Regeling gewasbeschermingsmiddelen en biociden

Reactie

Vraag1

nee, want deze methoden zijn m.i. uit de tijd van de contact middelen. De toepassing van systemische middelen vraagt om een andere beoordelingswijze. Systemische middelen kunnen in de plant worden omgezet in giftigere metabolieten, de hogere giftigheid wordt niet in de beoordeling mee genomen. Bovendien zouden nuttige insecten als honingbijen als modeldier in de toetsingsmethoden moeten worden gebruikt. Deze dieren vliegen op planten en verzamelen nectar en stuifmeel, als planten giftig zijn door systemische middelen is dat zeer schadelijk voor de bijen maar ook gevaarlijk voor de productie van voedsel want bijen zijn hierin essentieel.

Vraag2

Nee, er is internationaal veel kritiek op de methoden. Verschillende onderzoekers geven aan dat de methoden niet afdoende zijn. In diverse onderzoeken wordt aangetoond dat o.a. neonicotinoiden die middels de huidige beoordelingsmethoden zijn toegelaten, in de praktijk erg schadelijk te zijn voor o.a. honingbijen. Bovendien kijken de onderzoeksmethoden alleen naar de acute giftigheid. Sub lethale eigenschappen van bestrijdingsmiddelen worden niet in de methoden meegenomen maar dat zou wel moeten gebeuren. Immers bij honingbijen zorgen de sublethale effecten voor een verzwakking van het organisme (navigatie vermogen, leervermogen, poetsgedrag wordt negatief beinvloed) dit maakt het organisme gevoeliger voor andere bedreigingen (o.a. Varroa mijt, Nosema) waardoor de bij uiteindelijk sterft.
Een andere hiaat in de beoordelingmethode is dat onoordeelkundig gebruik en/of vervuiling van het milieu (oppervlakte water) niet wordt meegenomen in de toelatingsprocedure. Hoge concentraties in het milieu (persistentie) zou meegenomen moeten worden in het beoordelingsproces.

Vraag3

Nee, de praktijk laat zien dat de methoden onvoldoende bekend zijn.