Gewaslijsten 7e AP vanggewassen en winterteelten

Reactie

Vraag1

Reactie op lijsten vanggewassen en winterteelten, met name Suikerbieten

Het oogsten van alle suikerbieten op zand en löss gronden voor 1 oktober is o.i. in de praktijk onhaalbaar en teelt technisch niet nodig, zie de argumenten hieronder.
Oogsten (van suikerbieten, mais en aardappelen) voor 1 oktober geeft een enorme druk op de loonwerkers en brengt de aanschaf van extra rooimachines met bijbehorende kosten met zich mee. Daarbij zal het landbouwverkeer voor 1 oktober fors toenemen. Oogsten na 1 oktober geeft hierin meer spreiding.
Daarnaast onderschrijven wij de volgende argumenten van Cosun, om suikerbieten zonder extra voorwaarden op te nemen op de lijst van winterteelten.
. Suikerbieten staan op de lijst van wintergewassen met de toevoeging ‘alleen late oogst’. Ons is niet
duidelijk wat die toevoeging exact betekent. Wij zien graag bevestigd dat dit een oogst na 1 oktober
betreft. Dit is ook conform de adviezen van de CDM. Wij vinden dat suikerbieten zonder beperkende
voorwaarden als wintergewas gezien moeten worden:
• Suikerbieten nemen na 1 oktober nog significante hoeveelheden stikstof (20 – 25 kg) op,
vergelijkbaar met een vanggewas (25 kg).
• Suikerbieten zijn door de CDM aangeduid als niet-uitspoelingsgevoelig gewas.
• Met de bietenoogst wordt de stikstof ook daadwerkelijk afgevoerd, terwijl bij een vanggewas de
stikstof op het perceel blijft.
• Door het intensief ontwikkelde wortelstelsel zijn suikerbieten in het najaar in staat om in diepere
lagen stikstof op te nemen. Een vanggewas moet daar nog naartoe groeien, en vanaf 1 oktober
gebeurt dat waarschijnlijk niet meer.
• Een vanggewas dat kort voor 1 oktober wordt gezaaid heeft onvoldoende potentie om tot een
vergelijkbare diepte te wortelen als suikerbieten, waardoor er een risico op verliezen optreedt in dat
deel onder de bewortelbare laag van het vanggewas.
• Het overgrote deel van de suikerbieten wordt na 1 oktober geoogst om de bieten nog te laten
groeien en om bewaarverliezen te voorkomen. Het risico op verliezen na de oogst is aantoonbaar
beperkt vanwege de lage restvoorraad aan minerale stikstof en het geringe effect van mineralisatie
uit loof bij een oogst in oktober en november