Wet aanscherping strafbaarstelling ronselen en vereisten toewijzing restzetels

Reactie

Naam Anoniem
Plaats Utrecht
Datum 17 februari 2023

Vraag1

Wat is uw reactie op het wetsvoorstel en/of de memorie van toelichting?
Artikel Z8
1. Het zal in de praktijk buitengewoon lastig blijken om het in het wetsvoorstel beschreven oogmerk aan te tonen (afgezien ingeval van elektronische of schriftelijke benadering). Het lijkt mij daarom beter om het oogmerk weg te laten en de bepaling te beperken tot: Degene die een persoon aanspreekt, benadert of anderszins beweegt om het formulier ... enz.
Daarmee wordt recht gedaan aan het uitgangspunt dat het initiatief tot volmachtverlening van (geen ander dan) de volmachtgever moet uitgaan en wordt elke (neutrale) vorm van aanspreken, benaderen of bewegen om een volmacht te verkrijgen strafbaar.
2. De vrijheid om te stemmen is een kernwaarde van de democratie. Een forse strafbaarstelling van het ronselen van stemmen lijkt mij op zijn plaats. Wil de strafbaarstelling effectief zijn en wil de vervolging kansrijk zijn (in de regel zullen zowel de verdachte ronselaar als de persoon die zijn stempas laat gebruiken er het zwijgen toe doen), dan moet voorlopige hechtenis tot de mogelijkheden behoren. Daarop dient de strafbaarstelling te worden afgestemd. De omstandigheid dat voor andere Kieswet delicten geen zwaardere strafbaarstelling is bepaald maakt dat niet anders. Overigens vind ik dat de strafbaarstellingen van alle Kieswet delicten moeten worden verhoogd, zodat steeds voorlopige hechtenis mogelijk zal zijn. Dit kan worden bewerkstelligd door de strafmaat te verhogen, maar ook door alle Kieswet delicten (m.i.v. die van art. 125 e.v. Sr) onder de regeling van art. 67 Sv te schuiven.