Grond toevoeging van bepalingen ten behoeve van gelijke kansen in het onderwijs in Grondwet
Reactie
Naam
|
SVLOGG (J. Kok)
|
Plaats
|
Vriezenveen
|
Datum
|
9 juli 2021
|
Vraag1
Bereiken wij met de beoogde grondwetswijziging inderdaad dat ons onderwijs meer gaat bijdragen aan gelijke kansen in het onderwijs?
De indiener van dit wetsvoorstel wil een ‘acceptatieplicht’ toevoegen aan artikel 23 van de grondwet. Daar zijn wij tegen. Dit beperkt de vrijheid van onderwijs, terwijl deze vrijheid juist het doel van artikel 23 is.
Wij vinden het van wezenlijk belang dat de school een gemeenschap vormt rond de gedeelde identiteit, vanuit de Bijbelse visie op opvoeding, mens en maatschappij. Dit geeft de mogelijkheid om het onderwijs nauw bij de thuisopvoeding te laten aansluiten. Hierbij gaat het er volstrekt niet om dat de kinderen worden ‘afgeschermd’ van de samenleving, en van kinderen en mensen met andere opvattingen of leefstijlen. Juist omdat zij in allerlei andere verbanden wel hiermee in aanraking komen, is van belang om hen als kind vanuit huis en school een éénduidige vorming mee te geven zodat zij later zelf beargumenteerde keuzes kunnen maken. Het vasthouden en bevorderen van de eenheid qua waarden en normen, tussen de thuissituatie en de school, dient het belang van het kind dat, zeker op jonge leeftijd, nog heel sterk gediend is met éénduidige vorming. Maar ook dient het uiteindelijk onze samenleving, omdat blijkt dat scholen die fungeren als waardengemeenschap vaak succesvoller zijn in het voor de langere termijn vormen van leerlingen tot gemotiveerde en betrokken burgers.
Het belang van toelatingsbeleid ligt ook in het op langere termijn kunnen vormgeven van de identiteit. Bij een grotere diversiteit onder ouders en leerlingen zal die identiteit immers gemakkelijk verwateren. We denken dat hetgeen in dit wetsvoorstel wordt voorgestaan geen problemen oplost, maar juist problemen veroorzaakt, doordat ouders op den duur geen school meer kunnen kiezen die aansluit bij hun levensovertuiging.
De scholen hebben hun werkveld binnen onze rechtsstaat en de inspectie van onderwijs houdt daarop toezicht. De vrijheid van onderwijs is naar onze mening voldoende verwoord in het huidige artikel 23.