BHOS-beleidsnota

Reactie

Naam PerspActive (R. Driessen)
Plaats Amersfoort
Datum 14 april 2022

Vraag1

(see english below)
Nexus (samenhang) Ontwikkelingssamenwerking & Buitenlandse Handel

Het Nederlandse bedrijfsleven kan door middel van handel, investeringen en marktkracht een belangrijke rol spelen bij een aantal van de grote wereldwijde uitdagingen van deze tijd. Om de Nederlandse inzet richting het bedrijfsleven een focus mee te geven wordt gekozen voor een focus op de “twin-transities”; de digitale transitie (via onder meer artificiële intelligentie) en de verduurzamingtransitie. Deze twin-transities op digitale innovatie en verduurzaming zullen de komende jaren een grote rol spelen om de Parijs en Glasgow-doelen voor klimaat te halen. Die doelen moeten we in Nederland halen, maar ook wereldwijd. Hoewel er een grote behoefte is aan Nederlandse expertise en investeringen, zien we dat meer nodig kan zijn om het Nederlandse bedrijven te betrekken bij deze transities in (lage en) midden-inkomenslanden.

1. Hoe kan het Nederlandse bedrijfsleven meer betrokken worden bij de twin-transitie in (lage en) midden-inkomenslanden?


(EN)
Nexus between development cooperation and foreign trade

Through their trade, investment and market position, Dutch businesses can play a key role in tackling some of the major challenges facing the world today. The focus of Dutch policy vis-a-vis the private sector will be on the 'twin transitions' of digitalisation (including artificial intelligence) and sustainability – both of which will be key to achieving the Paris and Glasgow climate goals in the years ahead. We must achieve these goals not only in the Netherlands, but across the world as a whole. While Dutch expertise and investment funding are in great demand, we also see that more may be needed when it comes to getting Dutch companies involved in these transitions in low- and middle-income countries.

1. How can we increase the involvement of Dutch companies in the twin transitions in low- and middle-income countries?
De aanpak van klimaatverandering zorgt wereldwijd voor grote veranderingen op de energiemarkt. Dit heeft enorme gevolgen voor de werkgelegenheid nu en in de komende jaren. Agrarische en groene bedrijven kunnen bijdragen aan een levensvatbare, duurzame economische ontwikkeling en sterkere economieën. Economieën die op weg zijn naar groenere productie, kunnen het potentieel voor het scheppen van banen benutten als ze effectief omgaan met een structurele verandering en transformatie van bestaande banen. Nederlandse bedrijven die actief zijn in of nauw verbonden zijn met de groene industrie en zaken doen in ontwikkelingslanden, maar moeite hebben om geschoold personeel te krijgen, hebben een systematische verandering in het beroepsonderwijs nodig om jongeren vaardigheden in de agribusiness en groene industrie te bieden. Verbetering en innovatie van TVET-onderwijs kan worden verkregen door up-to-date, innovatieve, competentie en real-life gebaseerde curricula, en integratie van de 21e-eeuwse vaardigheden (bron ILO, skills for green jobs: a global view). TVET-docenten dienen digitale (trainings)vaardigheden te verwerven om vaardig te worden in het hybride training en lesgeven.

Vraag2

Nederland kent een lange traditie van publieke private samenwerking. Nu de mondiale uitdagingen steeds groter worden, is het van belang deze publiek-private samenwerkingen te verdiepen en te versnellen. De duurzame ontwikkelingsdoelen zijn in 2015 vastgesteld als actieplan voor overheden, bedrijven, kennisinstellingen en burgers om duurzame ontwikkeling te verwezenlijken wereldwijd.

2. Hoe kunnen overheid, bedrijfsleven en kennisinstellingen beter samenwerken om de duurzame ontwikkelingsdoelen te halen?

(EN)
The Netherlands has a long tradition of public-private partnership. As the global challenges grow ever bigger, it is important to deepen and accelerate these partnerships. The Sustainable Development Goals were presented in 2015 as a plan of action for governments, companies, knowledge institutions and private individuals to achieve sustainable development worldwide.

2. How can government, the private sector and knowledge institutions work together better to achieve the Sustainable Development Goals?
Om een effectieve samenwerking te krijgen tussen overheid - bedrijfsleven - kennisinstellingen - maatschappelijk middenveld is kwaliteitsonderwijs (SDG4) een belangrijke (factor) die daarnaast zorgt voor armoedebestrijding (SDG1), een stap is naar eerlijk werk en economische groei (SDG8) en is het de motor van gendergelijkheid (SDG5), kort onderwijs creëert kansen voor iedereen.
Overheden, onderwijsinstellingen, onderwijs en belanghebbenden uit de particuliere sector kunnen de kloof tussen onderwijs en productieve/economische sectoren, met name de arbeidsmarkt, overbruggen door inclusieve, gelijkwaardige toegang tot erkend (beroeps)onderwijs te vergroten waardoor jongeren en kwetsbare groepen vaardigheden ontwikkelen die ze nodig hebben in de arbeidsmarkt.
Ondersteuning van jongeren dient sterker opgenomen te worden in het regerings- en EU-beleid voor ontwikkelingslanden, zodat jongeren de 21e-eeuwse vaardigheden kunnen verwerven om een ??baan na te streven die hen financiële onafhankelijkheid geeft, door herstelplannen te ontwikkelen, prioriteit te geven aan het creëren van fatsoenlijke banen en zelfstandig ondernemerschap, en fiscale pakketten op te stellen om ondernemerschap te stimuleren. Zorg voor geschoolde werknemers die internationaal kunnen bijdragen en in hun werk een gepast inkomen en fatsoenlijk werk hebben. Dit versterkt het economische systeem op globaal niveau.
Creëer kansen binnen het Nederlandse MVO-beleid en zorg voor kennisuitwisseling in het samenwerkings- en handelsbeleid zodat de kennis van Nederlandse bedrijven ook de agribusiness en groene vaardigheden en het onderwijssysteem in ontwikkelingslanden versterkt door middel van een hybride leeromgeving. En vraag regeringen om de scholen te ondersteunen met een verdere digitalisering van onderwijsprogramma's om een ??personeelsbestand te creëren dat klaar is voor de toekomst.

Vraag3

Nederland heeft sinds 2016 een actieplan beleidscoherentie voor ontwikkeling. Beleidscoherentie voor ontwikkeling heeft als doel om in niet-hulp (OS) beleid schade voor ontwikkelingslanden te verminderen en synergiën en samenwerking te versterken. Het Nederlandse actieplan is in 2018 herzien en geeft een overzicht van vijf Nederlandse beleidsthema’s die een invloed hebben op de ontwikkelingskansen in ontwikkelingslanden. Deze thema’s zijn: (1) het tegengaan van belastingontwijking/ontduiking, (2) ontwikkelingsvriendelijke handelsakkoorden, (3) een ontwikkelingsvriendelijk investeringsregime, (4) verduurzaming van productie en handel en (5) het tegengaan van klimaatverandering.

3. Hoe kan de bovengenoemde Nederlandse inzet op beleidscoherentie voor ontwikkeling verder versterkt of verbeterd worden?

(EN)
The Netherlands has had an action plan on policy coherence for development since 2016. The aim of policy coherence is to reduce the negative effects on developing countries caused by policies in areas other than development, and to strengthen synergies and cooperation. The action plan, which was revised in 2018, identifies five Dutch policy themes that can enhance developing countries’ opportunities for development: (1) combating tax avoidance/evasion, (2) development-friendly trade agreements, (3) a development-friendly investment regime, (4) more sustainable production and trade, and (5) combating climate change.

3. How can the Netherlands’ efforts to achieve policy coherence for development be further strengthened or enhanced?


De Nederlandse inzet voor beleidscoherentie voor ontwikkeling wordt verder versterkt of vebeterd door de SDG-doelen nog verder te omarmen en het partnerschap EU-Afrika te ondersteunen.
Het volgende zien we dan ook graag terug in het nieuwe beleid:
• Behoudt de centrale rol van de SDG's in het Nederlandse buitenlandse handels- en ontwikkelingssamenwerkingsbeleid.
• Om beleidscoherentie te bevorderen is sinds 2019 de zogenaamde SDG-toets beschikbaar. Deze mag nog krachtiger worden toegepast dan tot nu toe.
• Behalen van de SDG's in 2030 is een overkoepelend doel van het hele kabinet.
In de loop van de langdurige, voortdurende dialoog met de EU-instellingen en met Afrikaanse partners uit het maatschappelijk middenveld in het kader van het partnerschap EU-AU, pleiten wij voor een partnerschap waarin de mens centraal staat en voor iedereen thema overstijgende resultaten worden bereikt. Een belangrijk element daarin is het betrekken van het maatschappelijk middenveld.

Vraag4

Buitenlandse Handel
Internationale handel en investeringen zijn van groot belang voor de Nederlandse welvaart en werkgelegenheid. De Nederlandse welvaart wordt voor een derde verdiend door internationale handel en een derde van onze banen zijn verbonden aan internationale handel. Onze internationale concurrentiepositie is onderhevig aan de “twin-transities” (digitalisering/innovatie en klimaat/duurzaamheid) en verschuivende geopolitieke verhoudingen. Het is voor Nederland van groot belang om het verdienvermogen te versterken nu en in de toekomst.

Strategisch en duurzaam handelsbeleid
In anticipatie op de geopolitieke en transitie-ontwikkelingen sturen ook buitenlandse staten sterker op hun nationale en internationale beleid. Zo passen staten in toenemende mate assertievere economische diplomatie toe en zetten zij economische machtsinstrumenten in om hun internationale doelen na te jagen. Nederland kan hierin niet achter blijven. De verwevenheid van ons land met de rest van de wereld is groter en kwetsbaarder dan ooit. Als onderdeel van een samenhangend buitenland beleid, zal Nederland zich toeleggen op een strategisch en duurzaam handelsbeleid.

4. Hoe kan de overheid het duurzame verdienvermogen van Nederlandse bedrijven in het buitenland versterken?

Foreign trade
International trade and investment are crucial to prosperity and jobs in the Netherlands. International trade accounts for a third of our national income and is linked to a third of our jobs. But our international competitiveness faces risks posed by the twin transitions (digitalisation/innovation and climate/sustainability) and the shifting geopolitical balance of power. It is therefore vital for the Netherlands to strengthen its earning capacity, both now and in the future.

Strategic and sustainable trade policy
Other states are also anticipating the above-mentioned transitions and geopolitical shifts, and are adjusting their national and international policies accordingly, for instance by pursuing their international objectives through more aggressive economic diplomacy and the use of economic instruments of power. The Netherlands cannot afford to fall behind. Our country’s interconnections with the rest of the world are both greater and more fragile than ever. The Netherlands will therefore focus on strategic and sustainable trade policy as part of its coherent foreign policy.

4. How can the government strengthen Dutch companies’ sustainable earning capacity abroad?
---

Vraag5

Thema’s en sectoren van de toekomst
Nu de wereld in transitie is om een goede toekomst voor ons en de generaties na ons te bewerkstelligen verandert de focus van bedrijven, overheid en kennisinstellingen.

5. Op welke thema’s of sectoren ziet u kansen om internationaal te ondernemen?

(EN)
Themes and sectors of the future
The focus of companies, governments and knowledge institutions is changing in light of the global transition to ensure a bright future for current and future generations.

5. In which themes or sectors do you see opportunities for international enterprise?
De Nederlandse handel moet oog hebben voor duurzaamheid in de lokale context, ditdraagt ??bij aan een perspectief op kwalitatief goede banen en gelijke kansen voor met name jongeren, vrouwen en meisjes. Nauwe samenwerking met lokale maatschappelijke organisaties draagt ??bij aan inbedding in de samenleving, met maximale toegevoegde waarde voor partnerlanden. Een wereld in transitie vraagt ??om een ??vitale publieke sector, waarmee kwalitatief goed onderwijs, goede gezondheidszorg en sociale zekerheid een antwoord kunnen bieden op nieuwe vraagstukken. Er moet een koppeling worden gemaakt met en een versterking plaatsvinden van lokale beroepsonderwijssystemen. Het Nederlandse bedrijfsleven kan kennis en expertise delen met het beroepsonderwijs (TVET's) in andere landen, zoals nu alleen het geval is tussen particuliere bedrijven in lopende uitwisselingsprogramma's. In bijvoorbeeld de Afrikaanse landen liggen kansen voor internationaal ondernemen binnen de sectoren bloemen en tropische planten, bier en andere alcoholische dranken, melkveehouderij, ICT, zonne-energie en de textielindustrie.

Vraag6

Samenwerking publiek-privaat en rol Midden en Klein Bedrijf (MKB)
Een succesvolle aanpak op het gebied van internationale handel vraagt samenwerking tussen burgers, bedrijven, maatschappelijke organisaties en de overheid. Het is nuttig om aan te sluiten op de behoeftes van de markt. Waar zijn bedrijven (specifiek het MKB) mee geholpen om de exportkracht en innovatiekracht te vergroten?

6. Hoe kan de overheid het bedrijfsleven (specifiek het MKB) dat internationaal onderneemt (of dat zou willen) beter ondersteunen om zaken te doen in het buitenland?
a. Welke ondersteuning hebben bedrijven nodig om internationaal succesvol te zijn op terreinen van digitale innovatie (innovatiesamenwerking) en verduurzaming?
b. Voor handel met welke landen (of regio’s of markten) zou ondersteuning moeten zijn?
c. Wat zou de overheid op het gebied van handelsbevordering niet meer moeten doen?

(EN)
Public-private cooperation and role of SMEs
A successful approach to international trade requires cooperation between the public, companies, civil society and government. It is also useful to align with market demand. What would help companies, and SMEs in particular, to increase their export performance and innovative capacity?

6. How can the government better support companies (and SMEs specifically), that are doing or wish to do business abroad?
a. What type of support do companies need in order to achieve international success in the areas of digital innovation (innovation partnerships) and sustainability?
b. For what countries, regions or markets should the government provide private sector support?
c. What type of trade promotion activities should the government stop doing?
Versterk lokaal MKB door hun capaciteit op te bouwen en zodat zij kunnen voldoen aan de strenge vereisten in de export en zodat zij zich kunnen certificeringen (GAP, HACCP, Rainforest Alliance) enz. en versterking in marketing. Werk aan digitale gereedheid binnen het MKB. Zorg ervoor dat de digitale infrastructuur aanwezig is en goed functioneert. Er is een enorm potentieel in de landbouwsector en in de transformatie van landbouwproducten. Afrika zal de komende decennia voor veel vraagstukken komen te staan ??op het gebied van voedselzekerheid. Nederland moet zijn expertise en innovatief vermogen blijven delen met de landen met name in de regio ten zuiden van de Sahara.

Vraag7

Ontwikkelingssamenwerking
Development cooperation

Nederlandse inzet op Ontwikkelingssamenwerking

Nederland is op verschillende thema’s actief op gebied van ontwikkelingssamenwerking. Zo investeren we in het realiseren van de Sustainable Development Goals (SDG’s) en zetten we extra in op opvang in de regio, toegang tot vaccins, klimaatadaptatie en -mitigatie. Nederland gaat door met wat goed gaat en focust op waar Nederland goed in is, zoals verbinding tussen diplomatie en ontwikkelingssamenwerking. Meer informatie over het ontwikkelingssamenwerkingsbeleid van Nederland is te vinden op www.nlontwikkelingssamenwerking.nl.

7. Waar is Nederland op het gebied van ontwikkelingssamenwerking volgens u goed in? Op welke thema’s zou Nederland een aanjagende rol kunnen vervullen?

(EN)
Dutch development cooperation activities

The Netherlands is actively pursuing a number of policy themes in the area of development cooperation. For example, we're investing in efforts to advance the Sustainable Development Goals (SDGs), reception in the region, access to vaccines, and climate adaptation and mitigation. The Netherlands will continue its efforts in areas where progress is being made and will focus on its strengths, such as linking diplomacy and development. For more information about Dutch development policy, go to www.nlontwikkelingssamenwerking.nl.

7. In your opinion, what are the Netherlands’ strengths when it comes to development cooperation? In which policy themes could the Netherlands play a leading role?
1. Al voor de uitbraak van COVID-19 hadden jongeren in ontwikkelingslanden te maken met een moeilijke arbeidsmarkt. Er is een gebrek aan goede leer- en stageplaatsen en goede docenten of trainers. Meer dan ooit is efficiënte ondersteuning van technisch en beroepsonderwijs en opleidingen (TVET) noodzakelijk. Flexibiliteit in de uitvoering is wenselijk voor aanpassingen aan de lokale context en de continu veranderende omstandigheden, denk aan de huidige klimaatcrisis en een eventuele nieuwe pandemie.
Met de jongeren strategie 'Youth at Heart' werkte het vorige kabinet al aan het verbeteren van het perspectief van jongeren in ontwikkelingslanden. De focus van deze strategie ligt op de thema's onderwijs en werk en het overbruggen van de kloof tussen beide. Het is van groot belang om jongeren te betrekken bij alle niveaus van de besluitvormingsprocessen die hun leven beïnvloeden. Samen met jongeren werken aan een betere, veerkrachtige wereld voor alle generaties en het vasthouden aan de Youth@Heart-strategie als centrale leidraad voor het ontwikkelingssamenwerkingsbeleid vinden wij een krachtige zet. De Youth@heart-strategie moet daarnaast goed aansluiten op de Aid and Trade-agenda.
2.
Meer mensen, 82 miljoen mensen in het afgelopen jaar, zijn op de vlucht als gevolg van geweld, onderdrukking en de klimaatcrisis. In een groeiend aantal landen zijn er ernstige vrijheidsbeperkingen, bijvoorbeeld als het gaat om de vrijheid om je uit te spreken, vreedzaam te protesteren, lid te worden van een vakbond, je te organiseren of op te komen voor je rechten. De COVID-19-pandemie heeft autoritair leiderschap en onderdrukking versterkt. Nederland is actief in deze fragiele toestanden al actief. Werken aan een stabiele samenleving is vooral een zaak van het tegengaan van uitsluiting, van het in hun kracht zetten van burgers en van een inclusieve en transparante overheid die primair verantwoording aflegt aan de eigen burgers en niet primair aan internationale donoren.

Daarom is het belangrijk om lokale organisaties te ondersteunen met (flexibele en meerjarige) financiering en capaciteitsopbouw. Een sterk en inclusief lokaal maatschappelijk middenveld kan het sociale contact met de overheid opbouwen. Het is belangrijk dat alle burgers een stem hebben, met extra aandacht voor vrouwen, meisjes en andere gemarginaliseerde groepen. De Nederlandse ambassades spelen hierin een belangrijke rol. Ze kunnen hun krachten bundelen met lokale partners om lokaal impact te maken.

Vraag8

Innoveren op OS

Nederlandse internationale samenwerking is flexibel en kennisintensief, we zijn vernieuwend. Zo ontwikkelt Nederland nieuwe manieren van werken en partnerschappen die daarna door bijv. de Europese Commissie en Wereldbank worden opgepakt of opgeschaald. De Nederlandse internationale samenwerking fungeert dus veelal als een creatieve en kennisintensieve incubator (een broedplaats voor nieuwe ideeën. Nederland is een relatief kleine donor, maar als lidstaat van de EU en via bilaterale hulp kan Nederland de zichtbaarheid van EU-hulp vergroten en additionele relevante kapitaalstromen generen.

8. Op welke manier en op welk vlak kan de Nederlandse ontwikkelingssamenwerking nog meer innoveren?

(EN)
Innovative development cooperation

Dutch international cooperation is flexible and knowledge-intensive. We are also innovative, developing new ways of working and new types of partnership that are subsequently adopted or scaled up by others, like the European Commission and the World Bank. In this respect, Dutch international cooperation is like a creative and knowledge-intensive incubator. We are a relatively small donor, but as an EU member state and through bilateral aid we can make EU aid more visible and generate additional, relevant capital flows.

8. In what other ways and areas could Dutch development cooperation innovate more?

De Nederlandse ontwikkelingssamenwerking kan op de volgende manieren meer innoveren:
-Beroepsonderwijs blijven steunen via organisaties die de lokale context kennen, die gespecialiseerd zijn in het implementeren van contextrelevante leerplannen en die opleiding toegankelijker kunnen maken voor de meest kansarme jongeren;
-De ontwikkeling van nieuwe financiering voor beroepsonderwijs verbinden aan de Youth@Heart-principes;
-Faciliteren van vraag gestuurd werken door lokale organisaties het voortouw te geven;
-Geef prioriteit aan lokaal geleide allianties indien relevant;
-Een percentage van de financiering in het beroepsonderwijs reserveren voor de waakhondfunctie van het maatschappelijk middenveld;
-Flexibiliteit inbouwen om je aan te passen aan de lokale context en veranderende omstandigheden, dit zal met de huidige klimaatcrisis en pandemie steeds noodzakelijker worden;
-Stimuleren van outreach-activiteiten en praktijkgericht onderzoek van universiteiten en andere kennisinstellingen ter ondersteuning van beroepsonderwijs en voortdurende kennisontwikkeling;
-Deelnemen aan en/of stimuleren van nationale TVET-werkgroepen;
-Werken aan digitale vaardigheden voor jongeren, met speciale aandacht voor vrouwen, en jongeren met een beperking.

Vraag9

Een donor met durf

De Nederlandse internationale inzet is gedurfd, omdat we financiële investeringen koppelen aan onze diplomatieke inzet en expertise. We continueren thema’s waar we traditionele meerwaarde hebben: seksuele en reproductieve rechten en gezondheid (SRGR), water, voedselzekerheid en veiligheid & rechtsorde. Daarbij kunnen we nog meer gebruik maken van het diplomatieke gewicht van o.a. de EU. We investeren in systeemverandering om te zorgen dat we de SDG’s in 2030 realiseren. Met systeemverandering bedoelen we dat we de systemen die armoede en ongelijkheid in stand houden aanpakken.

9. Op welke manier/welk vlak kan Nederland als donor nog meer durf te tonen?


(EN)
A bold donor

Dutch international efforts can be characterised as bold, because we link financial investment to diplomatic efforts and expertise. We will continue our work on themes where we have always added value: sexual and reproductive health and rights (SRHR), water, food security, and security and the rule of law. We will also make better use of the diplomatic weight of the EU. To ensure we achieve the SDGs by 2030, we will invest in systemic change, i.e. tackling the structures that maintain poverty and inequality.

9. In what ways or areas could the Netherlands, as a donor, be even bolder?
De Nederlandse overheid kan op twee punten meer durf tonen:
1.
Verduurzaming van de Nederlandse handelsketens. Focus op de multi-stakeholdersbenadering en betrek onder meer onderwijsinstellingen in de afwegingen als donor. Investeer in trek investeringen aan in praktisch leren (on the job) en blended learning-strategieën. Luister naar jongeren en vooral vrouwen en ondersteun hen in hun zoektocht naar degelijke banen in de formele en informele sector. Creëer voorzieningen voor jonge vrouwen en andere gemarginaliseerde groepen zodat ze toegang krijgen tot degelijk werk. Door dialoog met onder andere jongeren, werkgevers en onderwijsinstellingen kunnen de slechte arbeidsomstandigheden die de oorzaak zijn van veel armoede en ongelijkheid worden weggenomen. Stimuleer verdere coördinatie en harmonisatie van de Europese ontwikkelingssamenwerking.

2.
De Nederlandse overheid dient in haar beleid en gesprekken te benadrukken dat overheden en internationale netwerken flexibiliteit en financiële reserves moeten inbouwen om zich aan te passen aan de lokale context en veranderende omstandigheden binnen het onderwijs. Dit zal steeds meer noodzakelijk worden om snel te kunnen reageren op de gevolgen van de huidige klimaatcrisis en of een nieuwe pandemie.
Overheden kunnen dit bereiken door bijvoorbeeld uitvoering te geven aan de UNESCO-aanbeveling om 4% tot 6% van het BBP en/of 15% tot 20% van het nationale budget toe te wijzen aan onderwijs, waarbij lage-inkomenslanden streven naar de bovengrens van deze financieringsdoelstellingen om de Onderwijsagenda 2030 te realiseren.

Vraag10

Afrondende algemene vraag

10. Heeft u nog andere punten van aandacht die u vindt dat meegenomen dienen te worden in de nieuwe beleidsnota?


(EN)
General closing question

10. Are there any other points that you believe should be included in the new policy document?

De volgende thema's verdienen aandacht in de nieuwe beleidsnota:
Onderwijs: Hoewel de toegang tot basisonderwijs wereldwijd aanzienlijk is toegenomen, gaan nog steeds ongeveer 260 miljoen kinderen niet naar school (Bron UNICEF). Bovendien is de kwaliteit van het onderwijs in veel landen slecht: 617 miljoen kinderen kunnen na hun schoolloopbaan niet meer tellen of lezen. Als gevolg van schoolsluitingen als gevolg van de COVID19-pandemie, recente conflicten en een groeiende klimaatcrisis, zijn de onderwijsachterstanden van kinderen en jongeren in ontwikkelingslanden toegenomen. Jongeren keren om verschillende redenen niet terug naar school: als gevolg van kinderarbeid, meisjes zijn uitgehuwelijkt of zwanger geraakt of leraren zijn niet meer beschikbaar omdat ze tijdens de pandemie niet verder werden betaald en op zoek moesten naar een andere functie.

Onderwijs lost conflicten op, vermindert armoede en sociale ongelijkheden en bevordert duurzame groei en klimaatactie. Onderwijs draagt ??bij aan de ontwikkeling van kritisch wereldburgerschap en versterkt de rol van vrouwen. Onderwijs zorgt ervoor dat mensen een zelfstandig bestaan ??kunnen opbouwen. Het hele onderwijssysteem speelt daarbij een rol: van het voorschoolse-, het basisonderwijs om een ??stevige basis te leggen tot het tertiair onderwijs om een ??baan op de arbeidsmarkt te vinden. Voldoende goed opgeleide en gemotiveerde docenten zijn daarbij essentieel.

Jeugdwerkgelegenheid en jongerenparticipatie: dit zijn al speerpunten binnen het huidige beleid, behoud dit ook in het nieuwe ontwikkelingssamenwerkingsbeleid met als toevoeging aandacht voor gemarginaliseerde groepen: vrouwen/vluchtelingen/gehandicapten, etnische minderheden, lagere sociale klasse, en mensen uit afgelegen gebieden. Behoud deze groepen in het oog en plaats ze in het beleid.