Minimaliseren gaswinning Groningenveld

Reactie

Vraag1

INHOUDELIJK
Het Wetsvoorstel wordt gepresenteerd als (extra) bescherming van de belangen van de bewoners van het Groningenveld. Maar:
- De winningsVERGUNNING wordt vervangen door een winningsPLICHT;
- Overtreding van de algemene zorgplicht van de vergunninghouder jegens de burger wordt daarom niet meer strafbaar gesteld;
- De vergunninghouder moet zelf controleren of de veiligheid niet te zeer (wat dat ook moge inhouden, het wordt niet geoperationaliseerd) in het geding komt.
Zeker waar de vergunninghouder in het verleden op zijn minst onzorgvuldig met de veiligheid en belangen van de bewoners is omgegaan moet de bescherming in het voorstel ten enen male onvoldoende worden geacht. Dat de vergunninghouder bij in gevaar brengen van de bewoners niet meer zou kunnen worden getroffen door sancties is tegen deze achtergrond ook een schoolvoorbeeld van de kat op het spek binden, respectievelijk onacceptabel.
Kortom: de veiligheid van de bewoners wordt welhaast expliciet op de tweede plaats gesteld, na winningszekerheid.

SOCIAAL, ETHISCH
Emoties spelen normaliter geen belangrijke rol bij wetgeving. Maar de overwegend verontwaardigde reacties van de meeste overige reflectanten zijn wel een indicatie van de rechtvaardigheid van dit wetsvoorstel. Dit voorstel komt erop neer dat de bewoners MINDER goed worden beschermd tegen risico's. Voeg daarbij dat hun rechten en belangen de afgelopen jaren herhaaldelijk met voeten zijn getreden en dat de overheid langdurig onveilige situaties heeft getolereerd en zelfs expliciet gefaciliteerd, dan is alleszins begrijpelijk dat zij de gang van zaken als in hoge mate onrechtvaardig (hebben) ervaren. De constatering 'De veiligheid en veiligheidsbeleving van de inwoners van Groningen verbeteren.' in het IKA wordt door hen dan ook ogenblikkelijk herkend als de flagrante onwaarheid die zij is.
Bovenal: wetgeving dient aan te sluiten bij gevoelens van rechtvaardigheid van de inwoners van het land waarvoor zij geldt. Dit is in het voorstel ten enen male niet het geval.
Niet alleen objectief-inhoudelijk maar ook in relatie tot de rechtvaardigheidsgevoelens van de bewoners is het wetsontwerp dan ook in zowel inhoudelijk als procesmatig, sociaal en ethisch in zijn geheel en alleszins onacceptabel.