Contourenbrief verbruiksbelasting van alcoholvrije dranken op basis van suikergehalte

Reactie

Naam Nederlandse Brouwers (R. van der Palen)
Plaats Den Haag
Datum 30 mei 2024

Vraag1

Toelichting
Sinds 1993 heeft Nederland een verbruiksbelasting van alcoholvrije dranken, waaronder frisdrank, vruchten- en groentesappen en alcoholvrij bier. De huidige belasting heeft hetzelfde tarief voor alle dranken, of er nu veel of weinig suiker inzit. De overheid overweegt nu om een suikerbelasting op alcoholvrije dranken in te voeren. Dranken die geen of weinig suiker bevatten (zoals zero/light frisdrank en mineraalwater met een smaakje) zullen daardoor goedkoper worden dan nu, en dranken die veel suiker bevatten (zoals cola en energiedrank) duurder. De reden van deze suikerbelasting is het bevorderen van de gezondheid door het tegengaan van overgewicht.

Vraag
Vindt u dat de overheid overgewicht en obesitas moet bestrijden door de verbruiksbelasting van alcoholvrije dranken voortaan te baseren op het suikergehalte van de drank? Hierdoor worden dranken die geen of weinig suiker bevatten goedkoper dan nu, en dranken die veel suiker bevatten duurder dan nu.
Voor Nederlandse Brouwers staat het tegengaan van alcoholmisbruik hoog op de agenda, net als bij het kabinet. Niet voor niets staat onze handtekening onder het Nationaal Preventieakkoord en hebben wij, al dan niet gezamenlijk met anderen, allerlei maatregelen genomen gericht op het tegengaan van alcoholmisbruik en op het stimuleren van verantwoorde bierconsumptie. Het aanbieden van alcoholvrij bier als alternatief voor alcoholhoudend bier speelt daarbij een essentiële rol.

Door de verhoging van de verbruiksbelasting, met als doel het tegengaan van overmatige suikerconsumptie, ook toe te passen op alcoholvrij bier, wordt de ambitie om alcoholmisbruik tegen te gaan ondermijnd. In het Verenigd Koninkrijk, waar al een effectieve belasting op alcoholvrije dranken is ingevoerd, geldt deze belasting daarom expliciet niet voor alcoholvrij bier, juist vanwege de rol van alcoholvrij bier in het tegengaan van alcoholmisbruik. Graag zouden wij dan ook zien dat het invoeren van gedifferentieerde verbruiksbelasting er niet toe leidt dat de strijd tegen alcoholmisbruik wordt ondermijnd en dat alcoholvrij bier wordt vrijgesteld van deze belasting. Nederland zou hierin dus het voorbeeld van het Verenigd Koninkrijk moeten volgen.

Vraag2

Toelichting
Het uitgangspunt bij de invoering van suikerbelasting is dat hetzelfde bedrag wordt opgehaald als nu. Naast het behalen van belastingopbrengsten komt er een extra doel bij met de omzetting naar een suikerbelasting: het bevorderen van de gezondheid door het tegengaan van overgewicht. Dit doel kan op twee manieren worden bereikt: consumenten kiezen vaker voor dranken waar minder suiker in zit en producenten verlagen de hoeveelheid suiker in hun dranken. Daarbij speelt dat alcoholvrije dranken natuurlijke en toegevoegde suikers kunnen bevatten. Voorbeelden van dranken met alleen natuurlijke suikers zijn melk en pure vruchten- en groentesappen. Voorbeelden van dranken waar tijdens de productie suiker wordt toegevoegd, zijn frisdrank en chocolademelk. De Gezondheidsraad adviseert zo min mogelijk suikers binnen te krijgen via dranken. Het maakt daarbij niet uit of het gaat om natuurlijke suikers of toegevoegde suikers. Dat komt omdat het lichaam de suikers op dezelfde wijze verwerkt, het maakt niet uit of het natuurlijke of toegevoegde suikers zijn. Daarnaast is het zo dat het eten van bijvoorbeeld fruit meer vult dan het drinken van sap. En je voor één glaasje sap meerdere stukken fruit nodig hebt. Zo krijg je ongemerkt in korte tijd veel suikers binnen als je sap drinkt in plaats van dat je fruit eet.

Vraag
Vindt u dat de belasting moet gelden voor alle alcoholvrije dranken, ongeacht of die natuurlijke of toegevoegde suikers bevatten? Of moet de belasting alleen gelden voor dranken met toegevoegde suikers, met als gevolg dat de prijs voor deze dranken extra sterk stijgt?
Een belasting gebaseerd op het suikergehalte stimuleert producenten om de hoeveelheid toegevoegd suiker in hun producten te verminderen. Suikers die van nature voorkomen, worden echter niet toegevoegd, maar zitten van nature in het product, zoals het geval is bij de meeste alcoholvrije bieren. In tegenstelling tot toegevoegde suikers kunnen van nature voorkomende suikers niet door producenten worden verwijderd. Daarom zou een belasting alleen gebaseerd moeten worden op toegevoegde suikers.

Nederlandse Brouwers ziet grote bezwaren in de haalbaarheid van een gedifferentieerde verbruiksbelasting waarvoor als uitgangspunt budgetneutraliteit geldt. Sinds 1 januari 2024 is de verbruiksbelasting op non-alcoholische dranken gestegen van 8,83 cent per liter naar 26,13 cent per liter, een stijging van 196%. Deze forse stijging levert jaarlijks zo’n €375 miljoen op. In de huidige vijf scenario’s, allen budgetneutraal, varieert het maximumtarief van €40,00 cent per liter (scenario 1) tot €52,75 cent per liter (scenario IVb). Dit heeft grote economische gevolgen voor de sector, die bovendien door de jaren heeft laten zien haar verantwoordelijkheid te nemen in het realiseren van de gezondheidsdoelstellingen uit het preventieakkoord. Daarnaast zijn dergelijke, hoge maximumtarieven vanuit het perspectief van gezondheidsbevordering onnodig. In het Verenigd Koninkrijk is gebleken dat een maximumtarief van 28 cent per liter zeer effectief is in het verminderen van toegevoegde suikers in frisdranken. Dat tarief is vergelijkbaar met het huidige tarief van de verbruiksbelasting. Een nog hoger tarief is dus niet nodig om significante suikerreductie te bewerkstellingen. Nederlandse Brouwers pleit er daarom voor om het uitgangspunt van budgetneutraliteit los te laten en het beoogde gezondheidsdoel te laten prevaleren boven de fiscale doelstelling. Mocht de fixatie op de budgettaire opbrengst leidend blijven, dan verdient het de aanbeveling om te kijken hoe de grondslag kan worden verbreed, zodat toch uitvoering kan worden gegeven aan de door de Kamers aangenomen moties over het uitzonderen van nature voorkomende suikers.

Vraag3

Toelichting bij vragen 3 en 4
In de contourenbrief zijn vijf mogelijke scenario’s van de belasting uitgewerkt (scenario I, II, III, IVa en IVb). In scenario I vallen alle alcoholvrije dranken onder belasting en zijn er geen uitzonderingen. Vervolgens worden in de scenario’s daarna steeds meer dranken van de belasting uitgezonderd. Over die uitgezonderde dranken hoeft dus geen verbruiksbelasting te worden betaald, maar de belasting op andere dranken zal dan hoger worden. Dit komt omdat de totale opbrengst van deze verbruiksbelasting hetzelfde moet blijven. In de contourenbrief (zie ‘relevante documenten’) leest u meer over de argumentatie en de effecten van elk scenario.

Scenario I: geen dranken uitgezonderd.
Scenario II: alleen mineraalwater uitgezonderd.
Sceanario III: mineraalwater uitgezonderd. Zuivel en sojadranken met een laag suikergehalte uitgezonderd.
Scenario IVa: mineraalwater uitgezonderd. Zuivel en sojadranken uitgezonderd (ongeacht suikergehalte). Pure vruchten- en groentesappen belast met het laagste tarief.
Scenario IVb: mineraalwater uitgezonderd. Zuivel en sojadranken uitgezonderd (ongeacht suikergehalte). Pure vruchten- en groentesappen uitgezonderd.

Vraag
Welk scenario heeft het meest uw voorkeur en waarom?
Geen van deze scenario’s bevat een vrijstelling van alcoholvrij bier, terwijl dat in het kader van het tegengaan van alcoholmisbruik cruciaal is. Wij pleiten daarom voor het toevoegen van twee alternatieve scenario’s, te weten:
• Een scenario waarbij alcoholvrij bier categorisch is vrijgesteld van de verbruiksbelasting (net zoals in het Verenigd Koninkrijk het geval is).
• Een scenario waarbij alleen toegevoegde suikers worden belast en van nature voorkomende suikers niet, ongeacht om welke drank het gaat. Dit scenario kan worden gerealiseerd door onder scenario IVb niet slechts enkele dranken zonder toegevoegde suikers uit te zonderen, maar alle dranken zonder toegevoegde suikers. Dit is het minst discriminerend.

Vraag4

Vraag
Welk scenario heeft het minst uw voorkeur en waarom?
Het huidige scenario IVb heeft de grootste negatieve impact op alcoholvrij bier. Dit scenario zorgt voor zeer hoge tarieven voor alcoholvrij bier. Dit terwijl alcoholvrij bier in het kader van het preventieakkoord een positieve bijdrage levert. Alcoholvrij bier is een alternatief voor alcoholhoudend bier en zou ook fiscaal zo moeten worden behandeld.

Daarnaast is bij scenario IVb sprake van oneerlijk onderscheid tussen dranken zonder toegevoegde suikers. Sommige dranken zonder toegevoegde suikers worden namelijk wel uitgezonderd, andere dranken zonder toegevoegde suikers niet.

Vraag5

Toelichting
Het overheidsbeleid is ‘bier met alcohol moet altijd duurder zijn dan fris’. Als er een verbruiksbelasting op basis van suikergehalte komt, kan ervoor worden gekozen de bieraccijns te verhogen omdat het tarief voor frisdranken met veel suiker (zoals reguliere cola of energiedrank) anders hoger is dan de bieraccijns. Een andere mogelijkheid is om toe te staan dat alcoholhoudend bier lager belast kan zijn dan frisdrank met veel suiker. Het uitgangspunt dat bier altijd duurder moet zijn dan fris, geldt dan niet meer. Over deze afweging leest u meer in de contourenbrief (zie ‘relevante documenten’).

Vraag
Vindt u dat bier altijd hoger belast moet zijn dan alcoholvrije dranken, ook als die alcoholvrije dranken veel suiker bevatten? En maakt het daarbij voor u uit dat de accijns op alcoholhoudende bieren hierdoor omhoog gaat?
Alcoholhoudend bier wordt door het hoge btw-percentage van 21% al zwaarder belast dan alcoholvrije dranken waar een btw-percentage van 9% voor geldt. De koppeling tussen de verbruiksbelasting op non-alcoholische dranken en de bieraccijnzen is daarom dubbelop.

Een verhoging van de bieraccijns leidt daarnaast tot nog grotere accijnsverschillen tussen Nederland en onze buurlanden. De accijns op bijvoorbeeld pils, de meest gedronken biersoort, is ruim anderhalve keer zo hoog als in België en maar liefst vier keer zo hoog als in Duitsland. Het verhogen van de accijns leidt ook nog eens tot meer grenseffecten: er wordt niet minder alcoholhoudend bier gedronken, maar de economische negatieve gevolgen voor de Nederlandse biersector en de (kleine) winkelier in de grensstreek zullen er wel zijn.