Contourenbrief verbruiksbelasting van alcoholvrije dranken op basis van suikergehalte

Reactie

Naam de Nederlandse ambachtelijke sapmakers (mevr. J. Tazelaar)
Plaats Waterlandkerkje
Datum 7 juni 2024

Vraag1

Toelichting
Sinds 1993 heeft Nederland een verbruiksbelasting van alcoholvrije dranken, waaronder frisdrank, vruchten- en groentesappen en alcoholvrij bier. De huidige belasting heeft hetzelfde tarief voor alle dranken, of er nu veel of weinig suiker inzit. De overheid overweegt nu om een suikerbelasting op alcoholvrije dranken in te voeren. Dranken die geen of weinig suiker bevatten (zoals zero/light frisdrank en mineraalwater met een smaakje) zullen daardoor goedkoper worden dan nu, en dranken die veel suiker bevatten (zoals cola en energiedrank) duurder. De reden van deze suikerbelasting is het bevorderen van de gezondheid door het tegengaan van overgewicht.

Vraag
Vindt u dat de overheid overgewicht en obesitas moet bestrijden door de verbruiksbelasting van alcoholvrije dranken voortaan te baseren op het suikergehalte van de drank? Hierdoor worden dranken die geen of weinig suiker bevatten goedkoper dan nu, en dranken die veel suiker bevatten duurder dan nu.
Ja, overgewicht en obesitas zijn volksgezondheidsproblemen en de Rijksoverheid heeft een rol in het voorkomen en verminderen daarvan. Ee´n van de maatregelen die het in dat kader kan nemen is een verbruiksbelasting op alcoholvrije dranken op basis van het suikergehalte van de drank.

Verbruiksbelasting naar het model van het Verenigd Koninkrijk

Hiervoor kan Nederland inspiratie opdoen in het Verenigd Koninkrijk. Daar wordt onderscheid gemaakt tussen dranken met toegevoegde suikers en dranken zonder toegevoegde suikers. In dit systeem geldt voor dranken met toegevoegde suikers een getrapte verbruiksbelasting, waarbij dranken met meer toegevoegde suikers hoger belast worden dan dranken met minder toegevoegde suikers. Dit heeft er onder meer toe geleid dat in het Verenigd Koninkrijk a) circa 50% van de producenten hun suikerhoudende drank hebben geherformuleerd, en b) de totale aangekochte hoeveelheid suiker per huishouden uit dranken in alle sociaaleconomische groepen daalde.

Vraag2

Toelichting
Het uitgangspunt bij de invoering van suikerbelasting is dat hetzelfde bedrag wordt opgehaald als nu. Naast het behalen van belastingopbrengsten komt er een extra doel bij met de omzetting naar een suikerbelasting: het bevorderen van de gezondheid door het tegengaan van overgewicht. Dit doel kan op twee manieren worden bereikt: consumenten kiezen vaker voor dranken waar minder suiker in zit en producenten verlagen de hoeveelheid suiker in hun dranken. Daarbij speelt dat alcoholvrije dranken natuurlijke en toegevoegde suikers kunnen bevatten. Voorbeelden van dranken met alleen natuurlijke suikers zijn melk en pure vruchten- en groentesappen. Voorbeelden van dranken waar tijdens de productie suiker wordt toegevoegd, zijn frisdrank en chocolademelk. De Gezondheidsraad adviseert zo min mogelijk suikers binnen te krijgen via dranken. Het maakt daarbij niet uit of het gaat om natuurlijke suikers of toegevoegde suikers. Dat komt omdat het lichaam de suikers op dezelfde wijze verwerkt, het maakt niet uit of het natuurlijke of toegevoegde suikers zijn. Daarnaast is het zo dat het eten van bijvoorbeeld fruit meer vult dan het drinken van sap. En je voor één glaasje sap meerdere stukken fruit nodig hebt. Zo krijg je ongemerkt in korte tijd veel suikers binnen als je sap drinkt in plaats van dat je fruit eet.

Vraag
Vindt u dat de belasting moet gelden voor alle alcoholvrije dranken, ongeacht of die natuurlijke of toegevoegde suikers bevatten? Of moet de belasting alleen gelden voor dranken met toegevoegde suikers, met als gevolg dat de prijs voor deze dranken extra sterk stijgt?
De verbruiksbelasting zou alleen moeten gelden voor alcoholvrije dranken met toegevoegde suikers. In het Verenigd Koninkrijk is gebleken dat het succes van belasting zit in het feit dat producenten gaan herformuleren. Omdat pure vruchten- en groentesappen tot op heden niet kunnen en ook niet mogen worden geherformuleerd, is er daar, en in nagenoeg alle andere landen, voor gekozen om alle pure sappen uit te zonderen van deze belasting.

Onderscheid tussen gezondheidseffecten van pure groente- en vruchtensappen en die van dranken met toegevoegde suikers.

Bovendien toont de huidige stand van de wetenschap aan dat pure vruchtensappen gezonder zijn dan dranken met toegevoegde suikers. Uit recent promotieonderzoek van voedingsexpert Floor Scheffers, in samenwerking met het RIVM, blijkt bijvoorbeeld dat het gematigd nuttigen van vruchtensappen niet leidt tot overgewicht of verhoogd risico op diabetes type 2, maar juist bevorderlijk is voor de gezondheid. Gematigde consumptie ervan vermindert het risico op hart en vaatziekten met 12-15%, coronaire hartziekten met 14-17% en de kans op een beroerte met 20-24%. Bovendien laat dit uitgebreide onderzoek zien dat de gemiddelde consumptie van vruchtensappen in Nederland per dag laag is. Dit geldt voor alle leeftijden. Ter illustratie: onder jongeren is de vruchtensapconsumptie het hoogst bij jongens tussen 12 en 17 jaar, met ongeveer 34 ml per dag. De consumptie van dranken met toegevoegd suiker is in deze zelfde groep 562 ml per dag.

Er is dus geen reden om de consumptie van pure vruchten- en groentesappen te ontmoedigen in voedingsadviezen, in tegenstelling tot dranken met toegevoegde suikers. Verschillende wetenschappers en experts van naam stellen dan ook dat (gematigde consumptie van) pure vruchtensappen weer opgenomen zouden moeten worden in de ‘Schijf van Vijf’.

Door het budgettaire uitgangspunt van de in de contourenbrief geschetste gedifferentieerde verbruiksbelasting, worden bovenstaande wetenschappelijke inzichten onvoldoende meegewogen. Wat ons betreft zou meer aandacht moeten worden besteed aan dit gezondheidsperspectief, en zou op basis daarvan moeten worden geconcludeerd dat een effectieve verbruiksbelasting zich toespitst op alcoholvrije dranken met toegevoegde suikers.

Vraag3

Toelichting bij vragen 3 en 4
In de contourenbrief zijn vijf mogelijke scenario’s van de belasting uitgewerkt (scenario I, II, III, IVa en IVb). In scenario I vallen alle alcoholvrije dranken onder belasting en zijn er geen uitzonderingen. Vervolgens worden in de scenario’s daarna steeds meer dranken van de belasting uitgezonderd. Over die uitgezonderde dranken hoeft dus geen verbruiksbelasting te worden betaald, maar de belasting op andere dranken zal dan hoger worden. Dit komt omdat de totale opbrengst van deze verbruiksbelasting hetzelfde moet blijven. In de contourenbrief (zie ‘relevante documenten’) leest u meer over de argumentatie en de effecten van elk scenario.

Scenario I: geen dranken uitgezonderd.
Scenario II: alleen mineraalwater uitgezonderd.
Sceanario III: mineraalwater uitgezonderd. Zuivel en sojadranken met een laag suikergehalte uitgezonderd.
Scenario IVa: mineraalwater uitgezonderd. Zuivel en sojadranken uitgezonderd (ongeacht suikergehalte). Pure vruchten- en groentesappen belast met het laagste tarief.
Scenario IVb: mineraalwater uitgezonderd. Zuivel en sojadranken uitgezonderd (ongeacht suikergehalte). Pure vruchten- en groentesappen uitgezonderd.

Vraag
Welk scenario heeft het meest uw voorkeur en waarom?
Tegen de achtergrond van bovenstaande antwoorden, ontbreekt in de geschetste scenario’s in onze ogen de meest gewenste, effectiefste en eenvoudigste variant, waarbij de verbruiksbelasting alleen geldt voor alcoholvrije dranken met toegevoegde suikers.

Met dit ontwerp wordt gehoor gegeven aan de duidelijke oproep van zowel de Eerste als Tweede Kamer. Zo is tijdens de behandeling van het Belastingplan 2024 in de Tweede Kamer de motie-Erkens (36418-72) aangenomen, die verzoekt om differentiatie in de verbruiksbelasting in suikerhoudende dranken tussen vruchtensappen en andere dranken. Daarnaast heeft de Eerste Kamer de motie Visseren-Hamakers c.s. (36.418, X) aangenomen, die oproept een nultarief in de verbruiksbelasting in te voeren voor dranken die geen toegevoegde suikers bevatten, en de motie Koffeman (36.410, F), die oproept een onderscheid te maken tussen dranken met toegevoegde suikers en dranken met alleen niet-toegevoegde natuurlijke suikers.

Gelet op deze brede wens van het parlement lijkt het ons gepast hier snel werk van te maken. Dit kan door, vooruitlopend op de invoering van een gedifferentieerde verbruiksbelasting op basis van toegevoegde suikers in 2026, pure vruchten- en groentesappen per 1 januari 2025 uit te sluiten van de huidige verbruiksbelasting.

Uitvoeringsmogelijkheden
In de contourenbrief wordt gesteld dat het voor het Nederlandse Douane Laboratorium onmogelijk is om claims met betrekking tot toegevoegde of natuurlijke suikers op het etiket achteraf op basis van laboratoriumonderzoek te controleren. Wat ons betreft wordt dit te gemakkelijk beweerd. Het zou eigenaardig zijn als inmiddels in veel landen een suikertaks op uitsluitend toegevoegde suikers wordt geheven zonder dat daar op adequate wijze op kan worden gecontroleerd. Ook in het RIVM-onderzoek ‘Suikertaks: een vergelijking tussen drie Europese landen’ wordt nergens gesteld dat controle op de taks op toegevoegde suikers in de onderzochte landen – het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk en Noorwegen – onmogelijk is.

In onze ogen is het wel degelijk mogelijk om door middel van isotopenanalyse (C13) toegevoegde suikers achteraf aan te tonen. Er zijn meerdere onafhankelijke laboratoria die dit kunnen. Ook kunnen fabrikanten verplicht worden om de hoeveelheid toegevoegde suikers op de verpakking te vermelden.




Vraag4

Vraag
Welk scenario heeft het minst uw voorkeur en waarom?
Alle in de contourenbrief geschetste scenario’s bieden in onze ogen niet de meest wenselijke oplossing. In de geschetste scenario’s mist namelijk het scenario waarbij er onderscheid gemaakt wordt tussen toegevoegde en niet-toegevoegde suikers.

De contourenbrief neemt als uitgangspunt dat de totale opbrengst van de verbruiksbelasting hetzelfde moet blijven. Dit is een politieke keuze, die wat ons betreft losstaat van het feit dat een effectieve gedifferentieerde verbruiksbelasting zich alleen zou moeten richten op alcoholvrije dranken met toegevoegde suikers. Als de Tweede Kamer en het nieuwe kabinet vast willen houden aan dit budgettaire uitgangspunt, dan zou desgewenst ook kunnen worden gekeken naar het verbreden van de verbruiksbelasting naar andere categoriee¨n voedingsmiddelen. Uit het op 14 mei met de Kamer gedeelde onderzoek naar brede suikerbelasting op voedingsmiddelen blijkt immers dat een dergelijke verbreding tussen de 700 miljoen en 1,2 miljard euro op zou kunnen leveren.

Vraag5

Toelichting
Het overheidsbeleid is ‘bier met alcohol moet altijd duurder zijn dan fris’. Als er een verbruiksbelasting op basis van suikergehalte komt, kan ervoor worden gekozen de bieraccijns te verhogen omdat het tarief voor frisdranken met veel suiker (zoals reguliere cola of energiedrank) anders hoger is dan de bieraccijns. Een andere mogelijkheid is om toe te staan dat alcoholhoudend bier lager belast kan zijn dan frisdrank met veel suiker. Het uitgangspunt dat bier altijd duurder moet zijn dan fris, geldt dan niet meer. Over deze afweging leest u meer in de contourenbrief (zie ‘relevante documenten’).

Vraag
Vindt u dat bier altijd hoger belast moet zijn dan alcoholvrije dranken, ook als die alcoholvrije dranken veel suiker bevatten? En maakt het daarbij voor u uit dat de accijns op alcoholhoudende bieren hierdoor omhoog gaat?
De Nederlandse producenten van pure vruchten- en groentesappen zijn een voorstander van een gedifferentieerde verbruiksbelasting naar model van het Verenigd Koninkrijk en tal van andere Europese landen, waarbij een onderscheid wordt gemaakt tussen dranken met toegevoegde en niet-toegevoegde suikers.