Wet deelgezag
Reactie
Naam
|
Anoniem
|
Plaats
|
Amersfoort
|
Datum
|
19 mei 2020
|
Vraag1
Wilt u reageren op het wetsvoorstel dan kunt u hier uw reactie geven. U kunt dat doen door een bericht achter te laten of door een document te downloaden.
Geachte minister Dekker,
Kinderen hebben recht op een goede juridische band met ál hun ouders, of dat er nu één, twee, drie of vier zijn. Daarom adviseerde de Staatscommissie Herijking Ouderschap unaniem een volwaardige regeling voor meerouderschap en meeroudergezag te treffen. De vorige regering beloofde dat die regeling er zou komen. Acht politieke partijen beloofden in COC’s Regenboogakkoord om daarvoor te zorgen.
Ik ben erg teleurgesteld dat u nu slechts met een concept-wet voor deelgezag komt. Deelgezag is een eerste stap, maar lang niet goed genoeg.
Ik verzoek u dringend om op korte termijn alsnog een volwaardige regeling voor meerouderschap en meeroudergezag in te dienen en ik vraag u om de concept-regeling voor deelgezag te verbeteren.
Door alleen met een deelgezagsregeling te komen, krijgen kinderen ‘voor- en achterbank’ ouders. Dat past niet bij meeroudergezinnen. Het gaat in die gezinnen om kinderen die zielsveel van al hun ouders houden. Om ouders die zielsveel van al hun kinderen houden. Om mensen die, net als alle ouders, de zaken voor hun kinderen zo goed mogelijk willen regelen. Alleen maakt de wet dat nu onmogelijk.
Als er alleen een deelgezagswet komt, mogen de (niet juridische) derde en vierde ouders straks wel mee naar de klasseavond, maar wordt het kind wees als de juridische ouders onverhoopt overlijden. De derde en vierde ouders mogen wel met hun kind naar de dokter, maar ze kunnen in een urgente situatie geen toestemming geven voor een operatie. Als het kind 18 jaar wordt, verdwijnt de juridische band tussen het kind en de derde en vierde ouder helemaal.
Kom met een volwaardige regeling voor meerouderschap en -gezag
Ik vraag u daarom om snel te komen met een volwaardig wetsvoorstel voor meerouderschap en –gezag. In lijn met de motie die de Tweede Kamer daarover aannam in december 2019 (33836, nr. 48).
Met vriendelijke groet,
Sander Beekhuis