Gewaslijsten 7e AP vanggewassen en winterteelten

Reactie

Vraag1

Het is van het grootste belang dat de witlofteelt als winterteelt gezien wordt.

Witlof kan pas gezaaid worden bij een gemiddelde etmaaltemperatuur van minimaal 11 C is. Dit is doorgaans niet eerder dan ca 10 mei het geval. Met ongeveer 150 groeidagen zit je dan al na 1 oktober. Rassen die bestemd zijn voor de jaarrondteelt hebben nog meer groeidagen nodig om een volwaardige pen te produceren. Bovendien moeten witlofpennen die voor een lange bewaring bestemd zijn een afrijping op het veld ondergaan. Dit gebeurt bij lage temperaturen en korter wordende dagen doorgaans niet voor einde oktober. Rooien voor 1 oktober is dus afgezien van een stukje “primeur”-teelt niet mogelijk. Qua karakter is de witlofpennenteelt dus een echte winterteelt.

Daarnaast zijn oktober en in mindere mate november voor witlof nog groeimaanden die niet alleen noodzakelijk zijn voor het vormen van een goed eindproduct maar in deze periode neemt de witlofplant ook nog stikstof op. Een simpel rekensommetje leert het volgende: bij een groei van de witlofpen van bijvoorbeeld 36 naar 42 mm na 1 oktober wordt ongeveer 1/3 van de te rooien massa in deze periode gevormd (uitgaande van een opbrengst van 30 ton: 10 ton x 25% ds x 1,4%N = 35 kg N). Daarnaast zien we na 1 oktober grosso modo een verdubbeling van het N-gehalte van de wortel plaatsvinden van pakweg 0,7% naar circa 1,4% (20 ton x 25% ds x 0,7%N = 35 kg N). Dit betreft een netto afvoer van 70 kg N (de extra opname voor bladgroei is dan nog niet eens meegenomen). Uiteraard is dit een rekenvoorbeeld maar het lijkt meer dan aannemelijk dat witlof meer N kan opnemen dan een geslaagd vanggewas.