Wetsvoorstel tot herziening van het beslag- en executierecht

Reactie

Naam Rechtbank (mr. L.J. Saarloos)
Plaats Alkmaar
Datum 19 juli 2018

Vraag1

Wat is uw reactie op de voorgestelde maatregelen in het wetsvoorstel?
1. Indien de termijn van art. 476a Rv naar twee weken wordt teruggebracht, heeft dit ook gevolgen voor art. 476. De periode dat beslagene de executie kan schorsen bedraagt 14 dagen na betekening van het beslag. Die betekening moet binnen 8 dagen na het beslag plaatsvinden.

2. In art. 479b Rv wordt verwezen naar art. 1:85 lid 2 BW. Dat artikellid bestaat niet meer. Beter dan correctie zou zijn deze hele grondslag hier te verwijderen. Uit jurisprudentie en literatuur zijn mij geen gevallen bekend, waarin een dergelijke beschikking wordt verzocht, laat staan geëxecuteerd.

3. Ook in art. 585, aanhef en onder b. Rv wordt naar datzelfde niet meer bestaande artikellid verwezen. Ook hier zou schrapping van deze grondslag op zijn plaats zijn. Ik verwijs naar 2. Executie door middel van lijfsdwang komt uiteraard voor dit soort zaken helemaal niet voor.