Contourenbrief verbruiksbelasting van alcoholvrije dranken op basis van suikergehalte

Reactie

Naam Royal Cosun (Ir. A.J.D. Olie)
Plaats Breda
Datum 5 juni 2024

Vraag1

Toelichting
Sinds 1993 heeft Nederland een verbruiksbelasting van alcoholvrije dranken, waaronder frisdrank, vruchten- en groentesappen en alcoholvrij bier. De huidige belasting heeft hetzelfde tarief voor alle dranken, of er nu veel of weinig suiker inzit. De overheid overweegt nu om een suikerbelasting op alcoholvrije dranken in te voeren. Dranken die geen of weinig suiker bevatten (zoals zero/light frisdrank en mineraalwater met een smaakje) zullen daardoor goedkoper worden dan nu, en dranken die veel suiker bevatten (zoals cola en energiedrank) duurder. De reden van deze suikerbelasting is het bevorderen van de gezondheid door het tegengaan van overgewicht.

Vraag
Vindt u dat de overheid overgewicht en obesitas moet bestrijden door de verbruiksbelasting van alcoholvrije dranken voortaan te baseren op het suikergehalte van de drank? Hierdoor worden dranken die geen of weinig suiker bevatten goedkoper dan nu, en dranken die veel suiker bevatten duurder dan nu.
Overgewicht ontstaat doordat over langere periode meer calorieën (uit koolhydraten, waaronder suikers, eiwitten, vetten en alcohol) worden ingenomen dan gebruikt. Overconsumptie van suikerhoudende dranken draagt bij aan overgewicht, is ongezond en dient daarom vermeden te worden. In het kader van overgewichtspreventie is Cosun voorstander van een integrale aanpak. De verbruiksbelasting is een eenzijdige maatregel en zal een minimale / verwaarloosbare impact hebben op het tegengaan van overgewicht. Uit onderzoek blijkt dat de Soft Drinks Industry Levy (SDIL) in het Verenigd Koninkrijk (VK) heeft gezorgd voor een vermindering van suikerinname via frisdranken van minder dan een halve gram suiker per persoon per dag (1). Overgewicht in het VK is sinds invoering van de SDIL niet afgenomen, maar gestegen (2, 3).

Minder inname van suiker betekent niet meteen dat dit zich ook vertaalt naar minder overgewicht. Uit de Voedselconsumptiepeilingen van het RIVM blijkt dat de inname van suikers in Nederland met 20,7% is gedaald in 2019-2021 vs. 2007-2010 (4). De inname van suikerhoudende dranken daalde met >35% in de periode 2019-2012 vs. 2012-2016 (5).

Het aantal mensen met overgewicht is in Nederland in diezelfde periode alleen maar gestegen. In 2007 had 41,9% van de volwassen Nederlanders overgewicht, in 2021 was dit 49,5% en in 2023 was dit 50% (6).

Aangezien overgewicht ontstaat door over langere tijd meer calorieën in te nemen dan te verbranden, is het wel logisch om binnen de verbruiksbelasting te differentiëren op het aantal calorieën per 100 milliliter. Suiker levert 4 kcal per gram, eiwit levert ook 4 kcal per gram, alcohol levert 7 kcal per gram en vet levert 9 kcal per gram. In veel dranken zoals frisdranken met suiker en fruitsap worden de calorieën geleverd door suikers, maar in bijvoorbeeld volle chocolademelk wordt bijna de helft van de totale hoeveelheid calorieën geleverd door niet-suikers, waaronder vet (7).

Referenties zijn beschikbaar in bijgevoegd document.

Vraag2

Toelichting
Het uitgangspunt bij de invoering van suikerbelasting is dat hetzelfde bedrag wordt opgehaald als nu. Naast het behalen van belastingopbrengsten komt er een extra doel bij met de omzetting naar een suikerbelasting: het bevorderen van de gezondheid door het tegengaan van overgewicht. Dit doel kan op twee manieren worden bereikt: consumenten kiezen vaker voor dranken waar minder suiker in zit en producenten verlagen de hoeveelheid suiker in hun dranken. Daarbij speelt dat alcoholvrije dranken natuurlijke en toegevoegde suikers kunnen bevatten. Voorbeelden van dranken met alleen natuurlijke suikers zijn melk en pure vruchten- en groentesappen. Voorbeelden van dranken waar tijdens de productie suiker wordt toegevoegd, zijn frisdrank en chocolademelk. De Gezondheidsraad adviseert zo min mogelijk suikers binnen te krijgen via dranken. Het maakt daarbij niet uit of het gaat om natuurlijke suikers of toegevoegde suikers. Dat komt omdat het lichaam de suikers op dezelfde wijze verwerkt, het maakt niet uit of het natuurlijke of toegevoegde suikers zijn. Daarnaast is het zo dat het eten van bijvoorbeeld fruit meer vult dan het drinken van sap. En je voor één glaasje sap meerdere stukken fruit nodig hebt. Zo krijg je ongemerkt in korte tijd veel suikers binnen als je sap drinkt in plaats van dat je fruit eet.

Vraag
Vindt u dat de belasting moet gelden voor alle alcoholvrije dranken, ongeacht of die natuurlijke of toegevoegde suikers bevatten? Of moet de belasting alleen gelden voor dranken met toegevoegde suikers, met als gevolg dat de prijs voor deze dranken extra sterk stijgt?
Allereerst vinden wij het hele principe dat hetzelfde bedrag opgehaald moet worden als nu volstrekt oneerlijk. Het betekent namelijk dat als de verbruiksbelasting zorgt voor minder verkoop van suikerhoudende dranken -hetgeen in de contourenbrief (1) onder de doelstelling van de gedifferentieerde verbruiksbelasting besproken wordt-, dit beloond wordt met een verzwaring van de verbruiksbelasting.

Gezien de verbruiksbelasting een minimale / verwaarloosbare impact hebben op het tegengaan van overgewicht, zijn wij überhaupt geen voorstander van een verbruiksbelasting op alcoholvrije dranken. De bestaande verbruiksbelasting zou echter in lijn moeten zijn met de Richtlijnen goede voeding van de Gezondheidsraad en moeten gelden voor alle alcoholvrije dranken, ongeacht of de suikers van nature aanwezig zijn, of zijn toegevoegd. De suikers zijn exact hetzelfde, leveren een gelijke hoeveelheid calorieën en worden op dezelfde manier verwerkt door het lichaam. Puur druivensap bevat zelfs meer dan 50% meer suikers en calorieën dan frisdrank met suiker (druivensap per 100 ml: ~15,9 gram suikers, ~65 kcal – frisdrank gemiddeld per 100 ml: ~9,8 gram suikers, ~39 kcal) (2). Zoals in de toelichting staat beschreven adviseert de Gezondheidsraad in de Richtlijnen goede voeding 2015 om zo min mogelijk suikerhoudende dranken te consumeren (3). Daar vallen ook groente- en fruitsappen onder. Alle vruchten- en groentesappen vallen dan ook buiten de Schijf van Vijf van het Voedingscentrum (4). Het uitzonderen van deze dranken zou dan ook een verkeerd signaal afgeven aan consumenten.

Mineraalwater, ongezoete sojadranken met een laag suikergehalte en ongezoete zuivel (i.e. melk, waar van nature lactose in zit) zouden uitgezonderd kunnen worden. Deze dranken vallen binnen de Schijf van Vijf (4).

De Nederlandse overheid zou voor dergelijke vraagstukken altijd uit moeten gaan van hetgeen de Gezondheidsraad adviseert, i.e. de richtlijnen zouden in dit geval leidend moeten zijn.

Referenties zijn beschikbaar in bijgevoegd document.

Vraag3

Toelichting bij vragen 3 en 4
In de contourenbrief zijn vijf mogelijke scenario’s van de belasting uitgewerkt (scenario I, II, III, IVa en IVb). In scenario I vallen alle alcoholvrije dranken onder belasting en zijn er geen uitzonderingen. Vervolgens worden in de scenario’s daarna steeds meer dranken van de belasting uitgezonderd. Over die uitgezonderde dranken hoeft dus geen verbruiksbelasting te worden betaald, maar de belasting op andere dranken zal dan hoger worden. Dit komt omdat de totale opbrengst van deze verbruiksbelasting hetzelfde moet blijven. In de contourenbrief (zie ‘relevante documenten’) leest u meer over de argumentatie en de effecten van elk scenario.

Scenario I: geen dranken uitgezonderd.
Scenario II: alleen mineraalwater uitgezonderd.
Sceanario III: mineraalwater uitgezonderd. Zuivel en sojadranken met een laag suikergehalte uitgezonderd.
Scenario IVa: mineraalwater uitgezonderd. Zuivel en sojadranken uitgezonderd (ongeacht suikergehalte). Pure vruchten- en groentesappen belast met het laagste tarief.
Scenario IVb: mineraalwater uitgezonderd. Zuivel en sojadranken uitgezonderd (ongeacht suikergehalte). Pure vruchten- en groentesappen uitgezonderd.

Vraag
Welk scenario heeft het meest uw voorkeur en waarom?
Scenario III heeft onze voorkeur: mineraalwater uitgezonderd. Zuivel en sojadranken met een laag suikergehalte uitgezonderd.

Dit scenario sluit het beste aan op de wetenschappelijke richtlijnen van onafhankelijke (inter)nationale adviesrapporten, waaronder de Gezondheidsraad (1).

Het is voedingskundig gezien niet uit te leggen dat vruchten- en groentesappen uitgezonderd of in het laagste tarief zouden vallen. De Gezondheidsraad adviseert zo min mogelijk hiervan te drinken (1). De hoeveelheid suiker en de hoeveelheid calorieën in vruchtensappen is vergelijkbaar met dat van frisdranken met suiker (2). De suikers zijn exact hetzelfde, leveren de gelijke hoeveelheid calorieën en worden op dezelfde manier verwerkt door het lichaam. Puur druivensap bevat zelfs meer dan 50% meer suikers en calorieën dan frisdrank met suiker (druivensap per 100 ml: ~15,9 gram suikers, ~65 kcal – frisdrank gemiddeld per 100 ml: ~9,8 gram suikers, ~39 kcal) (2). Alle vruchten- en groentesappen vallen dan ook buiten de Schijf van Vijf van het Voedingscentrum (3). Het uitzonderen van deze dranken zou dan ook een verkeerd signaal afgeven aan consumenten.

Alle zuivel- en sojadranken ongeacht suikergehalte uitzonderen is voedingskundig gezien ook niet uit te leggen. Zuivel en sojadranken met een hoog suikergehalte vallen ook onder de richtlijn “drink zo min mogelijk suikerhoudende dranken” van de Gezondheidsraad (1) en vallen ook buiten de Schijf van Vijf van het Voedingscentrum (3). De vrijstelling van deze dranken onder de huidige vorm van de verbruiksbelasting krijgt dan ook terecht veel kritiek. Volle chocolademelk levert met ~82 kcal per 100 ml meer dan twee keer zoveel calorieën als frisdrank met suiker (~39 kcal per 100 ml) (2).

Wel zijn we voorstander van het uitzonderen van mineraalwater en ongezoete zuivel (enkel de van nature aanwezige lactose) en sojadranken met een laag suikergehalte. De Gezondheidsraad adviseert om enkele porties zuivel per dag te nemen, waaronder melk of yoghurt (1). Om die reden vinden wij het logisch dat ongezoete zuivel uitgezonderd is van de richtlijn en dat sojadrank met een laag suikergehalte als plantaardig alternatief voor melk ook uitgezonderd wordt. Beide dranken vallen ook binnen de Schijf van Vijf van het Voedingscentrum (3).

Referenties zijn beschikbaar in bijgevoegd document.

Vraag4

Vraag
Welk scenario heeft het minst uw voorkeur en waarom?
Scenario IVb (maar ook IVa) heeft het minst onze voorkeur: mineraalwater uitgezonderd. Zuivel en sojadranken uitgezonderd (ongeacht suikergehalte). Pure vruchten- en groentesappen uitgezonderd.

Dit scenario zou betekenen dat de meest calorierijke drank in de schappen, volle chocolademelk, vrijgesteld zou worden van de verbruiksbelasting. Volle chocolademelk levert met ~82 kcal per 100 ml meer dan twee keer zoveel calorieën als frisdrank met suiker (~39 kcal per 100 ml) (1).

De hoeveelheid suiker en de hoeveelheid calorieën in vruchtensappen is vergelijkbaar met dat van frisdranken met suiker. De suikers zijn exact hetzelfde, leveren evenveel calorieën en worden dus ook op dezelfde manier verwerkt door het lichaam. Puur druivensap bevat zelfs meer dan 50% meer suikers en calorieën dan frisdrank met suiker (druivensap per 100 ml: ~15,9 gram suikers, ~65 kcal – frisdrank gemiddeld per 100 ml: ~9,8 gram suikers, ~39 kcal) (1).

Alle vruchten- en groentesappen en alle zuiveldranken met toegevoegde suikers, zoals chocolademelk, vallen onder de richtlijn “drink zo min mogelijk suikerhoudende dranken” van de Gezondheidsraad (2). Ook vallen ze buiten de Schijf van Vijf van het Voedingscentrum (3). Het uitzonderen van deze dranken zou dan ook een verkeerd signaal afgeven aan consumenten.

Referenties zijn beschikbaar in bijgevoegd document.

Vraag5

Toelichting
Het overheidsbeleid is ‘bier met alcohol moet altijd duurder zijn dan fris’. Als er een verbruiksbelasting op basis van suikergehalte komt, kan ervoor worden gekozen de bieraccijns te verhogen omdat het tarief voor frisdranken met veel suiker (zoals reguliere cola of energiedrank) anders hoger is dan de bieraccijns. Een andere mogelijkheid is om toe te staan dat alcoholhoudend bier lager belast kan zijn dan frisdrank met veel suiker. Het uitgangspunt dat bier altijd duurder moet zijn dan fris, geldt dan niet meer. Over deze afweging leest u meer in de contourenbrief (zie ‘relevante documenten’).

Vraag
Vindt u dat bier altijd hoger belast moet zijn dan alcoholvrije dranken, ook als die alcoholvrije dranken veel suiker bevatten? En maakt het daarbij voor u uit dat de accijns op alcoholhoudende bieren hierdoor omhoog gaat?
Wat ons betreft zouden alcoholvrije dranken met (veel) suiker altijd lager belast moeten worden. Daarnaast vinden wij het hele principe dat met de verbruiksbelasting altijd hetzelfde bedrag als nu opgehaald moet worden volstrekt oneerlijk. Het betekent namelijk dat als de verbruiksbelasting zorgt voor minder verkoop van suikerhoudende dranken -hetgeen in de contourenbrief (1) onder de doelstelling van de gedifferentieerde verbruiksbelasting besproken wordt-, dit beloond wordt met een verzwaring van de verbruiksbelasting.

In het kader van overgewichtspreventie is Cosun voorstander van een integrale aanpak. De verbruiksbelasting is een eenzijdige maatregel en focus op alleen (toegevoegde) suikers zal een minimale / verwaarloosbare impact hebben op het tegengaan van overgewicht. Uit onderzoek blijkt dat de Soft Drinks Industry Levy (SDIL) in het Verenigd Koninkrijk (VK) heeft gezorgd voor een vermindering van suikerinname via frisdranken van minder dan een halve gram suiker per persoon per dag (2). Overgewicht in het VK is sinds invoering van de SDIL niet afgenomen, maar gestegen (3, 4).

Referenties zijn beschikbaar in bijgevoegd document.

Bijlage