Gewaslijsten 7e AP vanggewassen en winterteelten

Reactie

Vraag1

De landbouwer die gewassen teelt op zand- of dalgrond, zal in 2023 verplicht worden om vóór 1 oktober een vanggewas in te zaaien. Een uitzondering geldt voor wintergewassen. Onderstaand wordt uiteengezet wat de gevolgen zijn voor de teelt van de gewassen vlas

Vezelvlas (gewascode RVO 3736) is een teelt die, normaal gesproken, in het voorjaar van start gaat. De uitzaai vindt plaats in maart of april, de oogst is in de zomermaanden. De teelt komt in hoofdzaak op kleigrond voor.

In de afgelopen jaren worden er van vlas in beperkte, maar toenemende mate ook wintervariëteiten uitgezaaid. De zaaitijd is: oktober tot begin november in het jaar dat voorafgaat aan het oogstjaar. De reden is dat hierdoor risico’s worden gespreid. Een gewas dat in het voorjaar wordt uitgezaaid, kan last hebben van droogte in het voorjaar, terwijl een wintergewas, dat vroeger is, daaraan net weet te ontsnappen. Droogte in het voorjaar is iets waarmee we in de afgelopen jaren steeds meer geconfronteerd werden. Het klimaat vertoont meer extremen dan vroeger.

Bovendien is wintervlas ook iets eerder rijp dan vlas dat in het voorjaar wordt gezaaid. Daardoor is het mogelijk om oogstmachines efficiënter in te zetten. Eerst wordt het wintervlas geoogst en daarna het vlas dat in het voorjaar is gezaaid. We verwachten dat het aandeel wintervlas binnen het totale vlasareaal om de bovengenoemde redenen in de komende jaren zal toenemen.

Ook voor olievlas (gewascode 666) worden rassen ontwikkeld die geschikt zijn als wintergewas. De verwachting is dat die rassen over enkele jaren beschikbaar komen.
(2022, voorlopig cijfer CBS, olievlas 99 ha).
Om de bovengenoemde redenen zou wintervlas opgenomen moeten worden op de lijst van wintergewassen.