Contourenbrief verbruiksbelasting van alcoholvrije dranken op basis van suikergehalte

Reactie

Naam Vereniging Frisdranken, Waters, Sappen (T. Juriaanse)
Plaats Den Haag
Datum 5 juni 2024

Vraag1

Toelichting
Sinds 1993 heeft Nederland een verbruiksbelasting van alcoholvrije dranken, waaronder frisdrank, vruchten- en groentesappen en alcoholvrij bier. De huidige belasting heeft hetzelfde tarief voor alle dranken, of er nu veel of weinig suiker inzit. De overheid overweegt nu om een suikerbelasting op alcoholvrije dranken in te voeren. Dranken die geen of weinig suiker bevatten (zoals zero/light frisdrank en mineraalwater met een smaakje) zullen daardoor goedkoper worden dan nu, en dranken die veel suiker bevatten (zoals cola en energiedrank) duurder. De reden van deze suikerbelasting is het bevorderen van de gezondheid door het tegengaan van overgewicht.

Vraag
Vindt u dat de overheid overgewicht en obesitas moet bestrijden door de verbruiksbelasting van alcoholvrije dranken voortaan te baseren op het suikergehalte van de drank? Hierdoor worden dranken die geen of weinig suiker bevatten goedkoper dan nu, en dranken die veel suiker bevatten duurder dan nu.
De Nederlandse Vereniging Frisdranken, Waters, Sappen (FWS) vindt het van belang dat overgewicht wordt tegengegaan en onderschrijft het belang van suikerreductie daarbij. De sector heeft zich de afgelopen jaren ingezet om de hoeveelheid suiker in haar producten te reduceren. Dat heeft ertoe geleid dat de hoeveelheid suiker in frisdranken met ruim 30% is gedaald. Uit de Voedselconsumptiepeiling van het RIVM blijkt dat 14,9% van de geconsumeerde suikers afkomstig is uit alcoholvrije dranken. Bij de vorige peiling was dat nog 21,5%. De bijdrage van alcoholvrije dranken aan de suikerconsumptie is zodoende met 30% gedaald.

FWS staat achter gedegen beleid dat effectief bijdraagt aan het stimuleren van suikerreductie. Een belasting gebaseerd op het suikergehalte van producten kan daaraan bijdragen, mits deze uitsluitend gezondheidsdoelstellingen centraal stelt en niet de schatkist. Bij het centraal stellen van het gezondheidsdoel is het logisch en wenselijk om in combinatie met differentiatie naar suikergehalte, naast de 14,9% suikers uit alcoholvrije dranken ook producten te belasten die de overige 85,1% van de suikers leveren. Onderzoeksbureau Ecorys toonde in opdracht van de Ministeries van VWS en Financiën onlangs aan dat een bredere belasting op suikerhoudende producten uitvoerbaar en effectief is.

De in de contourenbrief uitgewerkte scenario’s gaan uit van zeer hoge toptarieven; dit bovenop de verdriedubbeling van de verbruiksbelasting – van 8,83 cent/liter naar 26,13 cent/liter - die in 2024 heeft plaatsgevonden. Deze tarieven zijn niet nodig om effectief suikerreductie te bewerkstelligen en daarbij ook disproportioneel: de frisdrankenbelasting in het Verenigd Koninkrijk heeft laten zien dat suikerreductie snel en effectief bereikt kan worden door de hoogte van de belasting te baseren op het suikergehalte en daarbij gebruik te maken van een maximumtarief van 24 pence per liter (vergelijkbaar met het huidige tarief van de verbruiksbelasting). De tarieven voor Nederland dreigen nu dubbel zo hoog te worden als in het VK. Ter illustratie: op een 1,5L fles frisdrank met suiker zou in sommige van de voorgestelde scenario’s € 0,80 belasting komen te rusten. Dit is voor zowel producenten als consumenten niet houdbaar.

Vraag2

Toelichting
Het uitgangspunt bij de invoering van suikerbelasting is dat hetzelfde bedrag wordt opgehaald als nu. Naast het behalen van belastingopbrengsten komt er een extra doel bij met de omzetting naar een suikerbelasting: het bevorderen van de gezondheid door het tegengaan van overgewicht. Dit doel kan op twee manieren worden bereikt: consumenten kiezen vaker voor dranken waar minder suiker in zit en producenten verlagen de hoeveelheid suiker in hun dranken. Daarbij speelt dat alcoholvrije dranken natuurlijke en toegevoegde suikers kunnen bevatten. Voorbeelden van dranken met alleen natuurlijke suikers zijn melk en pure vruchten- en groentesappen. Voorbeelden van dranken waar tijdens de productie suiker wordt toegevoegd, zijn frisdrank en chocolademelk. De Gezondheidsraad adviseert zo min mogelijk suikers binnen te krijgen via dranken. Het maakt daarbij niet uit of het gaat om natuurlijke suikers of toegevoegde suikers. Dat komt omdat het lichaam de suikers op dezelfde wijze verwerkt, het maakt niet uit of het natuurlijke of toegevoegde suikers zijn. Daarnaast is het zo dat het eten van bijvoorbeeld fruit meer vult dan het drinken van sap. En je voor één glaasje sap meerdere stukken fruit nodig hebt. Zo krijg je ongemerkt in korte tijd veel suikers binnen als je sap drinkt in plaats van dat je fruit eet.

Vraag
Vindt u dat de belasting moet gelden voor alle alcoholvrije dranken, ongeacht of die natuurlijke of toegevoegde suikers bevatten? Of moet de belasting alleen gelden voor dranken met toegevoegde suikers, met als gevolg dat de prijs voor deze dranken extra sterk stijgt?
FWS pleit ervoor om het gezondheidsdoel te laten prevaleren boven het budgettaire doel. Ongeacht welk scenario gekozen wordt, is het van belang dat het hoogste tarief van de verbruiksbelasting niet hoger wordt dan het huidige tarief van de verbruiksbelasting (26,13 cent per liter). Dit tarief is reeds een verdriedubbeling t.o.v. 2023 en vergelijkbaar met het hoogste tarief van de frisdrankenbelasting in het VK, dat ligt op 24 pence per liter. Dat tarief heeft in het VK geleid tot een significante daling van het suikergehalte in alcoholvrije dranken. Een tarief dat hoger ligt, is dus onnodig om een gezondheidsdoel te bereiken en dient alleen een budgettair doel. Het is zowel vanuit gezondheids- als budgettair oogpunt logisch en wenselijk om naast de 14,9% van de suikers uit alcoholvrije dranken ook producten te belasten die de overige 85,1% van de suikers leveren.

Vraag3

Toelichting bij vragen 3 en 4
In de contourenbrief zijn vijf mogelijke scenario’s van de belasting uitgewerkt (scenario I, II, III, IVa en IVb). In scenario I vallen alle alcoholvrije dranken onder belasting en zijn er geen uitzonderingen. Vervolgens worden in de scenario’s daarna steeds meer dranken van de belasting uitgezonderd. Over die uitgezonderde dranken hoeft dus geen verbruiksbelasting te worden betaald, maar de belasting op andere dranken zal dan hoger worden. Dit komt omdat de totale opbrengst van deze verbruiksbelasting hetzelfde moet blijven. In de contourenbrief (zie ‘relevante documenten’) leest u meer over de argumentatie en de effecten van elk scenario.

Scenario I: geen dranken uitgezonderd.
Scenario II: alleen mineraalwater uitgezonderd.
Sceanario III: mineraalwater uitgezonderd. Zuivel en sojadranken met een laag suikergehalte uitgezonderd.
Scenario IVa: mineraalwater uitgezonderd. Zuivel en sojadranken uitgezonderd (ongeacht suikergehalte). Pure vruchten- en groentesappen belast met het laagste tarief.
Scenario IVb: mineraalwater uitgezonderd. Zuivel en sojadranken uitgezonderd (ongeacht suikergehalte). Pure vruchten- en groentesappen uitgezonderd.

Vraag
Welk scenario heeft het meest uw voorkeur en waarom?
Antwoord op vraag 3 en 4 is gebundeld. Zie onder 'reactie vraag 4' het antwoord van FWS op beide vragen.

Vraag4

Vraag
Welk scenario heeft het minst uw voorkeur en waarom?
Antwoord vraag 3 en 4:

Ongeacht welk scenario gekozen wordt, is het van belang dat het hoogste tarief van de verbruiksbelasting niet hoger wordt dan het huidige tarief van de verbruiksbelasting (26,13 cent per liter). Dit tarief is reeds een verdriedubbeling t.o.v. 2023 en vergelijkbaar met het hoogste tarief van de frisdrankenbelasting in het VK. Dat tarief heeft in het VK geleid tot een significante daling van het suikergehalte in frisdrank. Een tarief dat hoger ligt, is dus onnodig om een gezondheidsdoel te bereiken en dient alleen een budgettair doel. FWS pleit ervoor om het gezondheidsdoel te laten prevaleren boven het budgettaire doel. Indien de belasting vanuit de voorgelegde scenario's toch een budgettair doel blijft nastreven, dan is het niet reëel om de volledige opbrengst uitsluitend bij producenten van alcoholvrije dranken neer te leggen en dient er voor dekking breder gekeken te worden, het meest voor de hand liggend zijn hierbij andere suikerrijke producten die de overige 85,1% van alle suikers leveren.

Vraag5

Toelichting
Het overheidsbeleid is ‘bier met alcohol moet altijd duurder zijn dan fris’. Als er een verbruiksbelasting op basis van suikergehalte komt, kan ervoor worden gekozen de bieraccijns te verhogen omdat het tarief voor frisdranken met veel suiker (zoals reguliere cola of energiedrank) anders hoger is dan de bieraccijns. Een andere mogelijkheid is om toe te staan dat alcoholhoudend bier lager belast kan zijn dan frisdrank met veel suiker. Het uitgangspunt dat bier altijd duurder moet zijn dan fris, geldt dan niet meer. Over deze afweging leest u meer in de contourenbrief (zie ‘relevante documenten’).

Vraag
Vindt u dat bier altijd hoger belast moet zijn dan alcoholvrije dranken, ook als die alcoholvrije dranken veel suiker bevatten? En maakt het daarbij voor u uit dat de accijns op alcoholhoudende bieren hierdoor omhoog gaat?
Het is essentieel dat alcoholvrije dranken niet nog zwaarder belast worden dan nu het geval is en de tarieven niet verder stijgen dan de huidige 26,13 cent liter. De vergelijking met de bieraccijns onderstreept hoe hoog de tarieven voor alcoholvrije dranken nu dreigen te worden, en dat is onwenselijk.