies én tot NL investeringen die onbedoeld patriarchale normen ter plaatse versterken. Trek gender mainstreaming daarom naar een hoger plan. Voor alle terreinen van het buitenlandbeleid moet duidelijk zijn hoe deze de rechten en positie van vrouwen, meisjes, mannen, jongens en gender non conforme mensen versterken. Zodat beleidsonderdelen elkaar niet tegenwerken.
Bestrijd de toename van geweld tegen vrouwelijke mensenrechtenverdedigers (WHRDs)
Dankzij NL inzet voelen WHRDs zich gesteund om o.a. op VN-niveau verslag te doen van mensenrechtenschendingen en op te staan tegen geweld en intimidatie. De invloed van anti-gender bewegingen is helaas wereldwijd toegenomen, waardoor geweld tegen WHRDs wordt genormaliseerd.
1. Investeer lange termijn in WHRDs en feministische bewegingen. Ook in tijden van crisis en gewapend conflict. Zet hierbij in op flexibele basisfinanciering.
2. Bouw internationale support netwerken met gelijkgestemde landen. Werk daarbij samen met netwerken van maatschappelijke organisaties, incl. diaspora vrouwenorganisaties in NL.
3. Investeer in kennis over de intersectie van gender met diversiteitsfactoren, zoals seksuele oriëntatie, geloofsovertuigingen, sociale klasse en etniciteit bij beleidsmakers en posten. Maak deelname aan structurele mensenrechten- en gendertrainingen verplicht voor diplomatiek personeel op alle niveaus binnen ambassades.
Meer info:
https://www.wo-men.nl/bestanden/Protection%20of%20human%20rights%20defenders_DEFCV.pdf
https://www.wo-men.nl/kb-bestanden/1648108532.pdf
Vraag8
Innoveren op OSNederlandse internationale samenwerking is flexibel en kennisintensief, we zijn vernieuwend. Zo ontwikkelt Nederland nieuwe manieren van werken en partnerschappen die daarna door bijv. de Europese Commissie en Wereldbank worden opgepakt of opgeschaald. De Nederlandse internationale samenwerking fungeert dus veelal als een creatieve en kennisintensieve incubator (een broedplaats voor nieuwe ideeën. Nederland is een relatief kleine donor, maar als lidstaat van de EU en via bilaterale hulp kan Nederland de zichtbaarheid van EU-hulp vergroten en additionele relevante kapitaalstromen generen.
8. Op welke manier en op welk vlak kan de Nederlandse ontwikkelingssamenwerking nog meer innoveren?
(EN)
Innovative development cooperation
Dutch international cooperation is flexible and knowledge-intensive. We are also innovative, developing new ways of working and new types of partnership that are subsequently adopted or scaled up by others, like the European Commission and the World Bank. In this respect, Dutch international cooperation is like a creative and knowledge-intensive incubator. We are a relatively small donor, but as an EU member state and through bilateral aid we can make EU aid more visible and generate additional, relevant capital flows.
8. In what other ways and areas could Dutch development cooperation innovate more?
SRGR en gendergelijkheid
De inzet van NL op SRGR heeft de levens van miljoenen mensen verbeterd. En dat blijft nodig. Prioriteer de noodzaak van SRGR en gendergelijkheid in de BHOS-nota. Veranker de inzet op gendergelijkheid en SRGR ook in de Afrika-strategie en de Global Health Strategie. Zet in op vernieuwende oplossingen, zoals het verbinden van digitalisering en innovatie aan gezondheid en emancipatie. Betrek jongeren in elke stap van het besluitvormings- en beleidsproces. Blijf werken aan de opvolging van de Nairobi Summit over SRGR en het Generation Equality Forum over gendergelijkheid. Maak daarbij actief gebruik van de brede netwerken, innovatie en kennis uit de strategische partnerschappen.
Intensiveer in de samenwerking met de strategische partnerschappen
We bepleiten dat NL zich internationaal sterk blijft maken voor alle activisten die de civiele ruimte en steun voor gendergelijkheid bevechten. De NL overheid en maatschappelijke organisaties zijn cruciale bondgenoten richting overheden die rechten en ruimte proberen uit te hollen. Faciliteer de betekenisvolle betrokkenheid van het maatschappelijk middenveld en individuele activisten om gemarginaliseerde groepen te bereiken, zowel vanuit de strategische partnerschappen als in het brede BHOS-beleid. Zodat zij bijtijds kunnen signaleren wanneer het mis dreigt te gaan en kunnen adviseren waar nodig. Alles ten behoeve van een sterker BHOS-beleid. Daarvoor is toegang tot financiering nodig, en het betrekken van maatschappelijke organisaties bij de ontwikkeling en evaluatie van beleid en programma's, conform de toezeggingen in o.a. het Nationaal Actieplan 1325.
Verder bepleiten wij de continuering van de strategische partnerschappen, incl. de partnerschappen specifiek gericht op de bevordering van gendergelijkheid en vrouwenrechten (SDG-5 fonds). NL heeft hiermee een innovatief en uniek concept waarop het een echte aanjagersrol heeft. Vanuit deze partnerschappen hebben zuidelijke vrouwenrechtenorganisaties een cruciale rol bij het agenderen, bepleiten en monitoren van belangrijke rechten op (lichamelijke) zelfbeschikking, economische zelfstandigheid en ondernemerschap, deelname aan politieke processen en vredesoverleggen. Tref daarom de nodige voorbereidingen voor voorzetting en bijbehorende call voor proposals.
Meer info:
https://www.wo-men.nl/kb-bestanden/1648108532.pdf
Vraag9
Een donor met durfDe Nederlandse internationale inzet is gedurfd, omdat we financiële investeringen koppelen aan onze diplomatieke inzet en expertise. We continueren thema’s waar we traditionele meerwaarde hebben: seksuele en reproductieve rechten en gezondheid (SRGR), water, voedselzekerheid en veiligheid & rechtsorde. Daarbij kunnen we nog meer gebruik maken van het diplomatieke gewicht van o.a. de EU. We investeren in systeemverandering om te zorgen dat we de SDG’s in 2030 realiseren. Met systeemverandering bedoelen we dat we de systemen die armoede en ongelijkheid in stand houden aanpakken.
9. Op welke manier/welk vlak kan Nederland als donor nog meer durf te tonen?
(EN)
A bold donor
Dutch international efforts can be characterised as bold, because we link financial investment to diplomatic efforts and expertise. We will continue our work on themes where we have always added value: sexual and reproductive health and rights (SRHR), water, food security, and security and the rule of law. We will also make better use of the diplomatic weight of the EU. To ensure we achieve the SDGs by 2030, we will invest in systemic change, i.e. tackling the structures that maintain poverty and inequality.
9. In what ways or areas could the Netherlands, as a donor, be even bolder?
Meerdere gidslanden op het gebied van internationale samenwerking, waaronder Canada, Zweden en Frankrijk, voeren een Feministisch Buitenlandbeleid. Ook Duitsland waagt nu onder leiding van minister van Buitenlandse Zaken Annalena Baerbock de sprong. Het ontwikkelen en uitvoeren van een Nederlands Feministisch Buitenlandbeleid biedt ons dé kans om op internationaal vlak een voortrekkersrol te blijven spelen. Sluit daarom aan bij de andere gidslanden die al een Feministisch Buitenlandbeleid hanteren.
Een Feministisch Buitenlandbeleid richt zich op het versterken van de rechten en het welzijn van mensen in een kwetsbare positie en gemarginaliseerde groepen, als voorwaarde voor meer rechtvaardige, duurzame en stabiele samenlevingen waar iedereen bij gebaat is. Nu schrikt de term ‘feminisme’ geregeld mensen af. En dat is zonde. Want feminisme wordt vaak verkeerd geïnterpreteerd, omdat gedacht wordt dat het alleen maar om vrouwen en meisjes gaat. Het gaat juist over bestaande sociale normen over vrouwelijkheid en mannelijkheid, die een negatieve invloed hebben op de kansengelijkheid en de rechten van vrouwen, meisjes, mannen, jongens en gender in alle diversiteit. Ofwel, feminisme is in het belang van én een zaak van iedereen.
In deze tijden van toenemende misogynie, nationalisme, populisme en militarisme is een sterke tegenbeweging broodnodig. Feministisch Buitenlandbeleid is een politiek kader dat deze tegenbeweging biedt. Tegelijk is een Feministisch Buitenlandbeleid alleen succesvol wanneer de aanpak van ongelijke machtsverhoudingen als de onderliggende oorzaak van genderongelijkheid en andere vormen van discriminatie, onderdrukking en onveiligheid daadwerkelijk het uitgangspunt vormt. Het mag niet slechts een toevoeging aan bestaand beleid zijn. Ofwel, zet de inzet op systeemverandering centraal.
Door een Feministisch Buitenlandbeleid te omarmen en samen te werken met andere koplopers hierop, verbetert Nederland niet alleen haar eigen beleid. Nederland geeft internationaal hiermee ook een belangrijk signaal af aan andere landen actief in internationale samenwerking.
Meer info:
https://www.wo-men.nl/kb-bestanden/1631267189.pdf
https://www.wo-men.nl/kb-bestanden/1625574179.pdf
Vraag10
Afrondende algemene vraag10. Heeft u nog andere punten van aandacht die u vindt dat meegenomen dienen te worden in de nieuwe beleidsnota?
(EN)
General closing question
10. Are there any other points that you believe should be included in the new policy document?
Wereldwijd is er sprake van een pushback op de Women, Peace & Security (WPS) agenda. Overal staan vrouwenrechten onder druk, en het gebrek aan politieke wil van overheden om de volledige WPS-agenda te implementeren is een groot obstakel. Landen kiezen de onderdelen van de agenda uit die hen welgevallig is, of weigeren aangenomen VN-Veiligheidsraad resoluties en internationale verdragen uit te voeren. Multilaterale en nationale uitvoer van de agenda wordt tegengegaan door en in landen waar xenofobie, nationalisme en autoritarisme toenemen. De verantwoordingsmechanismen die de internationale gemeenschap heeft om op uitvoer van de agenda toe te zien, zijn allang niet meer toegerust op de huidige geopolitieke context, zoals we ook zien bij de aanval van Rusland op Oekraïne.
Ondanks ruim 21 jaar aan commitments op het hoogste veiligheidsniveau, worden de doelen van de WPS-agenda stelselmatig over het hoofd gezien in hard security vraagstukken, of geïsoleerd in OS-programma’s. Deze programma’s worden bovendien ernstig onder gefinancierd. De uitvoering van Resolutie 1325 en de daaropvolgende resoluties vereist een consistent beleid dat gericht is op publieke erkenning, effectieve bescherming en strategische, flexibele en duurzame financiering voor maatschappelijke organisaties en vrouwelijke mensenrechtenverdedigers. NL dient zich ondubbelzinnig als een leider op dit gebied op te stellen, zich in duidelijke termen en te allen tijde vóór de WPS-agenda uit te spreken, en op te komen voor de uitvoerders ervan:
1. Implementeer alle NL WPS-commitments, ook in hard security issues. Leg daar structureel verantwoording voor af, in Nederland, de EU en op VN niveau.
2. Prioriteer de ondersteuning van vrouwelijke mensenrechtenverdedigers en feministische vredesbewegingen in vredesprocessen, dwing indien nodig vrouwenquota af voor delegaties.
3. Alloceer, conform VN standaarden, 15% van het ODA budget voor voldoende, flexibele, strategische en duurzame financiering aan maatschappelijke organisaties en vrouwelijke mensenrechtenverdedigers die betrokken zijn bij de uitvoer van de WPS-agenda. Pleit bij de internationale gemeenschap hier ook voor. Behoud deze focus, ook in tijden van conflict en crisis zoals nu in Oekraïne.
Meer info:
https://www.nap1325.nl/assets/PDF/Women-Peace-and-Security_NAP-1325-IV_2020_Eng_versie-1.pdf
https://www.wo-men.nl/kb-bestanden/1648108532.pdf