wijziging van het Besluit zorgverzekering in verband met de collectiviteitskorting

Reactie

Vraag1

(i) In een solidair systeem is het onwenselijk dat er kruissubsidie plaatsvindt van in dit geval individueel verzekerden ten voordele van collectief verzekerden wanneer daar geen inhoudelijke en/of financiële onderbouwing voor is. Het IZZ ledencollectief (de IZZ-regeling) draagt op meerdere manieren bij aan kostenbesparingen en aan kwaliteitsverbetering. Zo draagt het IZZ Collectief bij aan een verlaging van de beheerkosten door de collectieve incasso en afdracht van de premie. Deze besparing heeft twee effecten. Het eerste effect is het verminderde risico op dubieuze debiteuren. Door de collectieve incasso bij werkgevers, is dit gereduceerd en levert dit een besparing van 1,6-2.0% op. Het tweede deel zit in de handlingskosten voor de zorgverzekeraars die lager zijn door de collectieve incasso en afhandeling.

(ii) Het is te eenzijdig om alleen te kijken naar besparingen die een direct effect zijn van de (zorg)inhoudelijke afspraken voor een bepaalde groep. Er is sprake van nog een kostenbesparend effect op geconsolideerd niveau doordat inhoudelijke collectiviteiten als IZZ zich op meer richten dan alleen kostenbesparing op de basisverzekering. Door de projecten Gezond werken in de Zorg die het Collectief Stichting IZZ in de zorgsectoren initieert en begeleidt, wordt het ziekteverzuim teruggedrongen. Inmiddels is dit ook wetenschappelijk aangetoond in een onderzoek van de Erasmus Universiteit (december 2018). Daarmee zijn zorgprofessionals aantoonbaar minder ziek, komen zij aantoonbaar minder in een situatie van definitieve arbeidsongeschiktheid en worden hiermee direct kosten bespaard op (inhuur van) extra personeel.

(iii) Ook op zorginkoop zijn er succesvolle pilots te noemen zoals de invoering van de behandelindex voor fysiotherapeuten en aansluiting bij de beroepsgroepnormen bij de inkoop van medisch specialistische zorg, die echter vaker ook generiek worden gemaakt voor de grotere groep verzekerden.

(iv) De specifieke samenstelling in de Aanvullende Verzekering zorgt voor een verlaging van de aanspraken op de Basisverzekering en voor een preventieve werking. In de aanvullende IZZ Zorgverzekering zijn vergoedingen opgenomen voor aandoeningen die samenhangen met de fysieke en psychische belasting van het werken in de zorg. Deze zorg heeft zowel een preventief als een curatief karakter en bespaart ook kosten op de basisverzekering.

Vraag2

Nee, de afschaffing van de korting op de basisverzekering gaat leiden tot andere vormen van risicoselectie. Bijvoorbeeld via kortingen op de aanvullende zorgverzekeringen of medische en tandheelkundige selectie op de aanvullende zorgverzekeringen en extra diensten en services gericht op bepaalde doelgroepen. Op deze wijze verschuift de risicoselectie van het 1e niveau (basisverzekering) naar het 2e en 3e niveau (aanvullende zorgverzekering en extra services en diensten).

Vraag3

Ja, van de 64.000 collectiviteiten is het grootste deel financieel gedreven. Een verlaging of afschaffing van de financiële voordelen voor een uitsluitend financieel gedreven collectief, zal minder verzekerden trekken omdat er onvoldoende toegevoegde waarde is vanuit financieel oogpunt voor het individu. Dat is een direct te verwachten effect en wellicht ook een positief effect en betreft met name de lichte en/of horizontale collectiviteiten. Maar het effect zal ook zijn dat enkele inhoudelijke collectiviteiten met veel toegevoegde waarde in het stelsel, onvoldoende onderscheid kunnen maken en onvoldoende verzekerden aan zich weten te binden door het wegvallen van een financieel voordeel voor het individu waardoor hun positieve bijdrage aan het stelsel teloor gaat. Dit betreft dan met name de zwaardere, verticale collectiviteiten.

Vraag4

Het is jammerlijk en niet te rechtvaardigen dat de grotere, inhoudelijke collectiviteiten, niet eerder zijn geconsulteerd om hun meerwaarde in het zorgverzekeringsstelsel toe te lichten. Daarmee is voorbij gegaan aan een verschil in inhoudelijke én de puur financieel gedreven, horizontale collectiviteiten. Er is een generieke maatregel genomen, zonder oog te hebben voor de mogelijkheid van een gedifferentieerd beleid. Het is goed mogelijk dat inhoudelijke collectiviteiten die wel voldoen aan de criteria, een plaats met toegevoegde waarde in het stelsel hebben of behouden. Dat geldt zeker voor een grote collectiviteit in de zorgsector zelf. Dat maakt de positie uniek van het Collectief rondom de IZZ-regeling.

Daarnaast betekent het afschaffen van de collectiviteitskorting een prijsopdrijvende werking in onze collectiviteit van € 3,50 per premiebetalende deelnemer per maand. Voor personeel in de zorg, niet behorend tot de best verdienende groepen in het land, is dit een behoorlijk bedrag en een verslechtering van de arbeidsvoorwaarden. Ongetwijfeld wordt deze verslechtering afgewenteld in een compenserende looneis en zal dit voor de zorgsector, links of rechtsom betaald moeten worden.

Samen met de Collectiviteit hebben de uitvoerende verzekeraars ook lastige besparingsmaatregelen kunnen communiceren. Dit heeft het draagvlak en de acceptatie van deze maatregelen vergroot en de implementatie vergemakkelijkt.

Tenslotte ondergraaft deze maatregel de noodzakelijke tegenspraak richting zorgverzekeraars: collectiviteiten zorgen voor tegenkracht, tegenspraak waardoor de kwaliteit van beleidsvorming en -uitvoering sterk verbeterde. Met deze maatregel wordt een deel van de meerwaarde en aantrekkelijkheid van inhoudelijke collectiviteiten uitgehold en zal de tegenkracht verminderen.

Bijlage