BHOS-beleidsnota
Reactie
Naam | Netherlands Space Office (R Grim) |
---|---|
Plaats | Den Haag |
Datum | 12 april 2022 |
Vraag1
(see english below)Nexus (samenhang) Ontwikkelingssamenwerking & Buitenlandse Handel
Het Nederlandse bedrijfsleven kan door middel van handel, investeringen en marktkracht een belangrijke rol spelen bij een aantal van de grote wereldwijde uitdagingen van deze tijd. Om de Nederlandse inzet richting het bedrijfsleven een focus mee te geven wordt gekozen voor een focus op de “twin-transities”; de digitale transitie (via onder meer artificiële intelligentie) en de verduurzamingtransitie. Deze twin-transities op digitale innovatie en verduurzaming zullen de komende jaren een grote rol spelen om de Parijs en Glasgow-doelen voor klimaat te halen. Die doelen moeten we in Nederland halen, maar ook wereldwijd. Hoewel er een grote behoefte is aan Nederlandse expertise en investeringen, zien we dat meer nodig kan zijn om het Nederlandse bedrijven te betrekken bij deze transities in (lage en) midden-inkomenslanden.
1. Hoe kan het Nederlandse bedrijfsleven meer betrokken worden bij de twin-transitie in (lage en) midden-inkomenslanden?
(EN)
Nexus between development cooperation and foreign trade
Through their trade, investment and market position, Dutch businesses can play a key role in tackling some of the major challenges facing the world today. The focus of Dutch policy vis-a-vis the private sector will be on the 'twin transitions' of digitalisation (including artificial intelligence) and sustainability – both of which will be key to achieving the Paris and Glasgow climate goals in the years ahead. We must achieve these goals not only in the Netherlands, but across the world as a whole. While Dutch expertise and investment funding are in great demand, we also see that more may be needed when it comes to getting Dutch companies involved in these transitions in low- and middle-income countries.
1. How can we increase the involvement of Dutch companies in the twin transitions in low- and middle-income countries?
PPP-programma’s bieden een hoop aanknopingspunten om het bedrijfsleven te betrekken bij innovatieve activiteiten in lage en midden-inkomenslanden. Hiermee kan het bedrijfsleven in een gesubsidieerd traject van enkele jaren samen met lokale partners innoveren en ook een bedrijfsmodel opzetten waarmee ze op langere termijn door kunnen gaan. Binnen mogelijke programma’s zal innovatie hand in hand moeten gaan met een duidelijke inzet op business modellen en (deels) lokale overdracht, mogelijk hierbij gesteund door incubatie programma’s. Vanuit Nederland zijn alle bouwstenen aanwezig (o.a. G4AW en OrangeCorners), maar het cement (duidelijkheid over het lange termijn) mist nog. Doorgaan met wat we doen, maar dan met meer duidelijkheid door grotere en langere programma’s, is de basis.
Vraag2
Nederland kent een lange traditie van publieke private samenwerking. Nu de mondiale uitdagingen steeds groter worden, is het van belang deze publiek-private samenwerkingen te verdiepen en te versnellen. De duurzame ontwikkelingsdoelen zijn in 2015 vastgesteld als actieplan voor overheden, bedrijven, kennisinstellingen en burgers om duurzame ontwikkeling te verwezenlijken wereldwijd.2. Hoe kunnen overheid, bedrijfsleven en kennisinstellingen beter samenwerken om de duurzame ontwikkelingsdoelen te halen?
(EN)
The Netherlands has a long tradition of public-private partnership. As the global challenges grow ever bigger, it is important to deepen and accelerate these partnerships. The Sustainable Development Goals were presented in 2015 as a plan of action for governments, companies, knowledge institutions and private individuals to achieve sustainable development worldwide.
2. How can government, the private sector and knowledge institutions work together better to achieve the Sustainable Development Goals?
In grote mate wordt dit al gedaan in de bestaande programma’s (bijv. SDGP, G4AW). Om op een duurzame manier bij te dragen aan de SDGs, is het van belang dat projecten vervangen worden door producten en diensten. Dit vraagt ook een essentiële verandering in de manier waarop PPPs opgezet worden, en betekent dat de uitkomst van programma’s een operationele dienstverlening moet zijn met aandacht voor organisatie en duurzame financiering. Rollen en verantwoordelijkheden van publieke en private organisaties moeten duidelijk zijn en bij voorkeur synergetisch. Benut de competenties en netwerken van publieke en private organisaties (inclusief maatschappelijke middenveld). De andere uitdaging hierin zal de rol van kennisinstellingen zijn, aangezien deze door hun duale rol vaak op/over de grens gaan van wat de rolverdeling tussen het bedrijfsleven (operationeel) en kennisinstellingen (kennis) zou moeten zijn. Meer duidelijkheid vanuit de overheid over verwachtingen richting kennisinstellingen is een belangrijke basis. Daarna is het van belang om meer te focussen op duurzame business modellen.
Vraag3
Nederland heeft sinds 2016 een actieplan beleidscoherentie voor ontwikkeling. Beleidscoherentie voor ontwikkeling heeft als doel om in niet-hulp (OS) beleid schade voor ontwikkelingslanden te verminderen en synergiën en samenwerking te versterken. Het Nederlandse actieplan is in 2018 herzien en geeft een overzicht van vijf Nederlandse beleidsthema’s die een invloed hebben op de ontwikkelingskansen in ontwikkelingslanden. Deze thema’s zijn: (1) het tegengaan van belastingontwijking/ontduiking, (2) ontwikkelingsvriendelijke handelsakkoorden, (3) een ontwikkelingsvriendelijk investeringsregime, (4) verduurzaming van productie en handel en (5) het tegengaan van klimaatverandering.3. Hoe kan de bovengenoemde Nederlandse inzet op beleidscoherentie voor ontwikkeling verder versterkt of verbeterd worden?
(EN)
The Netherlands has had an action plan on policy coherence for development since 2016. The aim of policy coherence is to reduce the negative effects on developing countries caused by policies in areas other than development, and to strengthen synergies and cooperation. The action plan, which was revised in 2018, identifies five Dutch policy themes that can enhance developing countries’ opportunities for development: (1) combating tax avoidance/evasion, (2) development-friendly trade agreements, (3) a development-friendly investment regime, (4) more sustainable production and trade, and (5) combating climate change.
3. How can the Netherlands’ efforts to achieve policy coherence for development be further strengthened or enhanced?
De uitdaging bij PPPs blijft altijd gekoppeld aan de manier waarop PPPs zijn opgezet worden. Elke combinatie van publiek en privaat (NL of ontwikkelingsland) geeft een bepaalde balans die ook invloed heeft op waar de voornaamste voordelen zullen liggen. De beste manier om de ontwikkelingskansen in ontwikkelingslanden te versterken is om óók sterk in te zetten op ontwikkeling van de private sector in die landen, wat betekent dat er een bepaalde (van tevoren helder gedefinieerd in tijdspad en omvang) overdracht van kennis en kunde nodig is nadat programma’s afgerond zijn. Een sterke private sector in ontwikkelingslanden zal de motor zijn voor verdere ontwikkeling, en projecten moeten dus meer hierop gericht worden, en niet alleen op het versterken van lokale publieke instanties met kennis vanuit Nederland. Op vlakken 4 en 5 (duurzame productie en tegengaan klimaatverandering) heeft Nederland in G4AW al laten zien hoe state-of-the-art Nederlandse satelliet/geo-ict diensten bij kunnen dragen aan een oplossing, terwijl het ook bijdraagt aan de opbouw van een lokaal digitaal ecosysteem (nieuwe tech bedrijven in ontwikkelingslanden).
Vraag4
Buitenlandse HandelInternationale handel en investeringen zijn van groot belang voor de Nederlandse welvaart en werkgelegenheid. De Nederlandse welvaart wordt voor een derde verdiend door internationale handel en een derde van onze banen zijn verbonden aan internationale handel. Onze internationale concurrentiepositie is onderhevig aan de “twin-transities” (digitalisering/innovatie en klimaat/duurzaamheid) en verschuivende geopolitieke verhoudingen. Het is voor Nederland van groot belang om het verdienvermogen te versterken nu en in de toekomst.
Strategisch en duurzaam handelsbeleid
In anticipatie op de geopolitieke en transitie-ontwikkelingen sturen ook buitenlandse staten sterker op hun nationale en internationale beleid. Zo passen staten in toenemende mate assertievere economische diplomatie toe en zetten zij economische machtsinstrumenten in om hun internationale doelen na te jagen. Nederland kan hierin niet achter blijven. De verwevenheid van ons land met de rest van de wereld is groter en kwetsbaarder dan ooit. Als onderdeel van een samenhangend buitenland beleid, zal Nederland zich toeleggen op een strategisch en duurzaam handelsbeleid.
4. Hoe kan de overheid het duurzame verdienvermogen van Nederlandse bedrijven in het buitenland versterken?
Foreign trade
International trade and investment are crucial to prosperity and jobs in the Netherlands. International trade accounts for a third of our national income and is linked to a third of our jobs. But our international competitiveness faces risks posed by the twin transitions (digitalisation/innovation and climate/sustainability) and the shifting geopolitical balance of power. It is therefore vital for the Netherlands to strengthen its earning capacity, both now and in the future.
Strategic and sustainable trade policy
Other states are also anticipating the above-mentioned transitions and geopolitical shifts, and are adjusting their national and international policies accordingly, for instance by pursuing their international objectives through more aggressive economic diplomacy and the use of economic instruments of power. The Netherlands cannot afford to fall behind. Our country’s interconnections with the rest of the world are both greater and more fragile than ever. The Netherlands will therefore focus on strategic and sustainable trade policy as part of its coherent foreign policy.
4. How can the government strengthen Dutch companies’ sustainable earning capacity abroad?
Zet duidelijke doelen uit. Stimuleren van innovatie. Niet omkijken, maar doorlopen en continue aanpassen en verbeteren. De unieke positie van Nederland is gericht op innovatie. Als je de eerste bent zal je altijd een aantal jaren een goede positie hebben. En als je daarin blijft innoveren, dan kan je prima een duurzaam verdienmodel opzetten. Beschermen van wat je hebt gaat ten koste van nieuwe ontwikkelingen. Van belang is dat bedrijven ook voor internationale innovaties in ontwikkelingslanden genoeg instrumenten hebben, waarmee ze innovatie ook in BHOS context een standaard onderdeel van hun activiteiten kunnen maken. In ontwikkelingscontext is innovatie vanuit het Nederlandse bedrijfsleven nog sterk gekoppeld aan sporadisch openstaande subsidie instrumenten, wat niet ten goede komt aan hun innovatieve positie. Voor fragiele staten kunnen bedrijven ook helpen met het aanleveren van oplossingen. Hierbij moeten we wel realiseren dat bedrijven niet vanzelfsprekend bereid zullen zijn om daar bij zelf te investeren. Opdrachten zijn wellicht een betere interventie-instrument dan subsidieprogramma’s.
Vraag5
Thema’s en sectoren van de toekomstNu de wereld in transitie is om een goede toekomst voor ons en de generaties na ons te bewerkstelligen verandert de focus van bedrijven, overheid en kennisinstellingen.
5. Op welke thema’s of sectoren ziet u kansen om internationaal te ondernemen?
(EN)
Themes and sectors of the future
The focus of companies, governments and knowledge institutions is changing in light of the global transition to ensure a bright future for current and future generations.
5. In which themes or sectors do you see opportunities for international enterprise?
De focus is nu sterk op de key technologies achter digitalisatie (o.a. AI). Om een voorsprong te behouden is het van belang om ook aandacht te geven aan de achterliggende enabling technologies en (digitale) infrastructuur, zoals de ruimtevaart en telecommunicatie. Digitalisatie is een compleet ecosysteem waarmee zowel de Nederlandse private sector als de ontwikkelingslanden grote stappen kunnen zetten. Het is wel van belang om ons als Nederland te richten op sectoren waarin we voorlopen en niet direct concurreren met lokale ondernemers. Op de echte hightech sectoren zoals de ruimtevaart en gerelateerde toepassingsdomeinen (water, landbouw, luchtkwaliteit) heeft Nederland een unieke positie. We kunnen hiermee internationaal samenwerken aan ontwikkeling van hardware (sensoren), maar ook dit inzetten om digitalisatie te brengen richting o.a. kleinschalige boeren en immer en snel groeiende steden (denk aan luchtvervuiling).
Vraag6
Samenwerking publiek-privaat en rol Midden en Klein Bedrijf (MKB)Een succesvolle aanpak op het gebied van internationale handel vraagt samenwerking tussen burgers, bedrijven, maatschappelijke organisaties en de overheid. Het is nuttig om aan te sluiten op de behoeftes van de markt. Waar zijn bedrijven (specifiek het MKB) mee geholpen om de exportkracht en innovatiekracht te vergroten?
6. Hoe kan de overheid het bedrijfsleven (specifiek het MKB) dat internationaal onderneemt (of dat zou willen) beter ondersteunen om zaken te doen in het buitenland?
a. Welke ondersteuning hebben bedrijven nodig om internationaal succesvol te zijn op terreinen van digitale innovatie (innovatiesamenwerking) en verduurzaming?
b. Voor handel met welke landen (of regio’s of markten) zou ondersteuning moeten zijn?
c. Wat zou de overheid op het gebied van handelsbevordering niet meer moeten doen?
(EN)
Public-private cooperation and role of SMEs
A successful approach to international trade requires cooperation between the public, companies, civil society and government. It is also useful to align with market demand. What would help companies, and SMEs in particular, to increase their export performance and innovative capacity?
6. How can the government better support companies (and SMEs specifically), that are doing or wish to do business abroad?
a. What type of support do companies need in order to achieve international success in the areas of digital innovation (innovation partnerships) and sustainability?
b. For what countries, regions or markets should the government provide private sector support?
c. What type of trade promotion activities should the government stop doing?
a. Voortzetting programma’s zoals G4AW, maar ook meer aandacht voor de context in de partnerlanden. Voor internationale handel heb je stabiele (private) partners nodig. Incubatie-programma’s kunnen bijdragen aan ontwikkelen en laten groeien van sterke lokale partners die het internationale succes kunnen versterken.
b. Geen afbakening van regio’s of markten aangezien dit ten koste gaat van de innovatie.
c. -
Vraag7
OntwikkelingssamenwerkingDevelopment cooperation
Nederlandse inzet op Ontwikkelingssamenwerking
Nederland is op verschillende thema’s actief op gebied van ontwikkelingssamenwerking. Zo investeren we in het realiseren van de Sustainable Development Goals (SDG’s) en zetten we extra in op opvang in de regio, toegang tot vaccins, klimaatadaptatie en -mitigatie. Nederland gaat door met wat goed gaat en focust op waar Nederland goed in is, zoals verbinding tussen diplomatie en ontwikkelingssamenwerking. Meer informatie over het ontwikkelingssamenwerkingsbeleid van Nederland is te vinden op www.nlontwikkelingssamenwerking.nl.
7. Waar is Nederland op het gebied van ontwikkelingssamenwerking volgens u goed in? Op welke thema’s zou Nederland een aanjagende rol kunnen vervullen?
(EN)
Dutch development cooperation activities
The Netherlands is actively pursuing a number of policy themes in the area of development cooperation. For example, we're investing in efforts to advance the Sustainable Development Goals (SDGs), reception in the region, access to vaccines, and climate adaptation and mitigation. The Netherlands will continue its efforts in areas where progress is being made and will focus on its strengths, such as linking diplomacy and development. For more information about Dutch development policy, go to www.nlontwikkelingssamenwerking.nl.
7. In your opinion, what are the Netherlands’ strengths when it comes to development cooperation? In which policy themes could the Netherlands play a leading role?
Nederland blijft leidend in de topsectoren water en food & agri. Ook is Nederland goed op een duurzame commerciële focus en PPPs. Op het vlak van digitalisatie kan Nederland een aanjagende rol vervullen, maar daarbij moet wel breder gekeken worden dan AI, omdat je daarmee in het vaarwater van lokale bedrijvigheid komt. Nederland is sterk in de enabling technologies zoals ontwikkeling data-platformen en satelliet/geodata data. Nederland moet doorgaan met het overbrengen van hun thematische kennis op bovengenoemde topsectoren, en verder zich blijven richten op een bottom-up ontwikkeling van de lokale private sector (grotere incubatieprogramma’s). Naast water en agri kan ook luchtkwaliteit een nieuw speerpunt van Nederland worden. Er is veel kennis bij zowel Nederlandse kennisinstellingen en bedrijven aanwezig die juist in ontwikkelings context benut kunnen worden. Bij alle drie thema’s (water, agri, lucht) is kennis van klimaat en weer onontbeerlijk. Ook daar kan Nederland in een OS-context een toegevoegde waarde hebben.
Vraag8
Innoveren op OSNederlandse internationale samenwerking is flexibel en kennisintensief, we zijn vernieuwend. Zo ontwikkelt Nederland nieuwe manieren van werken en partnerschappen die daarna door bijv. de Europese Commissie en Wereldbank worden opgepakt of opgeschaald. De Nederlandse internationale samenwerking fungeert dus veelal als een creatieve en kennisintensieve incubator (een broedplaats voor nieuwe ideeën. Nederland is een relatief kleine donor, maar als lidstaat van de EU en via bilaterale hulp kan Nederland de zichtbaarheid van EU-hulp vergroten en additionele relevante kapitaalstromen generen.
8. Op welke manier en op welk vlak kan de Nederlandse ontwikkelingssamenwerking nog meer innoveren?
(EN)
Innovative development cooperation
Dutch international cooperation is flexible and knowledge-intensive. We are also innovative, developing new ways of working and new types of partnership that are subsequently adopted or scaled up by others, like the European Commission and the World Bank. In this respect, Dutch international cooperation is like a creative and knowledge-intensive incubator. We are a relatively small donor, but as an EU member state and through bilateral aid we can make EU aid more visible and generate additional, relevant capital flows.
8. In what other ways and areas could Dutch development cooperation innovate more?
Met inzet van innovatieve inkoop instrumenten zoals de SBIR (Small Business Innovation Research) en een ‘Prijsvraag’ kan het Nederlandse bedrijfsleven ingezet worden om oplossingen voor ontwikkelingssamenwerking te bedenken. Innovatie is (als het goed is) een oplossing van een bestaand probleem. Het probleem moet aangedragen worden door jullie en niet door ons. Bedrijven kunnen vervolgens in concurrentie (en met voldoende creatieve vrijheid) helpen om innovatieve oplossingen te bedenken. Voordeel van deze aanpak is dat je als overheid het probleem moet beschrijven, en niet een specifieke oplossing waar vaak nog de kennis bij de overheid voor ontbeert. Middels een evaluatie van voorgestelde oplossingen kunnen de meest veelbelovende gekozen worden en aantonen of het een haalbare oplossing is. Zodra de innovatie voldoende ontwikkeld is kan de overheid een inkooptraject starten. In OS-context zou deze methodiek bij overheden van partnerlanden geïntroduceerd kunnen worden.
Vraag9
Een donor met durfDe Nederlandse internationale inzet is gedurfd, omdat we financiële investeringen koppelen aan onze diplomatieke inzet en expertise. We continueren thema’s waar we traditionele meerwaarde hebben: seksuele en reproductieve rechten en gezondheid (SRGR), water, voedselzekerheid en veiligheid & rechtsorde. Daarbij kunnen we nog meer gebruik maken van het diplomatieke gewicht van o.a. de EU. We investeren in systeemverandering om te zorgen dat we de SDG’s in 2030 realiseren. Met systeemverandering bedoelen we dat we de systemen die armoede en ongelijkheid in stand houden aanpakken.
9. Op welke manier/welk vlak kan Nederland als donor nog meer durf te tonen?
(EN)
A bold donor
Dutch international efforts can be characterised as bold, because we link financial investment to diplomatic efforts and expertise. We will continue our work on themes where we have always added value: sexual and reproductive health and rights (SRHR), water, food security, and security and the rule of law. We will also make better use of the diplomatic weight of the EU. To ensure we achieve the SDGs by 2030, we will invest in systemic change, i.e. tackling the structures that maintain poverty and inequality.
9. In what ways or areas could the Netherlands, as a donor, be even bolder?
Duidelijke inzet op hoogwaardige lokale bedrijvigheid. Ontwikkelingssamenwerking moet niet hoogwaardige banen in Nederland creëren en daarmee de laagwaardige banen in ontwikkelingslanden iets makkelijker/lonender maken. Ontwikkelingssamenwerking moet een gelijkwaardig speelveld creëren, dus de hoogwaardige banen moeten ook overgedragen worden aan de ontwikkelingslanden. Minder bescherming van ons eigen speelveld, maar een compleet open samenwerking zal durf tonen. Partnerschappen tussen Nederlandse en lokale bedrijven en kennisinstellingen kunnen wellicht daar een oplossingsrichting bieden.
Vraag10
Afrondende algemene vraag10. Heeft u nog andere punten van aandacht die u vindt dat meegenomen dienen te worden in de nieuwe beleidsnota?
(EN)
General closing question
10. Are there any other points that you believe should be included in the new policy document?
Het is altijd relevant om door te bouwen op succesvolle verhalen van de afgelopen jaar. Aandacht voor dergelijke ‘succes stories’, of juist de beperkingen zouden een toevoegde waarde hebben in een onderbouwende ‘lessons learned’ op dit thema.
Luchtkwaliteit is een groot gezondheidsprobleem en neemt snel toe in de almaar groeiende steden in ontwikkelingslanden. In Nederland is er veel expertise die de problematiek van luchtkwaliteit inzichtelijk kunnen maken. BZ kan overwegen om ook hier, wellicht in kader van G2G samenwerking, actiever beleid op te voeren, samen met overheidsorganisaties KNMI en Netherlands Space Office (NSO).