wet invoering leerrecht

Reactie

Naam NRTO (drs. M. Horikx)
Plaats Houten
Datum 14 januari 2021

Vraag1

Ziet u mogelijkheden om dit wetsvoorstel verder te verbeteren, zodat voor zoveel mogelijk jongeren het recht op onderwijs ontstaat?

Welke gevolgen voorziet u waarin dit wetsvoorstel nog niet voldoende voorziet
Reactie NRTO

In de Memorie van Toelichting is te lezen dat het doel van het wetsvoorstel is om de wettelijke basis van het leerrecht – het recht van iedere jongere op zo volledig mogelijke ontplooiing van zijn persoonlijkheid, talenten, en geestelijke en lichamelijke vermogens – te verankeren en te versterken. Dat is een belangrijk doel waar we vanuit de NRTO 100% achter staan.
Echter, wat hier in onze ogen ontbreekt, is het uitgangspunt om de leerling niet alleen in de vormgeving van het onderwijs maar ook in de financiering ervan centraal te stellen. Pas dan kan ieder talent zich maximaal ontwikkelen. Huisman & Zoontjens geven er in hun rapport “Leerrechten als structurele grondslag voor wetgeving” (NCOR - Nederlands Centrum voor Onderwijsrecht, 2016) een goede analyse over.

In dit rapport wordt gesproken over welke modaliteiten mogelijk zijn bij de verankering van het leerrecht.
Modaliteit 1 betreft het radicaal centraal in wet stellen van leerrecht en recht op maatwerk. In dit model staat niet het bevoegd gezag, en de bekostiging van dat bevoegd gezag centraal, maar de leerling, of het kind dat recht heeft op onderwijs. In een radicaal doordacht model zou ook niet langer de bekostiging aan de school of het bevoegd gezag gekoppeld zijn, maar aan de leerling (via de ouders). Een dergelijk model gaat uit van het vroegere LGF-model (leerlinggebonden financiering), niet alleen voor leerlingen met een ondersteuningsbehoefte, maar alle leerlingen, aldus Huisman en Zoontjens.

In dit wetsvoorstel gaat het om leerlingen met een ondersteuningsbehoefte. Voor hen pleiten wij voor de terugkeer van het LGF-model opdat ouders ook kunnen kiezen voor privaat onderwijs als een kind niet aan het regulier onderwijs kan deelnemen door een fysieke beperking, hoogbegaafdheid of leer- of gedragsproblemen. De kleine klassen en de persoonlijke aandacht maken het onderwijs voor deze groepen leerlingen wenselijk. Dit zorgt ervoor dat onnodig belemmerende financiële drempels om bij de leerling passend onderwijs te organiseren, worden weggenomen.

Wij pleiten er dan ook voor om het leerrecht en het recht op maatwerk op deze wijze in de wet op te nemen. Het vroegere leerlinggebonden financieringsmodel zou dan voor leerlingen met een ondersteuningsbehoefte moeten gelden.

Bijlage