Besluit gelijke kans op doorstroom
Reactie
Naam
|
Vereniging Openbaar Onderwijs (Dr. L. de Voogd)
|
Plaats
|
Almere
|
Datum
|
19 december 2019
|
Vraag1
Wat vindt u van de doorstroomvoorwaarde (extra vak)?
Hoewel het volgen van een extra vak voorafgaand aan doorstroom de slaagkansen op het hogere niveau licht verhoogt, werpt deze voorwaarde volgens de Vereniging Openbaar Onderwijs (VOO) nog steeds een te grote drempel op voor de kansen van leerlingen. Het betekent namelijk dat leerlingen al aan het einde van hun 3e jaar de keuze moeten maken voor een extra vak. Zijzelf en hun ouders moeten zich dus vroegtijdig op deze mogelijkheid oriënteren, een keuze maken, en extra inspanningen leveren. Wanneer het examenjaar voor deze leerlingen zwaarder wordt, verlaagt dit de slaagkansen juist en lopen zij extra risico om al vroegtijdig vast te lopen. Pas na het succesvol afronden van vmbo dan wel havo kan immers met zekerheid de overstap naar havo respectievelijk vwo gemaakt worden.
Doorstroommogelijkheden zijn juist van essentieel belang voor leerlingen die vroeg in hun schoolcarrière nog geen keuze kunnen maken, verkeerd worden ingeschat of nog geen hogere studiebelasting aankunnen. Vooral van kinderen uit minder gunstige sociaal-economische milieus is bekend dat zij langer de tijd nodig hebben om hun potentieel te bereiken en/of te laten zien. Zogenaamde laatbloeiers missen zo alsnog de boot als zij niet tijdig kiezen voor deze extra investering.
Een beter alternatief is onvoorwaardelijke doorstroom mét voldoende ondersteuning bij de overgang. De Onderwijsraad pleitte eerder ook voor opstroomklassen en schakelprogramma’s (en op lagere termijn verbetering van de programmatische aansluiting). Het feit dat deze minder makkelijk te standaardiseren zijn dan de eis van een extra vak, mag geen reden zijn af te zien van een aanpak die mogelijk succesvoller is. Immers, een extra vak dat leerlingen vervolgens weer laten vallen, heeft slechts een zeer beperkte meerwaarde voor het verbeteren van de aansluiting en lijkt vooral een procedurele voorwaarde. De mogelijkheid om extra vakken te volgen voor leerlingen die zich alvast willen voorbereiden (en ook voor hen die niet voor doorstroom kiezen) moet natuurlijk wel blijven bestaan.
Vraag2
Wat vindt u van de regels over doubleren?
Terecht wordt gesteld dat leerlingen die doorstromen vanuit vmbo of havo naar havo respectievelijk vwo dezelfde rechten toekomen als leerlingen die eerder hetzelfde schoolniveau volgden. Hier mag inderdaad geen onderscheid in gemaakt worden bij het vaststellen van schoolregels over doubleren. Overigens is de VOO van mening dat een doubleerverbod in alle gevallen een te zware maatregel is, waarbij kansen van leerlingen ondergeschikt lijken te zijn aan rendementscijfers.
Vraag3
Heeft u overige opmerkingen?
Om de doorstroom te vergemakkelijken, maar vooral ook met het oog op kansengelijkheid, is goede voorlichting van leerlingen en ouders vanaf de start van het voortgezet onderwijs essentieel. Ook onderschrijven wij het advies van de Onderwijsraad dat meer inspanningen nodig zijn om doorstroom niet alleen formeel mogelijk te maken, maar ook daadwerkelijk een realistische optie.
Daarnaast dient de inspectie er bij de beoordeling van scholen voor te waken dat het bieden van kansen aan leerlingen door middel van doorstroom geen negatieve consequenties heeft voor de scholen. Rendementscijfers mogen nooit een reden zijn om leerlingen expliciet of impliciet te ontmoedigen door te stromen. Het is dan ook positief dat de inspectie vanaf 2020 een correctiefactor voor doorstroom toe zal passen.