Minimaliseren gaswinning Groningenveld

Reactie

Naam inwoner (A. Nugteren)
Plaats Overschild
Datum 12 april 2018

Vraag1

Heeft u opmerkingen naar aanleiding van de consultatie van dit wetsvoorstel?
De versterkingsopgave wordt nu gekoppeld aan de uitkomsten van nieuw onderzoek. Die uitkomsten moeten een nieuw veiligheidsvooruitzicht opleveren op basis van een nog te realiseren substantiële vermindering van gaswinning. Het lijkt mij voor de onderzoeksinstituten onmogelijk om ‘te weten hoeveel veiliger’ (Kamerbrief 29/3 p. 9): niet alleen vanwege de onzekerheden betreffende de toekomstige winning, maar ook omdat men dan exact moet weten wat de huidige mate van verzwakking is van álle bebouwing inclusief fundering (de meeste nog niet geïnspecteerd!) plus de huidige staat van de ondergrond (door zeer fijnmazige sondering), en dan nog kan men niet weten hoe die ondergrond gaat reageren en hoe verzwakte bebouwing gaat reageren, zelfs op lichtere bevingen, laat staan op het cumulatief effect daarvan. En dat vóór de zomer? Men weet dan nog heel weinig. Politieke besluitvorming (waaronder de operationele strategie t.b.v. de voorgestelde winningsplicht) mag zich niet baseren op drijfzand. Het berekenen van het seismisch risico is bovendien niet vergelijkbaar met het behalen van de algemeen geldende veiligheidsnorm.
De Groninger kan pas spreken van een veiligheidsvooruitzicht als metterdaad vijf jaar na inspectie van alle gebouwen en de infrastructuur de veiligheidsnorm is gehaald, dus wanneer zijn al die inspecties gedaan? Wat als de Groninger de dupe wordt van een mogelijke bezuinigingstactiek op de versterkingsopgave? Wat te doen met het sowieso onverminderde risico in de overbruggingsperiode? Misschien wordt dat risico zelfs wel groter? Hoe zit het in dit verband met de tegenstrijdigheid die ik lees in de Memorie van toelichting (p.7: ‘…redenen om aan te nemen dat een vlakkere productie tot minder bevingen leidt’) en de vermelding in de Kamerbrief (p.7): ‘Daarnaast stelt het laatste advies van de SodM mij in staat om minder vlak te winnen uit het Groningenveld’?
Het gaat bij de risicoanalyse niet om de vraag welke objecten bovengronds ‘door een aardbeving met een bepaalde sterkte verzwakt kunnen raken’ (in Memorie van Toelichting p.9), maar hoe ernstig de huidige verzwakking ís, waardoor deze kan toenemen en welke gevolgen dat kan hebben. En dan wordt bovendien onze rechtsbescherming nog ondermijnd door het afzwakken van artikel 33…Wie denkt dat veiligheid duur is, moet eens een ramp proberen…
A. Nugteren, Overschild