Wetsvoorstel dubbele achternaam
Reactie
Naam
|
A Lam
|
Plaats
|
Alkmaar
|
Datum
|
3 maart 2021
|
Vraag1
Hoe kijkt u aan tegen de verruiming van de keuzemogelijkheden voor achternamen?
Ik zou nog een stap verder willen gaan. Er is geen enkele dwingende reden om als overheid welke eisen ook te stellen aan de naamgeving, zolang de registers van de burgerlijke stand het maar aankunnen. Geef mensen dus lekker de vrijheid om hun kind de achternaam te geven die ze willen. Dat kan de achternaam van een van de ouders zijn, of een combinatie van achternamen van ouders, maar ook een heel andere naam die in de hele familiegeschiedenis niet eens voorkomt. Voor het laatste zullen niet veel mensen kiezen, maar dan nog is er geen reden om deze mogelijkheid op voorhand uit te sluiten.
Het hele idee "geslachtsnaam" berust op een illusie. De relatie tussen achternaam en stamboom is uiterst mager. Traditioneel werd alleen de mannelijke lijn in de naam weerspiegeld. Dus zowel de hele stamboom van de moeder als die van de grootmoeder aan vaderskant, de overgrootmoeder aan grootvaders kant etc. was buiten beeld. Wat overblijft, is minder dan de helft van de helft van de helft van de volledige stamboom. De combinatie van twee achternamen, zoals hier wordt voorgesteld, is nog steeds een uiterst magere afspiegeling van de volledige stamboom. De vraag, welk deel nu weer definitief aan het zicht te onttrekken wordt alleen maar een generatie uitgesteld.
Vraag2
Welke voordelen ziet u aan een dubbele achternaam en welke nadelen?
Voordelen: de voordelen die de ouders er zelf in zien. Nadelen: oplosbare problemen van praktische aard.
Vraag3
In het voorstel worden al bestaande dubbele (of meervoudige) achternamen als één geheel behandeld. Wat vindt u daarvan?
Moet kunnen, maar moet niet verplicht zijn. Ook weer zoiets waar de overheid niets over zou moeten willen voorschrijven.
Alleen al het feit dat onderzoek nodig is om vast te stellen of een dubbele (of samengestelde) naam van voor of na de wetswijziging stamt, geeft aan dat het onderscheid kunstmatig is. Wat als iemand met een dubbele achternaam slechts één deel doorgeeft, en achteraf blijkt dat de dubbele naam als één geheel behandeld had moeten worden. Levert dit een strafbaar feit op? En wie is er dan schuldig, de burger die van niets wist of de ambtenaar die bij de aangifte geen gedegen onderzoek heeft gedaan?
Vraag4
Is het wetsvoorstel correct en compleet?
Los van de vraag met welke naam iemand wel of niet van start mag gaan, is er nog de kwestie van naamsverandering in de loop van het leven. Traditioneel nam de vrouw bij trouwen een nieuwe naam aan. De hierin besloten ongelijkheid tussen mannen en vrouwen is niet van deze tijd, maar de naamsverandering op zichzelf is algemeen aanvaard. Alleen de registers van de burgerlijke stand zijn niet op naamsverandering ingesteld. Modernisering op dit vlak kan niet ingewikkeld zijn.
Welke reden is er om van overheidswege te verbieden dat iemand in de loop van zijn of haar leven af en toe van naam verandert? Zolang de opvolgende namen maar worden aangemeld bij de burgerlijke stand, allicht tegen vergoeding van de reële kosten.
Als de overheid de naamgeving geheel vrij laat, en ook naamsverandering in de loop van iemands leven mogelijk maakt, kunnen mensen bij gezinsvorming met een schone lei beginnen en de kinderen (en desgewenst zichzelf) een geheel nieuwe naam geven. Waar ze de behoefte voelen relaties te leggen met sommige van de eigen voorouders kan dat. Ook aan het uitgangspunt van eenheid van naam binnen het gezin is eenvoudig te voldoen. Ook met een compleet nieuwe naam, en ook met een naamsverandering, als alle gezinsleden maar op hetzelfde moment dezelfde nieuwe naam krijgen. Er is dus geen enkele reden om een nieuwe naamskeuze alleen bij het eerste kind in een gezin toe te laten, zoals in dit voorstel.
Het uitgangspunt van eenheid van naam binnen het gezin, waar allicht de meeste ouders voor zullen kiezen, hoeft niet van bovenaf te worden opgelegd. Ook nu al zijn er gezinnen waarbinnen die eenheid ontbreekt. Dat geeft wel praktische maar geen onoplosbare problemen. Hoe dan ook is het op grond van het subsidiariteitsbeginsel geen taak van de overheid om zich met de naamgeving te bemoeien, de beslissingsbevoegdheid hoort thuis bij het gezin of zelfs het (meerderjarige) individu.
Vraag5
Welke problemen kan dit voorstel in de praktijk opleveren?
Het huidige voorstel loopt zichzelf met onnodige beperkingen voor de voeten. In het bijzonder wordt onnodig moeilijk gedaan over naamsverandering, wat rechtsongelijkheid creëert tussen mensen die voor en na invoering van deze wet zijn geboren. Alleen voor de laatste groep gaat de wetgever met zijn tijd mee.
En dat alleen maar om een paar centen te besparen, per belastingbetaler de prijs van een kop koffie. Terwijl de "juiste" naam voor zoveel mensen van onschatbare waarde is. Ik vind dit een zeer onzorgvuldige, wereldvreemde afweging.