BHOS-beleidsnota

Reactie

Naam Plan International (G. Reus-Deelder)
Plaats Amsterdam
Datum 14 april 2022

Vraag2

Nederland kent een lange traditie van publieke private samenwerking. Nu de mondiale uitdagingen steeds groter worden, is het van belang deze publiek-private samenwerkingen te verdiepen en te versnellen. De duurzame ontwikkelingsdoelen zijn in 2015 vastgesteld als actieplan voor overheden, bedrijven, kennisinstellingen en burgers om duurzame ontwikkeling te verwezenlijken wereldwijd.

2. Hoe kunnen overheid, bedrijfsleven en kennisinstellingen beter samenwerken om de duurzame ontwikkelingsdoelen te halen?

(EN)
The Netherlands has a long tradition of public-private partnership. As the global challenges grow ever bigger, it is important to deepen and accelerate these partnerships. The Sustainable Development Goals were presented in 2015 as a plan of action for governments, companies, knowledge institutions and private individuals to achieve sustainable development worldwide.

2. How can government, the private sector and knowledge institutions work together better to achieve the Sustainable Development Goals?
In de samenwerking tussen publieke en private partijen vervullen maatschappelijke organisaties een onmisbare rol. Zij staan dichtbij lokale gemeenschappen en lokale overheden en zijn met hun kennis en ervaring een cruciale speler in het tegengaan van armoede en onrecht en het bevorderen van gendergelijkheid en daarmee kansengelijkheid.

In hun rol van ‘waakhond’ roepen ze regeringen ter verantwoording inzake de voortgang op de SDGs en om die reden zou de Nederlandse overheid, omwille van de effectiviteit van haar eigen doelstellingen, maximaal moeten inzetten op het versterken van het maatschappelijk middenveld in lage- en middeninkomenslanden.

Maatschappelijke organisaties zetten overheden en bedrijven aan tot duurzaam en verantwoordelijk handelen. Deze functie is juist ook van groot belang in opkomende economieën waar (gender)ongelijkheid toeneemt, inclusieve ontwikkeling voor velen een illusie is en de negatieve effecten van klimaatverandering hun tol eisen.

Essentieel is het garanderen van goede IMVO-wetgeving en de implementatie daarvan. Nederland kan in de EU en wereldwijd het verschil maken door spoedige invoering van stevige nationale due-diligence wetgeving, waarin inhoudelijk volledig wordt vastgehouden aan naleving van de OESO Richtlijnen en de UN Guiding Principles on Business and Human Rights (UNGPs).

Vraag3

Nederland heeft sinds 2016 een actieplan beleidscoherentie voor ontwikkeling. Beleidscoherentie voor ontwikkeling heeft als doel om in niet-hulp (OS) beleid schade voor ontwikkelingslanden te verminderen en synergiën en samenwerking te versterken. Het Nederlandse actieplan is in 2018 herzien en geeft een overzicht van vijf Nederlandse beleidsthema’s die een invloed hebben op de ontwikkelingskansen in ontwikkelingslanden. Deze thema’s zijn: (1) het tegengaan van belastingontwijking/ontduiking, (2) ontwikkelingsvriendelijke handelsakkoorden, (3) een ontwikkelingsvriendelijk investeringsregime, (4) verduurzaming van productie en handel en (5) het tegengaan van klimaatverandering.

3. Hoe kan de bovengenoemde Nederlandse inzet op beleidscoherentie voor ontwikkeling verder versterkt of verbeterd worden?

(EN)
The Netherlands has had an action plan on policy coherence for development since 2016. The aim of policy coherence is to reduce the negative effects on developing countries caused by policies in areas other than development, and to strengthen synergies and cooperation. The action plan, which was revised in 2018, identifies five Dutch policy themes that can enhance developing countries’ opportunities for development: (1) combating tax avoidance/evasion, (2) development-friendly trade agreements, (3) a development-friendly investment regime, (4) more sustainable production and trade, and (5) combating climate change.

3. How can the Netherlands’ efforts to achieve policy coherence for development be further strengthened or enhanced?


Klimaatverandering is het grootste mondiale, intergenerationele, gender- en sociale onrecht van onze tijd. Het beïnvloedt de rechten van de meest gemarginaliseerden, de zwaarst getroffenen en vergroot genderongelijkheid, vooral voor meisjes. De bestaansonzekerheid die daaruit voortkomt, leidt tot een toename in schadelijke praktijken zoals meisjesbesnijdenis en kind-, vroege en gedwongen huwelijken, en gedwongen betaalde (onbeschermde) seks. Erken daarom het dwarsverband tussen klimaat en SRGR.

Erken de disproportionele impact van klimaatverandering en klimaatrampen op meisjes, jonge vrouwen en gemarginaliseerde groepen en bepleit daarbij hun rechten en onmisbare rol in besluitvorming over klimaatadaptatie en -mitigatie.

Erken dat seksuele en reproductieve zorg, waaronder noodzorg, in humanitaire situaties een levensreddend karakter heeft.

Gebrek aan water brengt extra risico’s mee tijdens menstruatie en zwangerschap. Kinderen zijn vatbaarder voor infectieziekten die verband houden met het ontbreken van (schoon) water, goede sanitaire voorzieningen en hygiëne.

Gebrek aan schoon water draagt bij aan menstruatie-armoede: zonder schoon water is het vaak onmogelijk om tijdens de menstruatie goede hygiëne te waarborgen. Maak daarom van het tegengaan van menstruatie-armoede een beleidsprioriteit (zie ook antwoord op vraag10).

Tenslotte, investeren in jeugdwerkgelegenheid in focusregio’s en een goed handels- en investeringsklimaat (zie ook vraag 4) is een prioriteit van Nederland. Voor een kans van slagen hiervoor zijn randvoorwaarden zoals goed bestuur en infrastructuur maar zeker ook stabiliteit, veiligheid en rechtsorde onontbeerlijk. Nederland heeft een staat van dienst waar het gaat om het bevorderen van dat laatste (artikel 4.3 BHOS-begroting); de zetel van de Nederlandse regering staat zich erop voor de stad van Vrede en Recht te zijn. De eerstgenoemde doelstelling (jeugdwerkgelegenheid, goed vestigingsklimaat) is echter gedoemd tot mislukken als coherentie met artikel 4.3. ontbreekt. Zorg er dus voor dat coherentie hier gewaarborgd is.

Vraag4

Buitenlandse Handel
Internationale handel en investeringen zijn van groot belang voor de Nederlandse welvaart en werkgelegenheid. De Nederlandse welvaart wordt voor een derde verdiend door internationale handel en een derde van onze banen zijn verbonden aan internationale handel. Onze internationale concurrentiepositie is onderhevig aan de “twin-transities” (digitalisering/innovatie en klimaat/duurzaamheid) en verschuivende geopolitieke verhoudingen. Het is voor Nederland van groot belang om het verdienvermogen te versterken nu en in de toekomst.

Strategisch en duurzaam handelsbeleid
In anticipatie op de geopolitieke en transitie-ontwikkelingen sturen ook buitenlandse staten sterker op hun nationale en internationale beleid. Zo passen staten in toenemende mate assertievere economische diplomatie toe en zetten zij economische machtsinstrumenten in om hun internationale doelen na te jagen. Nederland kan hierin niet achter blijven. De verwevenheid van ons land met de rest van de wereld is groter en kwetsbaarder dan ooit. Als onderdeel van een samenhangend buitenland beleid, zal Nederland zich toeleggen op een strategisch en duurzaam handelsbeleid.

4. Hoe kan de overheid het duurzame verdienvermogen van Nederlandse bedrijven in het buitenland versterken?

Foreign trade
International trade and investment are crucial to prosperity and jobs in the Netherlands. International trade accounts for a third of our national income and is linked to a third of our jobs. But our international competitiveness faces risks posed by the twin transitions (digitalisation/innovation and climate/sustainability) and the shifting geopolitical balance of power. It is therefore vital for the Netherlands to strengthen its earning capacity, both now and in the future.

Strategic and sustainable trade policy
Other states are also anticipating the above-mentioned transitions and geopolitical shifts, and are adjusting their national and international policies accordingly, for instance by pursuing their international objectives through more aggressive economic diplomacy and the use of economic instruments of power. The Netherlands cannot afford to fall behind. Our country’s interconnections with the rest of the world are both greater and more fragile than ever. The Netherlands will therefore focus on strategic and sustainable trade policy as part of its coherent foreign policy.

4. How can the government strengthen Dutch companies’ sustainable earning capacity abroad?
Ten eerste, (Nederlandse) bedrijven hebben baat bij een goed handels- en investeringsklimaat waar dan ook ter wereld. Denk aan goed bestuur, veiligheid en rechtsorde, met sterke instellingen waar men zo nodig zijn recht kan halen, een goede (digitale) infrastructuur. Nederland is als speler te klein om deze randvoorwaarden in z’n eentje af te dwingen en doet er dan ook goed aan om hierin gezamenlijk in de EU - economisch en politiek sterker - te opereren en de Team Europe benadering invulling te geven.

Ten tweede, zorg met nationale due diligence wetgeving dat de naleving van de OESO-richtlijnen en de UNGP’s gewaarborgd is.

Ten derde, als gevolg van de COVID19-pandemie dreigt een verloren generatie te ontstaan met name voor meisjes. Zij moeten de weg naar het klaslokaal weer vinden. Toegang tot kwalitatief onderwijs, 21st century skills development, decent job opportunities, het opheffen van de mismatch tussen vaardigheden en beschikbaar werk, en bescherming tegen gender based violence zijn van het grootste belang om de achteruitgang in te halen. Goed onderwijs raakt ook aan vestigingsklimaat en daarmee aan het verdienvermogen van Nederlandse bedrijven die internationaal opereren.

Tenslotte, voor Plan International zijn duurzame groei en investeren in jongeren, met name meisjes en jonge vrouwen, onlosmakelijk met elkaar verbonden. Plan beschouwt een investering in jonge vrouwen en meisjes als ‘the smartest investment’. Wanneer meisjes een opleiding volgen en een inkomen verdienen, trouwen ze doorgaans op latere leeftijd en krijgen op latere leeftijd (minder) kinderen, voor wie ze beter in staat zijn te zorgen. Een patroon dat aan de volgende generatie wordt doorgegeven. Geef meisjes de kans om zich te ontwikkelen en zij maken het verschil. Dat is goed voor de economie, het vermindert ongelijkheid en het zorgt ervoor dat de volgende generatie eerlijkere en betere kansen heeft. De hele gemeenschap profiteert, de vicieuze cirkel van genderongelijkheid er armoede wordt doorbroken.

Vraag6

Samenwerking publiek-privaat en rol Midden en Klein Bedrijf (MKB)
Een succesvolle aanpak op het gebied van internationale handel vraagt samenwerking tussen burgers, bedrijven, maatschappelijke organisaties en de overheid. Het is nuttig om aan te sluiten op de behoeftes van de markt. Waar zijn bedrijven (specifiek het MKB) mee geholpen om de exportkracht en innovatiekracht te vergroten?

6. Hoe kan de overheid het bedrijfsleven (specifiek het MKB) dat internationaal onderneemt (of dat zou willen) beter ondersteunen om zaken te doen in het buitenland?
a. Welke ondersteuning hebben bedrijven nodig om internationaal succesvol te zijn op terreinen van digitale innovatie (innovatiesamenwerking) en verduurzaming?
b. Voor handel met welke landen (of regio’s of markten) zou ondersteuning moeten zijn?
c. Wat zou de overheid op het gebied van handelsbevordering niet meer moeten doen?

(EN)
Public-private cooperation and role of SMEs
A successful approach to international trade requires cooperation between the public, companies, civil society and government. It is also useful to align with market demand. What would help companies, and SMEs in particular, to increase their export performance and innovative capacity?

6. How can the government better support companies (and SMEs specifically), that are doing or wish to do business abroad?
a. What type of support do companies need in order to achieve international success in the areas of digital innovation (innovation partnerships) and sustainability?
b. For what countries, regions or markets should the government provide private sector support?
c. What type of trade promotion activities should the government stop doing?
Digitalisering biedt niet alleen enorme kansen voor bedrijven en mensen in lage- en middeninkomenslanden maar bergt ook risico’s in zich zoals de digital divide: zij die wel toegang hebben tot internet versus zij die dat niet hebben. Het vraagstuk van digitalisering zou niet alleen door de economische maar juist ook door de sociale lens bekeken moeten worden. De vraag zou daarom niet moeten luiden hoe Nederland bedrijven kan ondersteunen bij het digitaal ondernemen in Afrika, maar hoe de jonge generatie er kansen en werk krijgt. Er is geen level-playing field aangezien de enabling environment – onderwijs, infrastructuur, gelijke toegang tot internet – nog niet op niveau is; internet is door een gebrek aan concurrentie vaak veel te duur. In dit stadium bedient ‘handel’ een exclusieve groep in de maatschappij die geen hulp nodig heeft. Wat de kloof verder vergroot. Digitalisering zonder enabling environment versterkt verschillen tussen sociaal sterke en zwakke groepen in de samenleving in Afrika (AIV advies Digitalisering en Jeugdwerkgelegenheid in Afrika). En dat is des te wranger, omdat juist via digitale media jongeren actief kunnen participeren in de maatschappij en het maatschappelijke middenveld kunnen versterken.

Ofschoon bedrijven veel kunnen doen, hebben in dit stadium maatschappelijke organisaties en overheden een rol te spelen in het zogeheten ‘parallelle traject’: toegang tot onderwijs, vocational training, technical skills, 21st century skills, ondernemerschap, participatie in besluitvorming. Zo kunnen ook meisjes en jonge vrouwen actieve burgers worden. Zet daarom in op gendergelijkheid in alle samenwerkingsactiviteiten (AIV).

Engagement bestaat vaak gewoon slechts uit een groepje jongeren dat een Whatsapp groep vormt met passie voor mensenrechten. High tech oplossingen zijn niet wat zij het hardst nodig hebben. Eerder low tech, goedkoop internet, een veilige plek en bescherming tegen online bedreigingen en mis- en desinformatie.

Plan International bepleit daarom een systeem-benadering waarin regeringen op nationaal en bovennationaal niveau samenwerken met bedrijven en maatschappelijke organisaties en ieder hun rol vervullen in het realiseren van toegankelijk, goedkoop, snel en veilig internet.

Vraag7

Ontwikkelingssamenwerking
Development cooperation

Nederlandse inzet op Ontwikkelingssamenwerking

Nederland is op verschillende thema’s actief op gebied van ontwikkelingssamenwerking. Zo investeren we in het realiseren van de Sustainable Development Goals (SDG’s) en zetten we extra in op opvang in de regio, toegang tot vaccins, klimaatadaptatie en -mitigatie. Nederland gaat door met wat goed gaat en focust op waar Nederland goed in is, zoals verbinding tussen diplomatie en ontwikkelingssamenwerking. Meer informatie over het ontwikkelingssamenwerkingsbeleid van Nederland is te vinden op www.nlontwikkelingssamenwerking.nl.

7. Waar is Nederland op het gebied van ontwikkelingssamenwerking volgens u goed in? Op welke thema’s zou Nederland een aanjagende rol kunnen vervullen?

(EN)
Dutch development cooperation activities

The Netherlands is actively pursuing a number of policy themes in the area of development cooperation. For example, we're investing in efforts to advance the Sustainable Development Goals (SDGs), reception in the region, access to vaccines, and climate adaptation and mitigation. The Netherlands will continue its efforts in areas where progress is being made and will focus on its strengths, such as linking diplomacy and development. For more information about Dutch development policy, go to www.nlontwikkelingssamenwerking.nl.

7. In your opinion, what are the Netherlands’ strengths when it comes to development cooperation? In which policy themes could the Netherlands play a leading role?
SRGR
Nederland heeft ontegenzeggelijk mondiaal een leidende rol waar het gaat om het wereldwijd bevorderen van seksuele en reproductieve gezondheid en rechten (SRGR), inclusief de bestrijding van hiv en genderongelijkheid. Nederland onderscheidt zich al jaren als uitgesproken voorvechter van SRGR met een bewezen track record en expertise. Bij de ICPD+25 conferentie in Nairobi in 2019 nam Nederland met andere landen het voortouw bij het halen van de ‘three zero’s’ in 2030: een einde aan moedersterfte, een einde aan onvervulde behoefte aan anti-conceptie en een einde aan geweld tegen vrouwen en meisjes en schadelijke praktijken zoals kindhuwelijken en genitale verminking van meisjes en jonge vrouwen. Deze progressieve coalitie bood zo overtuigend tegenwicht aan de anti-SRGR groep, waar toentertijd ook de VS zich bij schaarde. Nederland moet deze progressieve voorhoede-rol blijven vervullen.

Vrouwenrechten en Gendergelijkheid
Ook op het vlak van gendergelijkheid is Nederland wereldwijd uitgesproken en progressief. Op het internationale toneel, zowel in Europees verband als bij de VN ijvert Nederland actief en met succes voor gendergelijkheid en rechten van vrouwen en meisjes. Dit dwarsdoorsnijdende doel wordt in alle onderdelen van het beleid toegepast en doorgevoerd, oftewel gemainstreamed. Voortzetting van dit doel door de nieuwe regering is van groot belang, niet alleen als doel op zich maar als middel om armoede te bestrijden en kansengelijkheid en welvaart te bevorderen.

Vraag8

Innoveren op OS

Nederlandse internationale samenwerking is flexibel en kennisintensief, we zijn vernieuwend. Zo ontwikkelt Nederland nieuwe manieren van werken en partnerschappen die daarna door bijv. de Europese Commissie en Wereldbank worden opgepakt of opgeschaald. De Nederlandse internationale samenwerking fungeert dus veelal als een creatieve en kennisintensieve incubator (een broedplaats voor nieuwe ideeën. Nederland is een relatief kleine donor, maar als lidstaat van de EU en via bilaterale hulp kan Nederland de zichtbaarheid van EU-hulp vergroten en additionele relevante kapitaalstromen generen.

8. Op welke manier en op welk vlak kan de Nederlandse ontwikkelingssamenwerking nog meer innoveren?

(EN)
Innovative development cooperation

Dutch international cooperation is flexible and knowledge-intensive. We are also innovative, developing new ways of working and new types of partnership that are subsequently adopted or scaled up by others, like the European Commission and the World Bank. In this respect, Dutch international cooperation is like a creative and knowledge-intensive incubator. We are a relatively small donor, but as an EU member state and through bilateral aid we can make EU aid more visible and generate additional, relevant capital flows.

8. In what other ways and areas could Dutch development cooperation innovate more?

Bevorder de digitale geletterdheid van jongeren in lage- en middeninkomenslanden.

Betrek jongeren in al hun diversiteit in elke stap van het besluitvormings- en beleidsproces, zoals Nederland dat reeds doet bij het BHOS-beleid in het algemeen maar ook in de uitvoering op ambassades. Pas met andere woorden structureel die ']ongerenlens' toe. Draag deze manier van werken uit in landen met een Nederlandse vertegenwoordiging en landen met een EU Delegatie.

Innovatie vereist, naast durf, ook het geven van vertrouwen. Dat betekent ook het inzetten van modaliteiten die het mogelijk maken binnen bepaalde kaders te ‘falen’; vernieuwende pilots (a pilot can crash). Denk aan youth-led spaces/incubators, gender lens investment, social finance vouchers.

DRA
De meerjarige financiering van de Dutch Relief Alliance, middels een vijfjarige zogeheten blockgrant is tevens een voorbeeld van hoe Nederland zich als donor innovatief onderscheidt op het gebied van humanitaire hulp. De financiering is zoals gezegd meerjarig en hij is flexibel waardoor DRA partners in de uitvoering en thematische keuzes een hoge mate van autonomie kennen.

Management
In het kader van vertrouwen, blijf experimenteren met werkelijk adaptive management. Dat betekent het durven loslaten van gedetailleerde, strenge, financiële en inhoudelijke verantwoording met name op outputs. Dit is ook cruciaal in het kader van ‘shifting power to the south’.

Vraag9

Een donor met durf

De Nederlandse internationale inzet is gedurfd, omdat we financiële investeringen koppelen aan onze diplomatieke inzet en expertise. We continueren thema’s waar we traditionele meerwaarde hebben: seksuele en reproductieve rechten en gezondheid (SRGR), water, voedselzekerheid en veiligheid & rechtsorde. Daarbij kunnen we nog meer gebruik maken van het diplomatieke gewicht van o.a. de EU. We investeren in systeemverandering om te zorgen dat we de SDG’s in 2030 realiseren. Met systeemverandering bedoelen we dat we de systemen die armoede en ongelijkheid in stand houden aanpakken.

9. Op welke manier/welk vlak kan Nederland als donor nog meer durf te tonen?


(EN)
A bold donor

Dutch international efforts can be characterised as bold, because we link financial investment to diplomatic efforts and expertise. We will continue our work on themes where we have always added value: sexual and reproductive health and rights (SRHR), water, food security, and security and the rule of law. We will also make better use of the diplomatic weight of the EU. To ensure we achieve the SDGs by 2030, we will invest in systemic change, i.e. tackling the structures that maintain poverty and inequality.

9. In what ways or areas could the Netherlands, as a donor, be even bolder?
Feministisch Buitenlandbeleid
Dat vrouwen (en meisjes) gelijkwaardig meebeslissen (representation), hun rechten (rights) gerespecteerd zien en over dezelfde middelen (resources) beschikken als mannen zou eigenlijk vanzelfsprekend moeten zijn. Deze uitgangspunten worden door sommigen gezien als de basis van zogeheten Feministisch Buitenlandbeleid. Nederland mag hier meer durf aan de dag leggen. Te denken valt concreet aan de volgende aanbevelingen (die voor een deel staand beleid zijn):

• Werk aan verandering van bestaande patronen en structuren die ongelijkheid in stand houden, werk met andere woorden gendertransformatief;
• Blijf inzetten op verhoogde effectieve participatie van vrouwen en jongeren, in het bijzonder meisjes en jonge vrouwen.
• Blijf het doorstromen van vrouwen naar leiderschapsposities in fragiele contexten bevorderen opdat vrouwen en jongeren dwars door etnische, religieuze en partijpolitieke scheidslijnen op verschillende niveaus de Vrouwen Vrede Veiligheid (WPS) Agenda kunnen vormgeven en beïnvloeden, conform VNVR resolutie 1325;
• Zorg voor betekenisvolle consultatie van het (lokale) maatschappelijk middenveld, waaronder vrouwenrechtenorganisaties en bevorder dit in contacten met andere overheden;
• Maak van gendergelijkheid een politieke en programmatische prioriteit.
• Stel gendertransformatieve eisen aan alle financieringsmechanismen en zorg dat dit zwaar meeweegt in de beoordeling van projectvoorstellen en monitor op de voortgang en impact.

SRGR
Nederland toont per definitie durf door te investeren in SRGR en het maatschappelijk middenveld. Nederland investeert en durft bovendien stelling te nemen inzake controversiële thema's en is in staat om met de vooruitstrevende gender- en SRGR diplomatie landen mee te krijgen.

Versterking Maatschappelijk Middenveld
Nederland onderscheidt zich als donor duidelijk van andere donoren waar het gaat om de versterking van het maatschappelijk middenveld. Het werken en denken vanuit partnerschappen is iets dat we in Nederland moeten koesteren. Als Nederland staat voor democratische waarden zoals pluriformiteit, vrije meningsuiting, vrijheid van vergadering, transparantie en verantwoording, en het halen van de SDGs als prioriteit ziet, is het zaak om trend van een dalend budget op artikel 3.3. te keren en juist te gaan investeren. Dit is afgezet tegen de mondiale trend van shrinking space for civil society meer dan nodig.

Vraag10

Afrondende algemene vraag

10. Heeft u nog andere punten van aandacht die u vindt dat meegenomen dienen te worden in de nieuwe beleidsnota?


(EN)
General closing question

10. Are there any other points that you believe should be included in the new policy document?

Menstruele gezondheid en hygiëne
Toegang tot schoon drinkwater in combinatie met het vergroten van toegang tot sanitaire voorzieningen en goede hygiëne (WASH) is een prioriteit in het BHOS-beleid. Gendergelijkheid is dwarsdoorsnijdend. Als we nu met de ‘genderlens’ kijken naar het thema WASH, dan licht meteen het belang van meisjes en jonge vrouwen op.

Door toedoen van traditionele rollenpatronen zijn het vooral meisjes en vrouwen die verantwoordelijk worden gehouden voor de huishoudelijke taken. Natuurlijke hulpbronnen zoals water en brandhout worden vanwege de klimaatverandering en aantasting van het milieu schaarser waardoor het halen en verzamelen ervan tijdrovend is. Hierdoor hebben veel meisjes geen tijd meer om naar school te gaan. Meisjes en vrouwen bezitten veel kennis over de WASH-behoeftes van hun gemeenschap maar worden nog te weinig betrokken bij besluitvorming omtrent WASH voorzieningen. Onderzoeken wijzen uit dat het betrekken van vrouwen en meisjes bij WASH besluitvorming, hen daarin zeggenschap te geven, de duurzaamheid van voorzieningen ten goede komt. Om dit voor elkaar te krijgen is een gender transformatieve aanpak nodig, waarbij onderliggende rolpatronen doorbroken worden, mannen en jongens dientengevolge meer huishoudelijke taken op zich nemen en meisjes en vrouwen meer ruimte krijgen in besluitvormingsprocessen. Water en goede sanitaire voorzieningen zijn tevens onmisbaar voor menstruele gezondheid en hygiëne (MHH). In een ontwikkelingsbeleid waarin water en gendergelijkheid prioriteiten zijn kan MHH daarom niet ontbreken. Plan International vindt mede om deze redenen dat MHH expliciet een beleidsprioriteit zou moeten zijn in het nieuwe BHOS-beleid.

SEC
Seksuele uitbuiting van kinderen is sinds de COVID19-pandemie in omvang toegenomen. De conclusies uit het rapport dat de VN Speciaal Rapporteur Mama Fatima Singateh vorig jaar uitbracht zijn ronduit schokkend. Er is wereldwijd een toename te zien van seksuele uitbuiting online, via sociale media. Dit maakt het nog lastiger om zicht te krijgen op wat er zich afspeelt. Om ervoor te zorgen dat het aantal kinderen dat slachtoffer is van seksuele uitbuiting niet verder oploopt en eerder geboekte vooruitgang in de strijd tegen seksuele uitbuiting niet teniet te doen, is het zaak dat Nederland zich blijft inzetten voor het voorkomen en bestrijden van deze ernstige schending van kinderrechten en daarvoor op de lange termijn financiële middelen blijft vrijmaken.