Integratie van lwoo en pro in passend onderwijs

Reactie

Naam Landelijk Werkverband Praktijkonderwijs (de heer P C de Jong)
Plaats Heerenveen
Datum 28 december 2013

Vraag1

Wat vindt u van de wijze:
1. van overdragen van de ondersteuningstoewijzing van de RVC’s naar de samenwerkingsverbanden?
2. waarop het ondersteuningsbudget voor lwoo en pro wordt ingepast in en overgedragen naar de samenwerkingsverbanden?
1.1 Ondersteuningstoewijzing door samenwerkingsverbanden is mogelijk mits de spelregels vooraf zijn bepaald en vastgelegd. De scheiding van lichte en zware zorg moet op termijn langere termijn bekeken worden. Uitgangspunt is daarbij dat kostenreductie niet ten koste van kwaliteit bereikt mag worden.
1.2 Het ondersteuningsbudget verschilt voor PrO fundamenteel van dat van lwoo. Voor PrO-scholen maakt het ondersteuningsdeel integraal onderdeel uit van het gehele en ongescheiden budget. Het bevoegd gezag van een PrO-school is verantwoordelijk voor het behalen van de vereiste kwaliteit en opbrengsten. Indien de ondersteuningstoewijzing via de swv'en loopt, wordt de verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag (en de schooldirectie) ondermijnd.
Daarnaast wordt in de nieuwe wetgeving voorgesteld dat het swv waar de school staat de opleiding gaat bekostigen. Dit wijkt af van de huidige regelgeving passend onderwijs omtrent de toelaatbaarheidsverklaring voor het vso. In het licht van passend onderwijs verzorgen scholen voor PrO onderwijs aan jongeren met een onderwijsvraag PrO én zware (multi-)problemkenmerken. Dit geldt straks ook voor leerlingen die wonen in het gebied van een ander samenwerkingsverband.

Vraag2

Wat vindt u van de vormgeving van de mogelijkheden voor opting out zoals deze zijn opgenomen in het wetsvoorstel?
Opting-out zoals voorgesteld is goed geregeld. Indien samenwerkingsverbanden afwijkende besluitvorming toestaan (meerderheid ipv consensus), dan moet de positie van PrO gegarandeerd zijn (veto).
Opting-out zou moeten samengaan met meer ruimte voor onderwijsvarianten / -routes. Resultaat telt en wordt beoordeeld, niet de weg naar dat succes.

Vraag3

Wat vindt u van het tijdpad/de planning voor invoering?
Tijdpad is ambitieus en (te) risicovol.
- Complexe operatie
- Risico's zijn onvoldoende in kaart gebracht
- Bestaande voorziening worden geherstructureerd en gesaneerd. Dat is een een onomkeerbaar proces.
- We zien grote regionale verschillen waarvan de oorzaken niet onderzocht zijn.
- De cumulatie van effecten kan desastreuze gevolgen hebben voor het ondersteuningsaanbod
- Het ontbreekt aan een visie / effectmeting van de gelijktijdige decentralisatie van jeugdzorg, participatiewet en de WWB, terwijl dat in de keten grote gevolgen zal hebben.

Vraag4

Wat vindt u van de positie van lwoo en pro in relatie tot het samenwerkingsverband en de waarborgen die zijn ingebouwd in de inpassing van lwoo en pro?
Positie van lwoo en pro in relatie tot het swv en de waarborgen die zijn ingebouwd in de inpassing van lwoo en pro:
Het Praktijkonderwijs vervult een belangrijke functie in ons huidige onderwijsstelsel. In de praktijk zien wij dat ook leerlingen met een zware ondersteuningsvraag een beroep doen op het Praktijkonderwijs. Zo komt het regelmatig voor dat deze leerlingen een rugzak (lgf) nodig hebben. De nieuwe wetgeving mag deze ontwikkeling niet blokkeren.
Het bevoegd gezag van het praktijkonderwijs dient de kwaliteit van het onderwijs wel waar te kunnen blijven maken. Dit zou kunnen worden bemoeilijkt als er in de toekomst minder financiële middelen voor de groep van leerlingen op het praktijkonderwijs die ook een zwaardere vorm van ondersteuning nodig heeft beschikbaar komt. De VO-raad onderstreept dat het van belang is dat het bevoegd gezag van de praktijkonderwijsscholen hun verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van hun onderwijs waar moeten kunnen blijven maken.
Het LWV PrO hecht eraan dat een gedegen evaluatie voorafgaat aan de vervolgstappen tot integrate van PrO in de swv'en, waarbij ook de spreiding over het land wordt meegenomen.

Vraag5

Vindt u augustus 2015 een goede maand om de RVC’s op te heffen en de taak van indicatiestelling over te hevelen naar de samenwerkingsverbanden, of is er een betere maand om dit te doen?
Augustus 2015 lijkt een acceptabele maand

Vraag6

Wat vindt u van dit wetsvoorstel en zijn er nog specifieke zaken waar u een reactie op wilt geven?
Het landelijk werkverband praktijkonderwijs steunt van harte de invoering van passend onderwijs en pleit al jarenlang dat PrO-scholen hun verantwoordelijkheid hierin nemen.
Principieel wijst het praktijkonderwijs de stelling dat PrO-leerlingen zowel onder de WVO als onder passend onderwijs vallen, af. Vanaf 2000 heeft de maatschappij gepleit voor ontzorgen en sturen op onderwijsresultaat door PrO-scholen. In die opdracht zijn ze geslaagd. De PrO-leerling zal zoveel mogelijk doorstromen naar naar werk op basis van een stevige opleiding en kwalificatie op maat. Recent onderzoek (regioplan, 2013) laat zien dat de hogere (onderwijs-)kosten middelbaar onderwijs, enorme besparingen aan lasten op termijn opleveren.
Uiteraard gaat het de scholen primair om de resultaten voor de jongeren zelf. De school zorgt kwalificatie op maat, aansluitend bij ambitie en mogelijkheden met arbeid als wenkend perspectief. Dé oplossing voor jongeren die niet in staat zijn een startkwalificatie te behalen, maar wel een loonwaarde genereren.

Vraag7

Kunt u aangeven welke functie u heeft?
Voorzitter landelijk werkverband praktijkonderwijs