Wet educatieve module
Reactie
Naam
|
Hogeschool van Amsterdam. Lerarenopleiding Maatschappijleer (Janneke Nieuwesteeg)
|
Plaats
|
Amsterdam
|
Datum
|
24 december 2021
|
Vraag1
Wat vindt u van het wetsvoorstel?
- Het argument om deze aanpassing te doen is het oplossen van het kwantitatieve lerarentekort. Het wordt makkelijker gemaakt om onderwijs te mogen geven. Ik maak me zorgen over het eenzijdig benadrukken van het kwantitatieve probleem en dat er niet wordt ingegaan op de niveaudaling. Sterker nog, draagt eenzijdige nadruk op een kwantitatief tekort niet bij aan groter kwalitatief tekort in het onderwijs?
- Als de verwantschapstabel wordt losgelaten, hoe kan er dan gegarandeerd worden dat er voldoende relevante vakinhoud naar voren is gekomen in de gevolgde bacheloropleiding? Bij de totstandkoming van de verwantschapstabel is intensief overlegd met de vakvereniging. In het geval van maatschappijleer was dat de NVLM (de Nederlandse Vereniging voor Leraren Maatschappijleer). Waar tweedegraads opleidingen een landelijke kennis toets (LKT) hebben om het inhoudelijke kennisniveau te borgen, wordt dat voor de kopopleidingen niet als eis gesteld. Welk kader hanteren we dan om te beoordelen wat het verwante kennisniveau van de bachelorstudent zou moeten zijn?
- In onderdeel B wordt gesproken over het verruimen van de bevoegdheid voor mensen met een bachelor opleiding in het vakgebied waarin wordt lesgegeven als daarnaast 30ECTS aan voorbereiding op het lesgeven is gevolgd. De bevoegdheid geldt dan voor MAVO en onderbouw HAVO/VWO. Een certificaat of verklaring staat dus gelijk aan een tweedegraads bevoegdheid. Hoe wordt er gegarandeerd dat studenten met een programma van 30 studiepunten genoeg vakdidactische kennis en vaardigheden meekrijgen als daarnaast ook nog aandacht wordt besteed aan pedagogiek.